6.1 Zuur en basisch
Een zure oplossing bevat oxoniumionen
Een basische oplossing bevat hydroxyde ionen
Bij een zuur-basereactie is er protonenoverdracht
Een zuur kan H+-deeltjes afstaan
Een base kan H+-deeltjes opnemen
Er bestaan organische en anorganische zuren en basen
Het zuurrestion van een alkaanzuur = alkanoaation
6.2 De pH-schaal
Kw = [H3O+ + OH-] = 1,0∙10-14
pH + pOH = 14
In een zure oplossing geldt: [H3O+ ]>[OH-] en pH < 7
In een neutrale oplossing geldt: [H3O+ ]=[OH-] en pH = 7
In een basische oplossing geldt: [H3O+ ]>[OH-] en pH > 7
Een indicator verandert van kleur bij een bepaalde pH-waarde
6.3 Sterk en zwak
Een sterk zuur:
o Hierbij hoort een zeer zwakke geconjugeerde base
o Ioniseert volledig in water
Een zwak zuur:
o Hierbij hoort een zwakke geconjugeerde base
o Ioniseert deels in water
Een zeer zwak zuur:
o Hierbij hoort een sterke geconjugeerde base
o Ioniseert niet in water’
6.4 Evenwichten bij zwakke zuren en basen
De evenwichtsconstante van een zwak zuur in water heet de K z
De evenwichtsconstante van een zwakke base in water heet de K b
In de Kz en Kb is de [H2O] verwerkt. Deze staat niet in de evenwichtsvoorwaarde.
Voor een geconjugeerd zuur-basepaar geldt: Kz x Kb = 1,0∙10-14 (T=298K)
6.5 Bijzondere zuren en basen
Sommige metaalionen reageren als zuur in opgeloste toestant.
Zouten bevatten vaak negatieve ionen die als base kunnen optreden.
Er zijn eenwaardige en meerwaardige zuren en basen.
In stabiele zuren vallen uiteen als ze gevormd worden.
Amfolyten kunnen zowel als zuur en als base reageren.
6.6 Zuur-basereacties opstellen
Het sterkste zuur reageert altijd met de sterkste base.
Een zuur-basereactie is aflopend wanneer een van de reactanten een sterk zuur / base is.
Als zowel het reagerende zuur als de reagerende base zwak is, betreft het een evenwichtsreactie.
Het evenwicht ligt altijd aan de kadnt van de zwakste zuren en basen.
, 6.1 Zuur en basisch
De zuurgraad van oplossingen hangt af van de hoeveelheid aanwezige H3O+-deeltjes, oftewel de
concentratie H3O+-deeltjes: hoe hoger, hoe zuurder. De pH-waarde is hier een maat voor.
- Hoe hoger de concentratie H3O+-deeltjes, hoe lager de pH-waarde.
- Hoe komen die H3O+-deeltjes in de oplossing? Ontstaan als water reageert met een zuur.
Zuren
Zuur = Een stof die een proton (H+-deeltje) af kan staan aan een ander deeltje. Wordt deze afgestaan
aan een watermolecuul, dan krijg je een oxoniumion (H3O+)!
Algemene reactievergelijking zuur + water: HZ + H2O Z- + H3O+
Zuurrestion = wat overblijft van het H+
deeltje dat een proton heeft afgegeven.
Zuurrestion van een alkaanzuur (ethaanzuur) = alkanoaation (ethanoaation)
Er bestaan dus organische en anorganische zuren. Anorganische zuren = anorganische verbindingen die
per molecuul 1 of meerdere H+-deeltjes kunnen afstaan. Er vormen zich dan negatieve ionen.
- Vb: salpeterzuur (HNO3) HNO3 (aq) + H2O (l) H3O+ (aq) + NO3- (aq)
Basen
Base = Een stof die een proton (H+-deeltje) op kan nemen. Als deze oplost in water, zal er een proton door
de base van het watermolecuul worden opgenomen. Dan krijg je een hydroxide-ion (OH-)!
Algemene reactievergelijking base + water: B- + H2O HB + OH-
H+
Er bestaan organische basen: koolstofverbindingen die een aminegroep (-NH 2) bevatten. Als een
organische base oplost in water, kan de aminegroep een H +-deeltje opnemen van een watermolecuul.
- Vb: methaanamine (CH3 NH2) CH3 NH2 + H2O ↔ CH3 NH3+ (aq) + OH- (aq)
Er bestaan ook anorganische basen: vaak negatieve ionen, zoals carbonaation (CO32-). Wanneer een
base met een zuur reageert, worden er H+-deeltjes overgedragen van het zuur naar de base.
Belangrijke
Zuren
Belangrijke
Basen