Innovation, Organization and
Entrepeneurship
Hoorcolleges
2017
, HC1
Introductie
De cursus in grote lijnen
Het uiteindelijke cijfer bestaat uit:
• 80% Tentamen (25 oktober 2017)
o 40 mc vragen
o 2 open vragen
• 20% Groepswerk
o 3 cases (tijdens labs)
Het gemiddelde van beide onderdelen moet ≥ 5,5
2
, HC1a
The innovation environment
Papers:
Abernathy,W. and Utterback, J. (1978), Patterns of industrial innovation, Technology Review,
June/July, pp. 41-47.
Tushman, M. and Anderson, Ph. (1986), Technological discontinuities and organizational
environments, Administrative Science Quarterly, Vol. 31-3, pp. 439-465.
Firm survival
Minder dan 0,1% van de bedrijven die ontstaan in de VS behalen een leeftijd van 40 jaar. Voor
bedrijven die bijvoorbeeld ontstaan zijn in 1976 geldt dat 10% het tien jaar overleefde en slechts
2,5% voor 20 jaar bleef bestaan. Gemiddelde bedrijven overleven dus minder lang dan gewone
mensen, maar waarom?
Een aantal eigenschappen die bedrijven met een lange levensduur hebben zijn:
• Financiële middelen;
• Sociaal kapitaal (een netwerk);
• Human capital;
• Omvang (grote bedrijven hebben grotere cashflows).
Wat ontbreekt is dat bedrijven zich uiteindelijk niet kunnen aanpassen aan hun omgeving. Alleen
door adaptation of the environment kunnen bedrijven op lange termijn overleven. Dus op puur
geluk na kunnen bedrijven alleen overleven als ze kunnen innoveren. Innovatie wordt gedefinieerd
als een vernieuwde combinatie van kennis en resources. Maar, wat voor bedrijf A nieuw is, hoeft voor
bedrijf B niet nieuw te zijn. Bovendien hoeft innovatie niet per definitie positief te zijn.
Er bestaan twee manieren waarop bedrijven kunnen innoveren:
• Product innovations: aanpassingen in hetgeen dat het bedrijf verkoopt.
o In goods
o In services
• Process innovations: aanpassingen in de manier waarop het product/dienst tot stand komt.
o Technological
o Organizational
Een voorbeeld van innovatie is reverse outsourcing: als er nu geïnvesteerd wordt in nieuwe
technologie hoeft de productie later niet verplaats te worden naar een land waar dit goedkoper is.
De resultaten van innovaties kunnen
overzichtelijk weergegeven worden in de
innovation matrix:
Het is belangrijk om het onderscheid
tussen improvement en renewal te
kennen. Zie volgende pagina.
3
, Improvement/incremental (verbetering/toevoegend)
Improvement is evolutionair (ontwikkelend). De elementen van het productieproces blijven
hetzelfde, maar worden op een andere manier gebruikt om het resultaat te verbeteren. Dit dient als
1e keus oplossingen: er is altijd een manier om te verbeteren. Kenmerken:
• Preventive; correctable
• Focus: efficiëntie verbeteren (door operation management)
• Dominante rol van planning en controle
Gevolgen: improvement is een bron van financiële inkomsten op korte termijn. Het biedt echter geen
garantie voor overleving op de lange termijn.
Antecedenten van improvement: voice of customer, outside in, market pull, marketing.
Renewal/radical (vernieuwing/radicaal)
Renewal is revolutionair (vernieuwend). De elementen (of een gedeelte) van het productieproces
worden veranderd om het resultaat te verbeteren. Dit dient als tweede keus oplossing: wanneer er
crisis is moet er vaak eerst vernieuwd worden om te kunnen verbeteren. Kenmerken:
• Destructive: er is geen weg terug
• Focus: management of opportunities
• Creativiteit en entrepeneurship (ondernemerschap)
Gevolgen: renewal brengt kosten met zich mee op de korte termijn, maar is noodzakelijk voor de
overlevingskansen op de lange termijn.
Antecedenten van renewal: technological opportunities, inside out, technology push, R&D.
An evolutionary pattern of innovation, Abernathy and Utterback, 1978
4
Entrepeneurship
Hoorcolleges
2017
, HC1
Introductie
De cursus in grote lijnen
Het uiteindelijke cijfer bestaat uit:
• 80% Tentamen (25 oktober 2017)
o 40 mc vragen
o 2 open vragen
• 20% Groepswerk
o 3 cases (tijdens labs)
Het gemiddelde van beide onderdelen moet ≥ 5,5
2
, HC1a
The innovation environment
Papers:
Abernathy,W. and Utterback, J. (1978), Patterns of industrial innovation, Technology Review,
June/July, pp. 41-47.
Tushman, M. and Anderson, Ph. (1986), Technological discontinuities and organizational
environments, Administrative Science Quarterly, Vol. 31-3, pp. 439-465.
Firm survival
Minder dan 0,1% van de bedrijven die ontstaan in de VS behalen een leeftijd van 40 jaar. Voor
bedrijven die bijvoorbeeld ontstaan zijn in 1976 geldt dat 10% het tien jaar overleefde en slechts
2,5% voor 20 jaar bleef bestaan. Gemiddelde bedrijven overleven dus minder lang dan gewone
mensen, maar waarom?
Een aantal eigenschappen die bedrijven met een lange levensduur hebben zijn:
• Financiële middelen;
• Sociaal kapitaal (een netwerk);
• Human capital;
• Omvang (grote bedrijven hebben grotere cashflows).
Wat ontbreekt is dat bedrijven zich uiteindelijk niet kunnen aanpassen aan hun omgeving. Alleen
door adaptation of the environment kunnen bedrijven op lange termijn overleven. Dus op puur
geluk na kunnen bedrijven alleen overleven als ze kunnen innoveren. Innovatie wordt gedefinieerd
als een vernieuwde combinatie van kennis en resources. Maar, wat voor bedrijf A nieuw is, hoeft voor
bedrijf B niet nieuw te zijn. Bovendien hoeft innovatie niet per definitie positief te zijn.
Er bestaan twee manieren waarop bedrijven kunnen innoveren:
• Product innovations: aanpassingen in hetgeen dat het bedrijf verkoopt.
o In goods
o In services
• Process innovations: aanpassingen in de manier waarop het product/dienst tot stand komt.
o Technological
o Organizational
Een voorbeeld van innovatie is reverse outsourcing: als er nu geïnvesteerd wordt in nieuwe
technologie hoeft de productie later niet verplaats te worden naar een land waar dit goedkoper is.
De resultaten van innovaties kunnen
overzichtelijk weergegeven worden in de
innovation matrix:
Het is belangrijk om het onderscheid
tussen improvement en renewal te
kennen. Zie volgende pagina.
3
, Improvement/incremental (verbetering/toevoegend)
Improvement is evolutionair (ontwikkelend). De elementen van het productieproces blijven
hetzelfde, maar worden op een andere manier gebruikt om het resultaat te verbeteren. Dit dient als
1e keus oplossingen: er is altijd een manier om te verbeteren. Kenmerken:
• Preventive; correctable
• Focus: efficiëntie verbeteren (door operation management)
• Dominante rol van planning en controle
Gevolgen: improvement is een bron van financiële inkomsten op korte termijn. Het biedt echter geen
garantie voor overleving op de lange termijn.
Antecedenten van improvement: voice of customer, outside in, market pull, marketing.
Renewal/radical (vernieuwing/radicaal)
Renewal is revolutionair (vernieuwend). De elementen (of een gedeelte) van het productieproces
worden veranderd om het resultaat te verbeteren. Dit dient als tweede keus oplossing: wanneer er
crisis is moet er vaak eerst vernieuwd worden om te kunnen verbeteren. Kenmerken:
• Destructive: er is geen weg terug
• Focus: management of opportunities
• Creativiteit en entrepeneurship (ondernemerschap)
Gevolgen: renewal brengt kosten met zich mee op de korte termijn, maar is noodzakelijk voor de
overlevingskansen op de lange termijn.
Antecedenten van renewal: technological opportunities, inside out, technology push, R&D.
An evolutionary pattern of innovation, Abernathy and Utterback, 1978
4
