De stad als sociaal centrum
Functies van de stad en botsen belangen
Een stad heeft functies: woonplek, werk, recreatie, vervoer.
Stedelijke distributie: het bevoorraden van winkels en horeca.
Bij stedelijke distributie botsen verschillende belangen met elkaar:
• De transportondernemingen moetenszorgen voor betrouwbare aanvoer van goederen tegen
redelijke tarieven.
• De winkeliers willen steeds kleinere voorraden van een steeds groter assortiment. Dit leidt tot
kleine zendingen en daardoor veel verkeer.
• Het winkelpubliek wil sfeervol winkelen en dichtbij parkeren. Maar parkeerplaatsen en
straatmeubilair vreten ruimte.
• Stadsbesturen willen de bebouwing in de binnensteden verdichten. Maar dan moet de stad
jarenlang op de schop, wat slecht is voor de omzet van bedrijven.
Ruimtegebrek in de stad
Concurrentie om ruimte is fel in de stad. Daarom zijn de huren en grondprijzen in de stad zo hoog.
Een bouwmarkt vind je niet zo snel in het centrum omdat de voorraad goederen veel ruimte in
beslag neemt. Ook kantoren van grote bedrijven hebben grotere ruimtebehoefte. Er werken veel
mensen, kiezen de bedrijven vaak voor een locatie met een goede bereikbaarheid.
Bereikbaarheid: de mate waarin je binnen korte tijd en zonder moeite kunt komen waar je wil.
Bij voorkeur vestigen ze zich in de buurt van een verkeersknooppunt: een punt waar vaak
meerdere (lucht, spoor, water of auto)wegen bij elkaar komen.
Een verkeersknooppunt wekt door de vestiging van kantoren en winkels vaak als een een
economische motor: er wordt veel geld verdiend en er is werkgelegenheid.
Op deze plek worden luxueuze appartementen complexen gebouwd. Zo ontstaan er nieuwe
centra, een eind verwijderd van het vroegere stadscentrum, maar met ongeveer hetzelfde aanbod.
De stad als verzorgingscentrum
Reikwijdte: de afstand die je maximaal wilt afleggen om gebruik te maken van een voorziening. De
reikwijdte is verschillend per hoogwaardige of laagwaardige voorzieningen.
Verzorgingsgebied: het gebied waar de mensen wonen die van die voorzieningen gebruik maken.
Naarmate een stad hoogwaardiger voorzieningen heeft, dus voorzieningen met een grote
reikwijdte, is het verzorgingsgebied van die stad groter.
De vestiging van een nieuwe hoogwaardige voorziening in een stad kan echter grote gevolgen
hebben.
Drempelwaarde: het minimum aantal klanten dat nodig is om rendabel te zijn. Met een Ikea naast
meubelzaken gaan die meubelzaken het moeilijk krijgen omdat die zaken hun drempelwaarde niet
meer halen.
De stad als economisch centrum
De kennisstad
Vroeger was grond de belangrijkste productiefactor. Later, grondstoffen, machines en arbeid de
productiefactoren. In onze tijd is de belangrijkste productiefactor het menselijk brein. In een
1
, kenniseconomie wordt veel geld geïnvesteerd in het bedenken van nieuwe technologie en nieuwe
producten.
Kenniseconomie: een economie waarbij de productie factoren arbeid en kapitaal sterk gericht zijn
op de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie.
Twee soorten kennis:
• ‘harde’ technologische kennis. Word gebruik in de industrie -> superlichte racefietsen.
• ‘zachte’ sociale kennis. Word gebruikt in de handel en dienstverlening -> kennis van het gedrag
van mensen en hun drijfveren.
In de kenniseconomie is de uitwisseling van allerlei kennis en informatie belangrijk.
Zakelijke dienstverlening: die bedrijven in de tertiaire (dienstverlenende) sector die allerlei diensten
aan het bedrijfsleven en de overheid bieden.
De creatieve stad
Tussen 1975 en 1990 was er crisis in de stad, leegloop van bedrijven. Dit leidde tot een verlies aan
werkgelegenheid in de stad. Bedrijven hebben de neiging om elkaar nabijheid op te zoeken. Dicht
bij elkaar -> makkelijk informatie, diensten en goederen uitwisselen.
Na jaren 90 werd stad weer aantrekkelijk, de creatieve mensen vestigden zich hier weer in de stad
en functioneerden als een motor voor economische ontwikkeling. Dit heeft twee oorzaken:
• De creatieven wonen graag in steden en geven relatief veel geld uit aan stedelijke
voorzieningen.
• De creatieven creëren een sfeer van succes, scoren en geld verdienen. Dat geeft andere
bedrijven gelegenheid daarvan te profiteren.
Daardoor werden sommige steden in jaren negentig van de vorige eeuw een creatieve stad: een
stad met een hoog aandeel werkenden in creatieve beroepen.
Stadsbesturen stimuleren om twee redenen dat bedrijven zich in de stad ernstigen:
werkgelegenheid en belastingopbrengsten.
Innovatieve bedrijven proberen zo veel mogelijk creatieve bedrijven aan te trekken. Dit kan op 2
manieren:
- Door luxe kantoorlocaties te bouwen, met uitstekende digitale infrastructurele verbindingen en
aantrekkelijke ontmoetingsmogelijkheden voor werknemers.
- Door oude industrieterreinen of in oude fabrieken experimentele en goedkope bedrijfsruimten
beschikbaar aan beginnende bedrijfjes te stellen. -> Ook wel broedplaatsen genoemd.
Werken
Duale arbeidsmarkt: de grote kloof tussen banen voor hoog en laagopgeleiden.
Problemen in de stad aanpakken
Stedelijke vernieuwing
Met steun van het Rijk voeden steden vanaf 1980 een beleid van stadsvernieuwing in. De kwaliteit
van de sociale huurwoningen werd verbeterd. Deels door renovatie: opknappen, en deels door
sanering: sloop en nieuwbouw.
Vanaf de jaren negentig wordt in de steden een beleid gevoerd van herstructurering. Bijv. slopen
van huizen. Hiervoor werden nieuwe huizen gebouwd.De openbare ruimte word ook aangepakt:
parken worden mooi gemaakt, straten en stoepen woerden bestraat.
Herstructurering vind overal plaats, ook in de naoorlogse wijken plaats, gebouwd tussen 1950 en
1970.
2