Scheikunde hoofdstuk 2 havo 4
-Atoommodel van Rutherford
Vroeg werd er gedacht dat het atoom een massief ondeelbaar bolletjes was. Rutherford (de
professor) heeft een experiment gedaan. Daaruit blijkt dat in de atoomkern positief geladen deeltjes
zitten en buiten de atoomkern zijn er negatieve deeltje die noem je elektronen. Later zijn ze erachter
gekomen dat de atoomkern uit 2 verschillende deeltjes bestaat = protonen en neutronen.
-Isotopen
Isotopen = zijn atomen met hetzelfde aantal protonen, maar een verschillend aantal neutronen. Je
kan dat op 2 manieren weergeven.
• Cu-63 (=koper met een massagetal van 63) of Cu-65 (koper met een massagetal van 65).
• Rechts boven het massagetal links onder het atoomnummer en daarna het soort atoom.
-Atoommodel van Bohr
Het model van Bohr is wat specifieker dan het model van Rutherford. Bohr geef namelijk duidelijker
aan waar de elektronen zich bevinden.
De elektronen bevinden zich in bolvormingen banen om de atoomkern die bolvormingen banen
noem je elektronenschillen. Daar is een volgorde voor. Die staat hier onder
Schil K L M N O P Q
Hoeveelheid van de schil 1 2 3 4 5 6 7
Maximale verdeling 2 8 18 32 32 32 32
-Ionen
Tijdens een chemische reactie veranderen de elektronenwolk (!!LET OP!! De atoomkern kan nooit
veranderen). Het atoom heeft dan een positieve of negatief lading.
Positieve ionen
Als een atoom elektronen (negatief) afstaat. Is de positieve lading groter. Zo een atoom met een
positieve lading noem je een positief ion.
Negatieve ionen
Als een atoom elektronen (negatief) opneemt. Is de positieve lading kleiner. Zo een atoom met een
negatieve lading noem je een negatief ion.
SCHEIKUNDE HOOFDSTUK 2 HAVO 4 ALISHA ADITI MOHAN
-Atoommodel van Rutherford
Vroeg werd er gedacht dat het atoom een massief ondeelbaar bolletjes was. Rutherford (de
professor) heeft een experiment gedaan. Daaruit blijkt dat in de atoomkern positief geladen deeltjes
zitten en buiten de atoomkern zijn er negatieve deeltje die noem je elektronen. Later zijn ze erachter
gekomen dat de atoomkern uit 2 verschillende deeltjes bestaat = protonen en neutronen.
-Isotopen
Isotopen = zijn atomen met hetzelfde aantal protonen, maar een verschillend aantal neutronen. Je
kan dat op 2 manieren weergeven.
• Cu-63 (=koper met een massagetal van 63) of Cu-65 (koper met een massagetal van 65).
• Rechts boven het massagetal links onder het atoomnummer en daarna het soort atoom.
-Atoommodel van Bohr
Het model van Bohr is wat specifieker dan het model van Rutherford. Bohr geef namelijk duidelijker
aan waar de elektronen zich bevinden.
De elektronen bevinden zich in bolvormingen banen om de atoomkern die bolvormingen banen
noem je elektronenschillen. Daar is een volgorde voor. Die staat hier onder
Schil K L M N O P Q
Hoeveelheid van de schil 1 2 3 4 5 6 7
Maximale verdeling 2 8 18 32 32 32 32
-Ionen
Tijdens een chemische reactie veranderen de elektronenwolk (!!LET OP!! De atoomkern kan nooit
veranderen). Het atoom heeft dan een positieve of negatief lading.
Positieve ionen
Als een atoom elektronen (negatief) afstaat. Is de positieve lading groter. Zo een atoom met een
positieve lading noem je een positief ion.
Negatieve ionen
Als een atoom elektronen (negatief) opneemt. Is de positieve lading kleiner. Zo een atoom met een
negatieve lading noem je een negatief ion.
SCHEIKUNDE HOOFDSTUK 2 HAVO 4 ALISHA ADITI MOHAN