Student informatie Epicondylitis lateralis
Naam: Dhr. N. leeftijd: 58 jaar,
Diagnose: Epicondylitis lateralis
Meneer werkt al bijna 40 jaar voor een bedrijf dat CV’s e.d. installeert. Hij heeft al
geruime tijd last van de linker elleboog, de klachten nemen alleen maar toe.
Epicondylitis lateralis
De pees vormt de elastische schakel tussen de spier en het bot. Nadat een pees gerekt is, valt hij als
een elastiek terug in zijn oude toestand. Daarbij komt 95% van de gebruikte energie terug als
mechanische activiteit, terwijl de rest wordt omgezet in warmte. De temperatuur binnen in een pees
kan oplopen tot boven het niveau waarbij fibroblasten kunnen overleven. Dat heeft weefselschade tot
gevolg: celdood of schade in de collageenvezels en toename van de tussenstof. Er is echter een
schaarste aan ontstekingscellen. Het is daarom beter om te spreken van tendinopathie of tendinose in
plaats van tendinitis.
Behandeling: Uitleg, rust en advies om de onderarm zo veel mogelijk in supinatie te belasten en niet in
pronatie. Een lokale bandage iets distaal van de laterale epicondylus kan symptomatische verlichting
geven doordat contractie van de musculatuur en daarmee rek op de insertie wordt verminderd. Lokale
injecties met corticosteroïden hebben vaak een goed effect op de pijnklachten. In therapieresistente
gevallen kan worden overgegaan tot operatieve behandeling, waarbij de origo van de pols- en
vingerextensoren wordt losgemaakt van de laterale epicondylus. Het natuurlijk beloop is goedaardig:
de meeste patiënten zullen na twee jaar geen klachten meer hebben.
Een tenniselleboog is een aandoening die ontstaat door chronische overbelasting bij de origo van de
extensoren van pols en hand op de laterale epicondylus van de elleboog (enthesopathie).
Microscopisch laat de oorsprong van de m. extensor carpi radialis brevis soms een abnormale
vaatproliferatie en focale hyaliene degeneratie zien.
De oorzaak van een epicondylitis is overbelasting van de pezen/spieren van de strekkers (extensoren)
van de onderarm. Dit kan gebeuren door langdurige overbelasting waarbij de spier langdurig teveel
belast wordt (Dit komt vaak voor bij beeldschermwerk door het langdurig aanspannen bij het 'muizen'
en typen) of een snelle, korte overbelasting (Bijvoorbeeld met een slag van een tennisracket). Het is
dus noodzaak om deze overbelasting te veranderen in een 'normale' belasting.
Voorkomen: Meestal tussen het 40e en 50e levensjaar; er is een verband met arbeidsactiviteiten en
soms met sportactiviteiten.
Diagnostiek: Er is lokale drukpijn op de laterale epicondylus. Men kan een provocatietest uitvoeren
door de elleboog ten extenderen en de onderarm te proneren. Een andere mogelijkheid is de pols te
flecteren en daarna met tegendruk de pols te laten extenderen. Hierbij worden de extensoren van pols
en hand aangespannen, die hun origo hebben aan de laterale epicondylus.
Behandeling: Uitleg, rust en advies om de onderarm zo veel mogelijk in supinatie te belasten en niet in
pronatie. Een lokale bandage iets distaal van de laterale epicondylus kan symptomatische verlichting
geven doordat contractie van de musculatuur en daarmee rek op de insertie wordt verminderd. Lokale
injecties met corticosteroïden hebben vaak een goed effect op de pijnklachten. In therapieresistente
gevallen kan worden overgegaan tot operatieve behandeling, waarbij de origo van de pols- en
vingerextensoren wordt losgemaakt van de laterale epicondylus. Het natuurlijk beloop is goedaardig:
de meeste patiënten zullen na twee jaar geen klachten meer hebben.
, Ellebooggewricht
Flexie 150°
Extensie 10°
Pronatie 90°
Supinatie 90°
Humero-ulnaire gewricht
Loose packed position: 70° flexie, 10° supinatie;
Close packed position: extensie met supinatie;
Kapselpatroon: flexie, extensie.
Humeroradiale gewricht
Loose packed position: volledige extensie en volledige supinatie;
Close packed position: 90° flexie en 5° supinatie;
Kapselpatroon: flexie, extensie, supinatie, pronatie.
Radio-ulnaire gewricht
Loose packed position: 35° supinatie, 70° flexie;
Close packed position: 5° supinatie;
Kapselpatroon: gelijke beperking van supinatie en pronatie.
ELLEBOOGMUSCULATUUR
Flexie M. Biceps brachii
M. Brachialis
M. Brachioradialis
M. Pronator teres
Extensie M. Triceps brachii
M. Anconeus
Pronatie M. Pronator teres
M. Pronator quadratus
Supinatie M. Supinator
M. Biceps brachii
POLSMUSCULATUUR
Flexie M. Flexor carpi ulnaris
M. Flexor carpi radialis
M. Palmaris longus
M. Flexor digitorum superficialis
M. Flexor digitorum profundus
M. Flexor pollicis longus
Extensie M. Extensor carpi radialis longus
M. Extensor carpi radialis brevis
M. Extensor carpi ulnaris
M. Extensor digitorum
M. Extensor indicis
M. Extensor digiti minimi
M. Extensor pollicis longus
M. Extensor pollicis brevis
Ulnairabductie M. Flexor carpi ulnaris
M. Extensor carpi ulnaris
Radiaalabductie M. Flexor carpi radialis
M. Extensor carpi radialis longus
M. Extensor carpi radialis brevis
M. Abductor pollicis longus
M. Extensor pollicis longus