1. Veroudering van de bevolking
1.1Ontgroening en toename van de levensverwachting
Ontgroening: aandeel jongeren in bevolking ↓ jaar per jaar
Na WO2: tijdelijke stop geboortedaling → babyboom (’45-’65)
Midden jaren ’60: geboortecijfer ↓
o Onder andere door anticonceptiepil
Toename levensverwachting: verbeterde levensomstandigheden, betere gezondheidszorg, strijd tegen
besmettelijke ziekten, preventiecampagnes…
Kloof levensverwachting ♀ en ♂ verkleint door meer buitenshuis werken ♀
Vergrijzing: aandeel ouderen (+65) in bevolking ↑ jaar na jaar
Verzilvering: ↑ aandeel oudste ouderen (+80) binnen segment oudere bevolking
= ouder worden babyboom generatie → vergrijzing versnelt
Vanaf 2030 eerste boomers 85 jaar
Piek in 2040 → daarna vergrijzing stabieler
1.1.1 Ontgroening en vergrijzing visueel
Leeftijdspiramide: grafische weergave van de verdeling v/d bevolking naar geslacht en leeftijd
Vorm: belangrijke aanwijzingen over verleden en toekomst v/d bevolking
1881: veel jongeren
2025: typisch profiel verouderde bevolking
1.1.2 Nuances volgens regio
Brussels Hoofdstedelijk Gewest: groter % jongeren
➔ Multicultureel karakter: meer jonge mensen vanuit buitenland naar Brussel + meer kinderen in niet-
Belgische gezinnen
➔ Vergrijzing ↓, verzilvering ↑
o Meest ‘gekleurde’ vergrijzing (Frankrijk, Italië, Marokko, Spanje en Turkije)
➔ Hoogste aandeel 80-plussers België
Gevolg VPK: ↑ handelen in multiculturele zorgcontext
Waals Gewest: dichter bij nationaal gemiddelde
,Vlaams Gewest: meer uitgesproken vergrijzing
- Kust: sterke vergrijzing → pensioenmigranten (ouderen die na pensionering oorspronkelijke woonplaats
verlaten voor Belgische kust)
o Uitdagingen zorg, welzijn en leeftijdsvriendelijke omgeving kustgemeenten:
▪ Minimaal sociaal netwerk pensioenmigranten
▪ Nood leeftijdsvriendelijke woonomgevingen
▪ Hoge druk thuisverpleging en WZC
▪ Hoge vraag werknemers maar ↓ beroepsactieve bevolking W-Vlaanderen
1.2 Uitdagingen voor de VPK praktijk
1. Noodzaak tot herziening van de zorg aan ouderen: de oudere van de toekomst
Babyboomers: meer geïnformeerd, mondiger en dus kritischer
- Wensen aangesproken te worden op wat ze nog kunnen
- Willen duidelijke info en controle over hun zorgverlening
- Willen actief blijven in samenleving
Als VPK:
➔ Vraaggerichte zorg i.p.v. aanbodgestuurd
2. Focus op gezond en actief ouder worden
Betere gezondheid en gezondheidsverlies beperken
Preventie: belangrijk bij voorkomen van ziekte, complicaties en vroegtijdige sterfte
Behoud kwaliteit leven: zelfredzaamheid en eigen regie ouderen ondersteunen
Als VPK:
➔ Ouderen informeren en sensibiliseren over meerwaarde gezonde levensstijl
3. Toename chronische aandoeningen
Vnl. dementie, hart- en vaatziekten en kanker
Chronische aandoeningen: langdurige ziekten met meestal langzame progressie, vaak blijvende impact op leven
Prevalentie multimorbiditeit ↑: 2 of meer chronische ziekten tegelijk
➔ Complexe zorgsituaties: bijzondere aandacht en verpleegkundig management
4. Toename zorgvraag
Door snellere diagnoses en langer leven
Chronische aandoeningen en acute aandoeningen impact op dagelijkse leven:
- Beperkingen bij (instrumentele) activiteiten dagelijks leven
o ADL: zelfredzaamheid in eigen leefomgeving
o IADL: complexere activiteiten waar ook planning voor nodig zijn
Als VPK:
➔ Kennis en inlevingsvermogen → symptomen v ziekten en potentiële complicatie tijdig signaleren,
beoordelen en behandelen
5. Toename aantal personen met dementie
= verzamelnaam voor aandoeningen waarbij meerdere stoornissen in het cognitieve functioneren samen optreden
➔ Geheugen, leervermogen, taalgebruik en kunnen begrijpen en uitvoeren van complexe en dagelijkse
handelingen
➔ Chronisch en progressief
Risicofactoren:
- Leeftijd en geslacht
- Preventie en gezonde leefstijl kunnen + invloed hebben
Als VPK:
➔ Inzicht in aandoening en hanteren belevingsgerichte benadering in ≠ stadia
➔ Evidence-based VPK management van gedrags- en psychologische symptomen
, 6. Druk op informele zorgverleners
Informele HV vaak middenleeftijd, zorg aan (schoon-)ouder tijdens vol- of deeltijdswerken
Informele zorg = alle zorg en ondersteuning waar je niet voor betaalt en niet door een professional verricht
➔ Zelfzorg, mantelzorg, occasionele burenhulp, georganiseerd vrijwilligerswerk
Familiale zorgindex = hoeveel 80-plussers staan t.o.v. bevolkingsgroep 50-59 jaar die geacht kunnen worden in te
staan voor informele zorgverlening
➔ Zal vanaf 2025 sterk ↑
➔ = naar verhouding meer zorgbehoevende ouderen dan potentieel zorgverlenende vijftigers
Mantelzorgers: 4/10 gevallen door iemand die inwoont
➔ ≠ boodschappen, gezelschap houden, hulp verplaatsingen, financiën…
➔ Nemen meer taken op naarmate ze ouder worden → persoon voor wie ze zorgen meer en meer
zorgbehoevend
➔ Meeste: ondersteund door thuiszorg
➔ ↑ risico op overbelasting en uitputting
➔ Partners zorgbehoevende ouderen: fysieke capaciteit ↓ en risico eigen gezondheidsproblemen ↑
➔ Kans op sociaal isolement en vereenzaming
Factoren die beschikbaarheid mantelzorg negatief beïnvloeden:
- Lage geboortecijfers
- Grotere participatie arbeidsmarkt + verhoging pensioenleeftijd
- Toegenomen mobiliteit → fysieke afstanden tussen familieleden groter
Als VPK:
➔ Partnerschap aangaan met mantelzorgers
➔ Hebben essentiële info over functioneren, persoonlijk voorkeuren… van ZO
7. Druk op professionele zorgverleners
Grote uitstroom ouder wordende VPK en vervroegde uittreders/deeltijdsen → personeelsschaarste
Professionele zorg = hulpverleners die vanuit opleiding of vorming bezighouden met specifieke hulpvragen en
daarvoor vergoed worden
Dreigende arbeidskrapte opvangen
➔ Jongeren warm maken voor keuze zorgberoep
➔ Alternatieve zorgconcepten:
o Taakherschikking
o Beperken administratieve belasting
o Focus op preventie
o Technologie ter ondersteuning van de zorg
o Innovatieve organisatie- en beheermodellen (Tubbe)
o Vlaamse overheid project: innovatieve arbeidsorganisatie in de woonzorgcentra als hefboom voor
betere zorg en zinvol en werkbaar werk
1.3 Profiel van de oudere zorgontvangers
1.3.1 In de thuisomgeving
Ageing in place = ouder worden in vertrouwde omgeving (woning, buurt)
➔ Meeste woningen en omgevingen niet aangepast
➔ Nood levensloopbestendige woningen en buurten
Levenloopbestendige woningen: kunnen vlot aangepast w aan veranderende noden ouder wordende bewoner
➔ Rekening houdend met gekende en onbekende toekomstige noden