Sociologie
5. Drie grondleggers van de sociologie en het milieuvraagstuk (H3 pp126-133
en H4 pp135-184)
Modernisering
Link modernisering en vooruitgangsgeloof:
Grondlegger positivisme: volgens natuurwetenschappen, menswetenschappen
bekijken -> sociale werkelijkheid beïnvloeden (?naam?)
Grondleggers
Karl Marx Emile Durkheim Max Weber
Wanneer? 1818-1883 1858-1917 1864-1920
Moderniseringsproce
s
-> sociologie in ontwikkeling 19e eeuw!
Modernisering:
Industrialisering
Zware loodvergiftiging, PFAS,
-> vervuiling
Klimaatkwestie
Warme zomer laag pijl Rijn industrie
o IPAT-schema: ecologische voetafdruk
Impact = Population x Affluence x Technology
o Sociale stratificatie in uitstoot
o Uitstoot per regio (in productie)
Reflexieve modernisering:
= kritisch nadenken over modernisering
Industrialisatie brengt weldaden EN risico’s
= modernisering vd modernisering
ULRICH BECK
Hyperspecialisatie ( vervreemding?)
Fordisme: meer auto’s produceren, maar minder mensen aan job
Specialisatie genderrollen ( frustratie?)
Vrouwenarbeid in fabrieken nadien huisvrouw maar toch andere ambities
Globalisering ( winnaars en verliezers?)
, Postmoderne tijden?
De-differentiëring: Elon Musk koopt twitter
Vermarkting functionele deelsystemen
Gezondheidszorg, “neoliberalisme”= marktdenken palmt alle
functionele deelsystemen in
Mediatisering politiek
Meer debatten in media dan parlement
Mediëring: invloed van wie aan knoppen draait van ICT
Bauman: ‘Modernity and the holocaust’
“Business as usual” terwijl de ecologische gevolgen groot zijn?
Eerste basisvraag van sociologie langs een andere kant
Wat verklaart orde en regelmaat (stabiliteit) in maatschappij?
Hoe komt het dat de stabiliteit zo hardnekkig is ook als de
veranderingen gewenst en nodig zijn?
Begrippen grondleggers
1. Karl Marx 2. Emile Durkheim 2. Durkheim!
Materialisme Verwetenschappelijking Sociale cohesie= samenhang
Arbeid maakt onze sociale orde = solidariteit
Infrastructuur Positivisme Nodig: sociale integratie
Materiaal Objectieve studie SL = afzonderlijke delen die
Basis, fundamenteel Statistiek samenvoegen tot grotere
sociale eenheid
Superstructuur Disciplinarisering Samenleving:
Ideeëngoed Sociologie = wetenschap 1. Mechanische solidariteit
Culturele bovenbouw, steunt op die sociale feiten
infrastructuur bestudeerd 2. Organische solidariteit
(veralgemeende
afhankelijkheid)
Polarisatie Sociale feiten beschouwen Sociale cohesie:
Arbeid <-> kapitaal wil meer als dingen/ objecten <- Pre-moderne SL:
winst en minder kosten (loon) natuurwetenschappen Weinig diversiteit
Proletarisering =afhankelijk van - Sinterklaas Kleinschalig
kapitaalbezitters die hun lager 1. Bovenindividueel Dezelfde overtuiging,
loon geven 2. Voorgegeven collectief bewustzijn
3. Dwingend (gevolgen als MECHANISCHE
je niet volgt) SOLIDARITEIT
Toenemende arbeidsspecialisatie Bv; auto kopen of niet Moderne SL:
uitbuiting arbeiders door -> sociale feiten verklaard Veel diversiteit
5. Drie grondleggers van de sociologie en het milieuvraagstuk (H3 pp126-133
en H4 pp135-184)
Modernisering
Link modernisering en vooruitgangsgeloof:
Grondlegger positivisme: volgens natuurwetenschappen, menswetenschappen
bekijken -> sociale werkelijkheid beïnvloeden (?naam?)
Grondleggers
Karl Marx Emile Durkheim Max Weber
Wanneer? 1818-1883 1858-1917 1864-1920
Moderniseringsproce
s
-> sociologie in ontwikkeling 19e eeuw!
Modernisering:
Industrialisering
Zware loodvergiftiging, PFAS,
-> vervuiling
Klimaatkwestie
Warme zomer laag pijl Rijn industrie
o IPAT-schema: ecologische voetafdruk
Impact = Population x Affluence x Technology
o Sociale stratificatie in uitstoot
o Uitstoot per regio (in productie)
Reflexieve modernisering:
= kritisch nadenken over modernisering
Industrialisatie brengt weldaden EN risico’s
= modernisering vd modernisering
ULRICH BECK
Hyperspecialisatie ( vervreemding?)
Fordisme: meer auto’s produceren, maar minder mensen aan job
Specialisatie genderrollen ( frustratie?)
Vrouwenarbeid in fabrieken nadien huisvrouw maar toch andere ambities
Globalisering ( winnaars en verliezers?)
, Postmoderne tijden?
De-differentiëring: Elon Musk koopt twitter
Vermarkting functionele deelsystemen
Gezondheidszorg, “neoliberalisme”= marktdenken palmt alle
functionele deelsystemen in
Mediatisering politiek
Meer debatten in media dan parlement
Mediëring: invloed van wie aan knoppen draait van ICT
Bauman: ‘Modernity and the holocaust’
“Business as usual” terwijl de ecologische gevolgen groot zijn?
Eerste basisvraag van sociologie langs een andere kant
Wat verklaart orde en regelmaat (stabiliteit) in maatschappij?
Hoe komt het dat de stabiliteit zo hardnekkig is ook als de
veranderingen gewenst en nodig zijn?
Begrippen grondleggers
1. Karl Marx 2. Emile Durkheim 2. Durkheim!
Materialisme Verwetenschappelijking Sociale cohesie= samenhang
Arbeid maakt onze sociale orde = solidariteit
Infrastructuur Positivisme Nodig: sociale integratie
Materiaal Objectieve studie SL = afzonderlijke delen die
Basis, fundamenteel Statistiek samenvoegen tot grotere
sociale eenheid
Superstructuur Disciplinarisering Samenleving:
Ideeëngoed Sociologie = wetenschap 1. Mechanische solidariteit
Culturele bovenbouw, steunt op die sociale feiten
infrastructuur bestudeerd 2. Organische solidariteit
(veralgemeende
afhankelijkheid)
Polarisatie Sociale feiten beschouwen Sociale cohesie:
Arbeid <-> kapitaal wil meer als dingen/ objecten <- Pre-moderne SL:
winst en minder kosten (loon) natuurwetenschappen Weinig diversiteit
Proletarisering =afhankelijk van - Sinterklaas Kleinschalig
kapitaalbezitters die hun lager 1. Bovenindividueel Dezelfde overtuiging,
loon geven 2. Voorgegeven collectief bewustzijn
3. Dwingend (gevolgen als MECHANISCHE
je niet volgt) SOLIDARITEIT
Toenemende arbeidsspecialisatie Bv; auto kopen of niet Moderne SL:
uitbuiting arbeiders door -> sociale feiten verklaard Veel diversiteit