Economie wiskundige berekeningen
1. De prijs van een product was vorig jaar 320 euro en is nu 420 euro. Met hoeveel % is de prijs
gestegen?
(420-320)/320 = 0,3125 * 100 = 31,25%
2. De prijs van een product was vorig jaar 220 euro en is nu 660 euro. Met hoeveel % is de prijs
gestegen?
(660-220)/220 = 2*100 = 200%
3. De oude prijs van een product X is 30 880 euro. Er is een prijsstijging van 22%. Wat is de nieuwe
prijs? Noteer je antwoord met 2 decimalen.
22% van 30 880 = 6793,60 -> 30 880 + 6793,60 = 37 673,60
4. De oude prijs van een product Y is 350 900 euro. Er is een prijsdaling van 15%. Wat is de nieuwe
prijs? Noteer je antwoord met 2 decimalen.
15% van 350 900 = 52 635 -> 350 900 – 52 635 = 298 265
5. De oude prijs van een product Y is 350 900 euro. Er is een prijsdaling van 0,32%. Wat is de
nieuwe prijs? Noteer je antwoord met 2 decimalen.
100% - 0,32% = 99,68% = 0,9968% -> 350 900 * 0,9968 = 349 777,12
6. De prijs is met 23% gestegen en is nu 544 000 euro. Hoeveel bedroeg de prijs voor de
prijsverhoging?
23% = 1,23 -> ? * 1,23 = 544 000 -> 544 ,23 = 442 276,42
7. De prijs is met 15% gedaald en is nu 544 000 euro. Hoeveel bedroeg de prijs voor de prijsdaling?
100% - 15% = 85% = 0,85 -> ? * 0,85 = 544 000 -> 544 ,85 = 640 000,00
8. Bereken x uit de vergelijking: 6x-10 = x+40
6x – 10 = x+40
6x – x = 40 + 10
5x = 50
X = 10
9. Herschrijf de vergelijking naar q = .. p = 4q + 10
P -10 = 4q + 10 – 10
(p-10)/4 = (4q)/4
p/4 – 2,5 = q
10. Teken de grafiek van deze lineaire functie y = x + 3
1. De prijs van een product was vorig jaar 320 euro en is nu 420 euro. Met hoeveel % is de prijs
gestegen?
(420-320)/320 = 0,3125 * 100 = 31,25%
2. De prijs van een product was vorig jaar 220 euro en is nu 660 euro. Met hoeveel % is de prijs
gestegen?
(660-220)/220 = 2*100 = 200%
3. De oude prijs van een product X is 30 880 euro. Er is een prijsstijging van 22%. Wat is de nieuwe
prijs? Noteer je antwoord met 2 decimalen.
22% van 30 880 = 6793,60 -> 30 880 + 6793,60 = 37 673,60
4. De oude prijs van een product Y is 350 900 euro. Er is een prijsdaling van 15%. Wat is de nieuwe
prijs? Noteer je antwoord met 2 decimalen.
15% van 350 900 = 52 635 -> 350 900 – 52 635 = 298 265
5. De oude prijs van een product Y is 350 900 euro. Er is een prijsdaling van 0,32%. Wat is de
nieuwe prijs? Noteer je antwoord met 2 decimalen.
100% - 0,32% = 99,68% = 0,9968% -> 350 900 * 0,9968 = 349 777,12
6. De prijs is met 23% gestegen en is nu 544 000 euro. Hoeveel bedroeg de prijs voor de
prijsverhoging?
23% = 1,23 -> ? * 1,23 = 544 000 -> 544 ,23 = 442 276,42
7. De prijs is met 15% gedaald en is nu 544 000 euro. Hoeveel bedroeg de prijs voor de prijsdaling?
100% - 15% = 85% = 0,85 -> ? * 0,85 = 544 000 -> 544 ,85 = 640 000,00
8. Bereken x uit de vergelijking: 6x-10 = x+40
6x – 10 = x+40
6x – x = 40 + 10
5x = 50
X = 10
9. Herschrijf de vergelijking naar q = .. p = 4q + 10
P -10 = 4q + 10 – 10
(p-10)/4 = (4q)/4
p/4 – 2,5 = q
10. Teken de grafiek van deze lineaire functie y = x + 3