Medische en tandheelkundige vakkennis 1: Biochemie
H 6 Koolhydraten en sachariden
Aantekeningen college + samenvatting:
6.1 Inleiding
Koolhydraten zijn koolstofverbindingen met een ketongroep (C=O) of aldehydegroep (O=C-H),
met veel hydroxylgroepen → hierdoor goed oplosbaar in water.
Omdat veel koolhydraten zoet van smaak zijn worden ze sachariden genoemd. (suikers)
Belangrijk bestanddeel in voeding (ca. 50%), maar laag gehalte in het lichaam → koolhydraten
worden omgezet in andere verbindingen + verbruikt als energie.
6.2 Functie van koolhydraten
Koolhydraten worden gebruikt voor:
1. Energie leverantie.
2. Bouwstof; cellulose, bindweefsel.
3. Onderdeel van glycoproteïnen, glycolipiden en nucleïnezuren. (signaalfunctie)
6.3 Indeling
Een monosachariden is de kleinste eenheid van een koolhydraat en wordt gekarakteriseerd door het
aantal C-atomen.
Aantal C-atomen Naamgeving
3 triosen
5 pentosen
6 hexosen
Koolhydraten worden ingedeeld afhankelijk van het aantal suikermoleculen:
1. Monosachariden; enkelvoudige suikers.
2. Disachariden; bestaand uit twee monosachariden.
3. Polysachariden; opgebouwd uit meerdere monosachariden.
6.4 Glucose en afgeleide polysachariden
• Glucose: belangrijkste monosacharide (C6H12O6) !!!
– Vorming van andere hexosen
– Belangrijkste energiebron
– Bouwsteen meeste polysachariden
Structuur kan op twee manieren worden weergeven; lineair en ringstructuur.
Glycosidische binding is een binding tussen twee monosachariden die ontstaat onder afsplitsing van
water. De binding wordt gevormd door een zuurstof- atoom.
Bij de reactie komt water vrij, glycosidering is dus een condensatie reactie.
H 6 Koolhydraten en sachariden
Aantekeningen college + samenvatting:
6.1 Inleiding
Koolhydraten zijn koolstofverbindingen met een ketongroep (C=O) of aldehydegroep (O=C-H),
met veel hydroxylgroepen → hierdoor goed oplosbaar in water.
Omdat veel koolhydraten zoet van smaak zijn worden ze sachariden genoemd. (suikers)
Belangrijk bestanddeel in voeding (ca. 50%), maar laag gehalte in het lichaam → koolhydraten
worden omgezet in andere verbindingen + verbruikt als energie.
6.2 Functie van koolhydraten
Koolhydraten worden gebruikt voor:
1. Energie leverantie.
2. Bouwstof; cellulose, bindweefsel.
3. Onderdeel van glycoproteïnen, glycolipiden en nucleïnezuren. (signaalfunctie)
6.3 Indeling
Een monosachariden is de kleinste eenheid van een koolhydraat en wordt gekarakteriseerd door het
aantal C-atomen.
Aantal C-atomen Naamgeving
3 triosen
5 pentosen
6 hexosen
Koolhydraten worden ingedeeld afhankelijk van het aantal suikermoleculen:
1. Monosachariden; enkelvoudige suikers.
2. Disachariden; bestaand uit twee monosachariden.
3. Polysachariden; opgebouwd uit meerdere monosachariden.
6.4 Glucose en afgeleide polysachariden
• Glucose: belangrijkste monosacharide (C6H12O6) !!!
– Vorming van andere hexosen
– Belangrijkste energiebron
– Bouwsteen meeste polysachariden
Structuur kan op twee manieren worden weergeven; lineair en ringstructuur.
Glycosidische binding is een binding tussen twee monosachariden die ontstaat onder afsplitsing van
water. De binding wordt gevormd door een zuurstof- atoom.
Bij de reactie komt water vrij, glycosidering is dus een condensatie reactie.