Ruimtelijke planning en stedenbouw Boekstof
Hoofdstuk 1 De toepassingsmogelijkheden van de economische geografie:
Kortst mogelijke vraag die een economisch geograaf zich stelt → wat gebeurt waar en waarom
gebeurt het daar?
Naast economische factoren zijn ook culturele, sociale, politieke en natuurlijke factoren van invloed
op de welvaartsverschillen in de wereld.
In de economische geografie staan twee vragen centraal:
1. Waarom vestigt een bedrijf zich in regio A en niet in regio B?
2. Waarom doet het ene land, regio of stad het economisch beter dan het andere?
1.1 De herontdekking van de economische geografie:
De Wereldbank hecht een groot belang aan de geografische factoren bij de verklaring van
economische verschillen tussen landen en gebieden.
De periode na de tweede wereldoorlog lag de geografische wetenschap in slecht daglicht →dit komt
doordat de nazi’s geografische theorieën hadden gebruikt om de gebiedsuitbreiding van het Duitse
rijk te plannen. Vanaf 1990 heeft de economische geografie de wind duidelijk weer in de zuilen.
De disciplinaire discussies tussen economen en geografen verloopt niet vlekkeloos. De economen
verwijten de geografen een gebrek aan algemene geldende theorie, geografen verwijten de
economen gebrek aan aandacht voor empirie en ervaring als bron van kennis.
Huntington beschouwde verschillen in klimaat als relevante verschillen in de omgevingsfactoren voor
producenten, en als gevolg daarvan voor gezamenlijke geleverde economische prestatie.
Huntington en Semple waren duidelijke representanten van het fysisch determinisme in de geografie,
dat ervan uit ging dat de natuur nauwelijks ruimte bood voor verschillen in menselijk handelen.
Regionaal beleid→ de overheid bracht werk naar mensen. Dit kon door middel van subsidies
beschikbaar te stellen voor het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid of het uitbreiden van bestaande
bedrijvigheid. Daarnaast werd de bereikbaarheid van de regio’s verbeterd. De geografie van de regio’s
werd aangepast om de economie en welvaart te stimuleren. De economische geografie kreeg
hiermee een toepassingsmogelijkheid in overheidsbeleid.
David Landes meent dat de geografie met haar nadruk op ongelijke verdeling van natuurlijke
hulpbronnen en beperkingen door het klimaat ten onrechte in de vergetelheid was geraakt.
Economisch geografen richten zich op de wijze waarop samenlevingen georganiseerd zijn
(rechtssystemen, onderwijs en ondernemersklimaat).
Zowel historie als economen hebben de herontwikkeling van de economische geografie in de hand
gewerkt.
Landen en regio’s doen er volgens Porter goed aan regionaal-economisch specialisaties als speerpunt
te nemen voor hun economische ontwikkeling.
1
,Richard Florida, productieactiviteiten worden vanuit de westerse wereld steeds vaker uitbesteed aan
lageloonlanden, hierdoor is de creativiteit volgens hem de belangrijkste motor geworden van de
economische groei.
De opkomst van het internet bracht O’Brien ertoe om een einde van de geografie te voorspellen.
Het statische verband tussen de breedtegraad en welvaart is in elk geval vele mate sterker dan die
tussen religie en welvaart dat is genoemd door veel andere onderzoekers, waar onder Max Weber.
Het klimaat en de ligging van het gebied zijn serieuze factoren bij het verklaren van verschillen maar
zeker niet allesbepalend.
1.2 Afstand en netwerken:
Volgens Crevoisier (1999) staan de economische geografie de homogeniserende benaderingen en de
particuliere benaderingen tegenover elkaar.
Homogeniserende benaderingen: waartoe de klassieke en neoklassieke theorie toe behoren, wil
koste wat het kost tot wetmatigheid komen en negeert historische en ruimtelijke afwijkingen van de
theorie.
Particuliere benaderingen: richt zich juist op de verklaring van het bijzondere en omarmt temporele
en geografische afwijkingen in de economie.
Crevoisier concludeert dat theorieën van econoom door de zeef van de geograaf en de historicus
moeten worden gehaald. De geschiedenis e de geografie geven aan hoe de economische theorie in
een specifieke context moet worden toegepast. → Letterlijke en domeingerichte economie.
Welvaartstaat gevoerde regionaal-economisch beleid: waarbij overheden door middel van
groeipolen, infrastructuur en subsidies probeerden economische groei actief te verdelen over hun
grondbeleid.
Tegenwoordig is ruimtelijk economisch beleid gedelegeerd naar lagere overheden zoals provincies en
gemeenten.
In tegenstelling tot wat O’Brien en Friedman denken heeft de komt van het internet volgens
Ghemawat het belang van afstand niet wezenlijk veranderd. Hij beperkt zich niet tot de fysieke
afstand, maar beperkt vier dementies: geografische, culturele, administratieve en economische
afstand.
Ghemawat concludeert dat als je problemen die deze vier vormen van afstand veroorzaken
meeneemt, globalisering van bedrijven ineens veel minder aantrekkelijk is dan wordt gedacht.
Ron Boschma (2005) stelt dat geografische afstand geen noodzakelijke noch voldoende voorwaarde is
voor economische vernieuwing (innovatie) en dat deze met name wordt bepaald door cognitieve en
organisatorische nabijheid.
Bij netwerken draait het om samenwerkingen tussen actoren. Zij werken samen om kosten te
besparen of om kennis uit te wisselen en nieuwe ideeën te brengen. Veel bedrijven richten zich op de
wensen van de consument. De moderne economische geografie houdt zich bezig met de vraag→ hoe
deze netwerken het gedrag van producenten en consumenten beïnvloeden. Belangrijke vervolgvraag
→ hoe en op welke wijze deze netwerken met elkaar kunnen worden georganiseerd.
2
, 1.3 bedrijf en omgeving:
De relatie tussen economie en geografie zijn van belang voor het bedrijfsleven. Beide wetenschappen
ontmoeten elkaar in de bedrijfskunde, het multidisciplinaire vakgebied dat zich bezighoudt met het
optimaliseren van bedrijfsprocessen.
→Dit door te kijken naar organisatie van het bedrijf en de omgeving waarin het bedrijf opereert.
De economische geografie ontmoet de bedrijfskunde in het laatste kerndoel: beide disciplines
bestuderen de factoren die de keuze voor een vestigingsplaats bepalen.
Nadat een bedrijf of dochteronderneming zich heeft gevestigd legt het verbindingen met de regionale
omgeving. Zoals zakelijke verbindingen, verbindingen met overheden en sociaal-culturele
verbindingen.
Elk bedrijf beziet de regionale omgeving vanuit eigen perspectief. Naast de schaal waarop relaties
spelen is ook de aard van de relatie van belang.
Hoe verscheiden de omgevingsfactoren zijn, in het algemeen worden ze minder lokaal en meer
mondiaal (over de hele wereld).
Friedman sluit met zijn ideeën over het huidige tijdperk aan bij de denkbeelden van Oostenrijkse
econoom Joseph Schumpeter, die voortdurende vernieuwing predikt: innovatie vervangt traditie.
De trend naar voortgaande mondialisering heeft geografische consequenties. Concurrentie vroeger
vooral eigen regio, en nu de rivalen over de hele wereld komen.
Door de afname van de transactiekosten door mondialisering, vindt tegenwoordig meer specialisatie
en fragmentatie van productie plaats.
In de bedrijfskunde heeft het begrip omgeving een bredere betekenis dan in de economische
geografie. Omgeving: staat voor alles wat buiten het bedrijf gebeurt en waar in de bedrijfsvoering
rekening mee moet worden gehouden.
In de economische geografie hebben de begrippen functioneel en ruimtelijk een beperkte betekenis,
het gaat hier om factoren die betrekking hebben op de plaatsbepaalheid van een economische
activiteit.
Productiemilieu: het geheel van externe condities dat van invloed is op zowel de beslissing om op
een bepaalde plaats een bedrijf te vestigen als op het functioneren van dat bedrijf daarna. (Definitie
heeft twee kenmerkende aspecten: locatiekeuze en regionale ontwikkeling).
Locatiekeuze Economie → vanuit de kosten en opbrengstenoogpunt.
De economische geografie kiest voor territionale invalshoek op verschillende schaalniveaus wordt
naar externe condities gekeken.
Micro Meso Macro
Vestigingsplaats Toegang tot Sociaal-economische omgeving
Beschikbare grond, uitstraling, De arbeidsmarkt, grondstoffen, Kapitaal, subsidies,
aanwezige voorzieningen, energie, markten, overheidsbeleid, belastingen
verkeerstechnische ontsluiting toeleveranciers en markten en technologie.
en kwaliteit van de omgeving
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phoebevanderheijden1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.72. You're not tied to anything after your purchase.