Kern A/C, F5
Kern 1A – Wijk- en buurtgericht werken in de GGZ.
Kern 1C – Kennismaking met Motiverende gespreksvoering.
1. Legt de essentie van MGV uit.
Bij MGV ga je op zoek naar de veranderwens van de gesprekspartner. Daarbij
onderzoek je eerst waardoor deze verandering nog belemmerd wordt.
De 4 principes zijn:
- Wrijving: Beweeg mee, respect voor individu. Tegenzin en ambivalentie
worden erkend.
- Empathie: Reflectief luisteren, zonder oordeel, kritiek of beschuldiging.
- Effectiviteit: Geloof in verandering, zelfvertrouwen van patiënt.
- Discrepantie (Afwijking) ontwikkelen of versterken: Verandering wordt
gemotiveerd als er discrepantie is tussen huidig gedrag en belangrijke doelen
of waarden.
MGV is zacht op de relatie tussen zorgprofessional en patiënt en hard op de inhoud
(Met focus op belangrijke zaken of veranderingen).
2. Legt de begrippen volgen, gidsen en sturen uit, in relatie met MGV.
Volgen: Luisteren, aansluiten, ruimte geven.
Gidsen: Volgen en sturen worden telkens afgewisseld met elkaar.
Sturen: Adviseren, aansturen, leidinggeven.
3. Legt uit dat gedragsverandering samen gaat met ambivalentie.
Ambivalentie zijn de gemixte gevoelend over iets. Deze interne twijfel is als een
conflict dat iemand kan hebben tussen de huidige situatie en de gewenste situatie.
Gevolg hiervan is dat iemand die ambivalent is vaak geen keuze maakt en daardoor
dus in de huidige situatie blijft. Er ontstaat twijfel omdat iemand de voordelen van een
huidige situatie niet wil verliezen en de nadelen van een nieuwe situatie er niet zijn of
worden niet geaccepteerd. Tegelijkertijd wil iemand wel af van de nadelen van een
huidige situatie en komt er verlangen naar de voordelen voor een gewenste situatie.
Dus door ambivalentie blijft iemand in oud/huidig gedrag. Door het verminderen van
ambivalentie komt gedragsverandering op gang.
T-Shaped professional
Kern 2A – Herstel ondersteunende zorg en familieparticipatie.
1. Verwoordt wat herstel inhoudt voor een zorgvrager met een psychiatrische
aandoening. Het opnieuw verkrijgen van regie over eigen leven.
1. Benoemt de principes van herstel ondersteunende zorg (HOZ).
HOZ is zorg die een cliënt ondersteunt bij het herstel. Dus alle herstelondersteuning
die wordt gegeven door hulpverleners.
2. Herkent in een ervaringsverhaal factoren die het herstel beïnvloeden.
3. Benoemt de kenmerken van een herstel bevorderend verpleegkundig
handelen
, 2. Legt de begrippen familieparticipatie en triadisch werken uit.
Familieparticipatie: is zorg en ondersteuning die partners, kinderen, andere
familieleden of vrienden verlenen en die voorkomt uit onderlinge relaties.
Triadisch werken: is het op niveau van de zorg- en dienstverlening de relatie
tussen cliënt, hulpverlener en familie actief vorm geven. De patiënt, de
naasten en de hulpverleners overleggen met elkaar om samen het herstel van
de patiënt te ondersteunen. Door triadisch te werken krijgt informatie die de
naasten hebben ook een plaats en vindt er afstemming plaats tussen de
patiënt en de naasten. Er wordt nagegaan welke ondersteuning de naasten
nodig hebben en het hersteltraject wordt gezamenlijk geëvalueerd en
bijgestuurd.
1. Benoemt bevorderende en belemmerende factoren bij familieparticipatie.
Bevorderende: Starten met triadisch werken vanaf het eerste moment,
Zorgprocessen en stappen worden samen doorlopen, Alle deelnemers zijn
gelijkwaardig aan elkaar.
Belemmerende factoren: Iedereen moet bereikbaar zijn voor alle deelnemers.
De inzet van de triadische samenwerking is ter ondersteuning van het
herstelproces van de patiënt.
2. Geeft aan hoe de verpleegkundige familieparticipatie kan bevorderen.
Wat wordt verstaan onder de begrippen ‘herstel’ en ‘rehabilitatie’ bij een
psychiatrische zorgvrager? Dat een psychiatrische zorgvrager na een diagnose weer
eigen regie heeft over het leven dat diegene leidt. Dat de zorgvrager zelf tegenslagen
kan oppakken en weet wat er daarvoor moet gebeuren.
Benoem 5 verschillen tussen zorg vanuit de herstelgedachte en zorg vanuit het
ziektemodel.
Herstelgedachte. Ziektemodel.
Het proces is belangrijker dan het Het resultaat telt het meest, het proces
resultaat en wordt beoordeeld op mate wordt beoordeeld op de mate waarin het
van persoonlijke groei hieraan bijdraagt.
Cliënt beslist over het te doorlopen Hulpverleners beslissen over het te
proces. doorlopen proces.
Eigen verhaal van cliënt staat centraal, Eigen verhaal is een beleving,
subjectieve belevening heeft betekenis. objectieve gegevens zijn belangrijker.
Behandeling is geen regelmatig proces. Behandeling is een regelmatig proces.
Zelfhulp en lotgenotencontact zijn een Zelfhulp en lotgenotencontact zijn een
kern van de behandeling. alternatief of ondersteuning van de
behandeling.
Kern 2C – Motiverende gespreksvoering.
Ontlokkende vragen stellen.
Gebruik van de belangenmeetlat (op een schaal van 1 tot 10).
Wondervraag.
Vragen naar het verleden of de toekomst.
Kern 1A – Wijk- en buurtgericht werken in de GGZ.
Kern 1C – Kennismaking met Motiverende gespreksvoering.
1. Legt de essentie van MGV uit.
Bij MGV ga je op zoek naar de veranderwens van de gesprekspartner. Daarbij
onderzoek je eerst waardoor deze verandering nog belemmerd wordt.
De 4 principes zijn:
- Wrijving: Beweeg mee, respect voor individu. Tegenzin en ambivalentie
worden erkend.
- Empathie: Reflectief luisteren, zonder oordeel, kritiek of beschuldiging.
- Effectiviteit: Geloof in verandering, zelfvertrouwen van patiënt.
- Discrepantie (Afwijking) ontwikkelen of versterken: Verandering wordt
gemotiveerd als er discrepantie is tussen huidig gedrag en belangrijke doelen
of waarden.
MGV is zacht op de relatie tussen zorgprofessional en patiënt en hard op de inhoud
(Met focus op belangrijke zaken of veranderingen).
2. Legt de begrippen volgen, gidsen en sturen uit, in relatie met MGV.
Volgen: Luisteren, aansluiten, ruimte geven.
Gidsen: Volgen en sturen worden telkens afgewisseld met elkaar.
Sturen: Adviseren, aansturen, leidinggeven.
3. Legt uit dat gedragsverandering samen gaat met ambivalentie.
Ambivalentie zijn de gemixte gevoelend over iets. Deze interne twijfel is als een
conflict dat iemand kan hebben tussen de huidige situatie en de gewenste situatie.
Gevolg hiervan is dat iemand die ambivalent is vaak geen keuze maakt en daardoor
dus in de huidige situatie blijft. Er ontstaat twijfel omdat iemand de voordelen van een
huidige situatie niet wil verliezen en de nadelen van een nieuwe situatie er niet zijn of
worden niet geaccepteerd. Tegelijkertijd wil iemand wel af van de nadelen van een
huidige situatie en komt er verlangen naar de voordelen voor een gewenste situatie.
Dus door ambivalentie blijft iemand in oud/huidig gedrag. Door het verminderen van
ambivalentie komt gedragsverandering op gang.
T-Shaped professional
Kern 2A – Herstel ondersteunende zorg en familieparticipatie.
1. Verwoordt wat herstel inhoudt voor een zorgvrager met een psychiatrische
aandoening. Het opnieuw verkrijgen van regie over eigen leven.
1. Benoemt de principes van herstel ondersteunende zorg (HOZ).
HOZ is zorg die een cliënt ondersteunt bij het herstel. Dus alle herstelondersteuning
die wordt gegeven door hulpverleners.
2. Herkent in een ervaringsverhaal factoren die het herstel beïnvloeden.
3. Benoemt de kenmerken van een herstel bevorderend verpleegkundig
handelen
, 2. Legt de begrippen familieparticipatie en triadisch werken uit.
Familieparticipatie: is zorg en ondersteuning die partners, kinderen, andere
familieleden of vrienden verlenen en die voorkomt uit onderlinge relaties.
Triadisch werken: is het op niveau van de zorg- en dienstverlening de relatie
tussen cliënt, hulpverlener en familie actief vorm geven. De patiënt, de
naasten en de hulpverleners overleggen met elkaar om samen het herstel van
de patiënt te ondersteunen. Door triadisch te werken krijgt informatie die de
naasten hebben ook een plaats en vindt er afstemming plaats tussen de
patiënt en de naasten. Er wordt nagegaan welke ondersteuning de naasten
nodig hebben en het hersteltraject wordt gezamenlijk geëvalueerd en
bijgestuurd.
1. Benoemt bevorderende en belemmerende factoren bij familieparticipatie.
Bevorderende: Starten met triadisch werken vanaf het eerste moment,
Zorgprocessen en stappen worden samen doorlopen, Alle deelnemers zijn
gelijkwaardig aan elkaar.
Belemmerende factoren: Iedereen moet bereikbaar zijn voor alle deelnemers.
De inzet van de triadische samenwerking is ter ondersteuning van het
herstelproces van de patiënt.
2. Geeft aan hoe de verpleegkundige familieparticipatie kan bevorderen.
Wat wordt verstaan onder de begrippen ‘herstel’ en ‘rehabilitatie’ bij een
psychiatrische zorgvrager? Dat een psychiatrische zorgvrager na een diagnose weer
eigen regie heeft over het leven dat diegene leidt. Dat de zorgvrager zelf tegenslagen
kan oppakken en weet wat er daarvoor moet gebeuren.
Benoem 5 verschillen tussen zorg vanuit de herstelgedachte en zorg vanuit het
ziektemodel.
Herstelgedachte. Ziektemodel.
Het proces is belangrijker dan het Het resultaat telt het meest, het proces
resultaat en wordt beoordeeld op mate wordt beoordeeld op de mate waarin het
van persoonlijke groei hieraan bijdraagt.
Cliënt beslist over het te doorlopen Hulpverleners beslissen over het te
proces. doorlopen proces.
Eigen verhaal van cliënt staat centraal, Eigen verhaal is een beleving,
subjectieve belevening heeft betekenis. objectieve gegevens zijn belangrijker.
Behandeling is geen regelmatig proces. Behandeling is een regelmatig proces.
Zelfhulp en lotgenotencontact zijn een Zelfhulp en lotgenotencontact zijn een
kern van de behandeling. alternatief of ondersteuning van de
behandeling.
Kern 2C – Motiverende gespreksvoering.
Ontlokkende vragen stellen.
Gebruik van de belangenmeetlat (op een schaal van 1 tot 10).
Wondervraag.
Vragen naar het verleden of de toekomst.
