Samenvatting Leerstof bedrijfskunde jaar 1 periode 3 & 4

Waarom kennis nodig van (bedrijfs)processen binnen de opleiding Mens & Techniek?

1. Voorbeeld Zora
Analyseren waarom iets niet gebruikt wordt, aanpassingen binnen een proces zodat de technologie
wel gebruikt wordt.

2. Competentie Analyseren en Onderzoeken
Kerntaak 10
‘aanpassen van werkprocessen in de zorg op basis van een analyse van de gebruikersvraag,
bestaande werkmethodieken en nieuwe ontwikkelingen’

Aan het einde van je opleiding moet je in staat zijn o.a. deze kerntaken uit te kunnen voeren, daar
heb je inzicht in processen en financiële informatie voor nodig.

Kosten
Zorg is nu al duur, met zorgtechnologie kosten drukken en processen versimpelen

Waarom is de kostprijs een belangrijk onderwerp in de bedrijfsvoering van een bedrijf?
Prijs van grondstoffen en arbeidskosten
Winst maken en geen verlies draaien

Waarom zijn kosten een belangrijk onderwerp in de bedrijfsvoering van een bedrijf?
Een bedrijf kan dan zorgen dat er winst wordt gedraaid
Sturingselement

Financiële informatie
• Beïnvloedbare kosten
• Andere arbeidskracht (goedkoper)
• Grondstof kosten (meer inkopen, mindere kwaliteit)
• Niet-beïnvloedbare kosten
• Invoer kosten
• Omzetafhankelijke kosten
• Omzet = prijs x hoeveelheid
• Niet-omzetafhankelijke kosten
• Energierekening, huur
Begrippen:
Opbrengsten: verkregen waarde van ontvangen middelen
Afzet: Hoeveelheid verkochte producten

Omzet: Opbrengst verkopen

Afzet * verkoopprijs

Kostprijs verkopen: Kosten van de omzet

Inkoopwaarde (bij handel)

Afzet * kostprijs

,Kostenindelingen
Reageren de kosten (worden ze lager of hoger) op een verandering in de omzet?
 vaste- en variabele kosten
Zijn bepaalde kosten al dan niet rechtstreeks toe te rekenen aan een bepaald product of dienst?
 Directe kosten, direct verband met proces
 Indirecte kosten, administratief medewerker
 directe- en indirecte kosten
Kosten die verband houden met de waardedaling van duurzame productiemiddelen.
Afschrijvingskosten, minder waard worden van producten
 afschrijvingskosten

 Variabele kosten, verandert met de hoeveelheid die gemaakt wordt. Reageren op verandering




VK = variabele kosten
Q = aantal
V = kosten
 Vaste kosten, huur




 Gemengde kosten vast en variabel

, • integrale kostprijsberekening
• het totaal van vaste en variabele kosten per eenheid product.




KP = v + (C/Q)

 Directe Kosten
o Er is een oorzakelijk verband tussen het ontstaan van de kosten en het product
 Indirecte kosten
o Er is geen oorzakelijk verband tussen het ontstaan van de kosten en het product
 Afschrijvingskosten van duurzame productiemiddelen (DPM)