derde jaar:
Historisch referentiekader
Hoe situeer je jezelf in het verleden?
3 aspecten van het historisch referentiekader:
Tijd: wanneer?
Ruimte: waar?
Domein: wat? --> -cultureel
- politiek
- sociaal
- economisch
= toepassen op elke historische bron (= iets dat ons informatie geeft uit het verleden)
Tijd:
Er bestaan verschillende kalenders of jaartellingen. Onze Westerse kalender is slechts een afspraak.
Historische periodes:
prehistorie … - 3500 v.C. Ontstaan van het schrift
Oude nabije oosten 3500 v.C. – 776 v.C. Eerste Olympische spelen
Klassieke oudheid 776 v.C. - 476 Einde West Romeinse Rijk
middeleeuwen 476 - 1492 Ontdekking Amerika
Boekdrukkunst (1455)
Vroegmoderne tijd 1492 – 1789 Franse revolutie
Industriële revolutie (1750)
Moderne tijd 1789 - 1945 Einde Wereld Oorlog 2
Hedendaagse tijd 1945 - Nu ?
Scharniermomenten = historische gebeurtenis die het begin en het einde van een periode afbakend.
De tijdlijn is afhankelijk van de keuzes die we maken. We kunnen de tijdlijn veranderen, het is juist
een hulpmiddel om ons in het verleden te situeren.
, Ruimte:
In de geschiedenis is er gevaar om Europa centraal te stellen = Eurocentrisme.
Bv. Alleen Europees recht of dat Europa de oorsprong is van alle belangrijke uitvindingen.
Oplossing: kijken naar interactie tussen Europa en andere delen van de wereld:
Handel
Kennis
Kunst
Wetenschap
Architectuur
Taal
Politiek
Oorlog
Domeinen:
= hulpmiddel om bronnen/gebeurtenissen/personen in te delen in het verleden.
- Economisch (blauw) - Politiek (geel)
- Sociaal (oranje) - Cultureel (roos)
Hoofdstuk 2: Oost en West op nieuwe wegen
Hoe veranderde de Romeinse samenleving in het Westen in de
overgang van de klassieke oudheid naar de middeleeuwen?
Oorzaken van een grondige verandering:
- Klimaatverslechtering (ongeveer 200 – 900)
Minder oogst
Hongersnood -> zijn de gevolgen van de klimaatverslechtering maar zijn
Ziektes opzich ook oorzaken van elkaar.
Dalende bevolking
-Migratiebewegingen (speelt zich af op lange termijn) vanaf de 3 de eeuw.
Van de stad naar het platteland omdat mensen daar aan landbouw kunnen doen.
Volksverhuizingen van Germaanse volkeren naar het RR. (Vb: Saven, Goten, Vingoten hebben
elk hun manier onderling en tussen het RR
Invasies van de Hunnen ( leider: Attila de Hun)
-Gevoel van onveiligheid in het RR.
Verdedigen van het RR wordt moeilijker en duurder.