Juridische adviesvaardigheden (H1+H2)
H1
Communicatie omvat alle boodschappen die tussen mensen worden overgebracht.
Er zijn minstens twee partijen nodig, de zender en de ontvanger.
boodschap
Basismodel communicatie: zender <---------------------------------------> ontvanger
Aan de kant van de zender kan de communicatie gestoord worden als de adviseur bijv. een
boodschap afgeeft die niet duidelijk is, niet gericht is op wat de cliënt wil weten, te
oppervlakkig is of juist teveel ingaat op details.
Aan de kant van de ontvanger treden bijv. storingen op wanneer de cliënt alleen iets wilt
weten, terwijl de boodschap is gericht op wat de cliënt moet doen en laten.
Belangrijke punten communicatie:
1 Het is onmogelijk niet te communiceren.
2 Communicatie bevat altijd een inhouds- en een betrekkingsaspect.
3 Het karakter van de betrekkingen is afhankelijk van de interpretatie.
4 Mensen communiceren zowel analoog als digitaal.
5 Elke communicatie is ofwel symmetrisch ofwel complementair.
Inhoudsaspect: wat er letterlijk word gezegd.
Betrekkingsaspect: geeft de aard van de relatie aan van de betrokkenen. Hoe word het
overgebracht. Hoe vertel ik het mijn cliënt? Dus de toon, woordkeuze en houding zijn
belangrijk.
Digitaal: gesproken tekst, verbale communicatie
Analoog: alle overige vormen van communicatie, non-verbaal.
Congruent: wanneer de analoge en digitale communicatie met elkaar in balans zijn en er
tegelijkertijd evenwicht bestaat tussen de inhoud en het betrekkingsaspect.
,Interventie: Het eigen betoog onderbreken en een vraag stellen: is het tot nu toe duidelijk?
Relatiedefinitie: Hoe verhouden partijen zich tot elkaar en wie bepaalt de verhouding?
Complementaire relatiedefinitie: als de een in actie komt en de ander daar passend op
reageert.
De adviseur stelt een vraag en de cliënt geeft antwoord; de cliënt verduidelijkt het probleem
en de adviseur formuleert een oplossing.
Symmetrische relatiedefinitie: de reactie is niet passend, omdat het een spiegelbeeld is van
actie.
De een stelt een vraag, de ander reageert met een tegenvraag. De een formuleert een
probleem, de ander voegt er een probleem aan toe.
boodschap
De kern van communicatie: zender <---------------------------------------> ontvanger
feedback
Doelen van communicatie
Zender Ontvanger
1 Informeren Kennis opdoen
2 Instrueren Vaardigheden verweren
3 Motiveren Besluiten iets te doen of te laten
4 Overtuigen Een mening vormen
5 Gevoelens opwekken Geraakt worden
Communicatiemuur
De spreker De spreker
Heeft/is Wordt geïnterpreteerd als
Bedoeld Gezegd
Begrepen Akkoord
Akkoord Gedaan
, Vaardigheden juridische adviseurs.
Actief luisteren
-Hoofd en bijzaken onderscheiden
-Begrip tonen
-Kleine signalen afgeven (knikken)
-Aankijken
-Af en toe aantekeningen maken
Vragen stellen
Open vragen: eigen antwoord
Gesloten vraag: JA/NEE antwoord.
-Toon is belangrijk
Parafraseren
-Af en toe kort weergeven wat de cliënt heeft gezegd.
-In eigen woorden herhalen (hieruit blijkt dat je het nog volgt).
Gevoelsreflectie
-Emotioneel laten blijken wat het voor je betekent.
-Begrip tonen
De adviseur maakt vooral gebruik van de volgende vaardigheden:
1 Informatie geven
2 Reageren
3 Samenvatten