Hoorcollege 10/1
patiënten hebben klachten die samenhangen met
- biologische factoren
- psychologische factoren
- sociale factoren
Gemiddeld hebben mensen 5 klachten in de afgelopen 7 dagen. 10 % heeft geen klachten
Top 3:
- rugpijn
- vermoeidheid
- hoofdpijn
Biopsychosociale model: beleving van ziekte, 3 aspecten:
biologisch, psychologisch, sociaal
Arts als psycholoog:
- ziekteperceptie
- ziektegedrag
- interventies
Ervaren lichamelijke toestand sterk discrepant van de medische lichamelijke toestand.
Klacht/symptoom:
- een ervaren abnormale somatische toestand
- die als mogelijk schadelijk wordt ervaren
- en reden is om hulp te zoeken of afwachten
Een klacht is dus subjectief.
Een klacht is altijd waar en vraagt aandacht van hulpverlener.
Hoe ontstaat een klacht:
Lichamelijke of psychische sensatie/verandering → aandacht → interpretatie
Aandacht is beperkt
Opvallendheid:
- pijn
- nieuw
- aanhoudend
- eerdere ervaring, bv ziekte
ziekteperceptie: individuele attitudes en overtuigingen over persoonlijke kwetsbaarheid,
welke symptomen bij welke ziekte horen en welke ziekten het meest bedreigend zijn.
Ziekteperceptie is niet gelijk aan medische kennis
,Placebo effect (ik zal behagen):
ontstane/gecreëerde verachting van afname van klachten
Nocebo effecten (ik zal schaden):
ontstane/gecreëerde verwachting van toename van klachten.
Individu verwerkt sensaties op zowel cognitief als emotioneel niveau → stuurt ziektegedrag
→ uitkomst wordt geëvalueerd → stuurt ziektegedrag
Cognities/percepties → gedrag → gezondheidsuitkomsten
overtuigingen lifestyle risico’s, ziekte, kwaliteit van leven
percepties preventief
niet zo advies trouw
niet zo medicatietrouw
Leefstijl aanpassen lastig, liever snelle genot, dan late beloning
psychologische theorieën ziekte en gezondheidsgedrag
- veel overlap
- cognities en verwachtingen centraal
Gemiddeld 30-50% therapie ontrouw, waarvan deel intentioneel bij chronische ziekten
noodzaak-bezorgdheid model: zorg en noodzaak belangrijk voorspellers
zeer bezorgd
weinig noodzaak Sceptisch ambivalent veel noodzaak
onverschillig accepterend
laag bezorgd
symptomen → ziekte → behandeling/gedrag
Diversiteit:
verschillende verschillen, maar vergelijkbare mechanismen.
sekse/sex: biologische kenmerken van vrouwen en mannen, meisjes en jongen
- reproductieve organen en functies gebaseerd op chromosomen, fysiologie
- classificatie van levende wezens als mannelijk, vrouwelijk, intersex
- 3G gender: genen, gonaden, genitalia
Gender: sociaal cultureel proces
- culturele waarden en attitudes die feminien en masculien gedrag vormgeven en
voorschrijven
- beïnvloedt kennis
- aannames vaak niet bekritiseerd
, Gender is niet je biologische, maar sociale geslacht
Man en vrouw worden als binaire genders gepresenteerd.
De rest is non-binair
Genderidentiteit: gaat over hoe je je voelt, een meisje, jongen, allebei, geen van beide etc.
Genderexpressie gaat over hoe je jezelf toont aan de buitenwereld
Genderdiversiteit als overkoepelende term.
Gender order - categoriseren van de wereld in mannelijk/vrouwelijk
gender socialisatie:
ontwikkeling van een mannelijke/masculiene of vrouwelijke/feminiene identiteit door het
internaliseren van rollen, taken en kenmerken gebaseerd op labels in een gegeven context
en tijd.
Vrouwelijke genderrol: verbondenheid, zijn-in-relatie
Mannelijke genderrol: autonomie, zijn-in-zichzelf
te sterke verbondenheid → symbiose
- moeite in het onderscheiden van eigen behoeften en die van ander
- zorg minder goed los kunnen laten
- moeite met grenzen stellen
- coping: piekeren, sociale steun zoeken, probleemgericht
te sterke autonomie → isolement
- basisgevoel voor isolement
- alles alleen doen
- moeilijk kunnen praten
- moeilijk kwetsbaar opstellen
- geen zorg kunnen vragen
- coping: ontkennen, oplossingsgericht
Gender bias - vooringenomenheid
- relevante sekse en genderverschillen onvoldoende geadresseerd
- verschillen benadrukt wanneer deze minimaal zijn of niet aanwezig zijn
Socialisatie van de dokter
Gezondheid: gezondheid is het vermogen van mensen om te kunnen gaan met beperkingen
en ziekten en zelf regie te kunnen voeren.
Mens staat centraal en focus ligt op bevorderen van iemands eigen kracht en
zelfredzaamheid.
In nederland zijn er grote gezondheidsverschillen die vooral samenhangen met sociale
economische status.
patiënten hebben klachten die samenhangen met
- biologische factoren
- psychologische factoren
- sociale factoren
Gemiddeld hebben mensen 5 klachten in de afgelopen 7 dagen. 10 % heeft geen klachten
Top 3:
- rugpijn
- vermoeidheid
- hoofdpijn
Biopsychosociale model: beleving van ziekte, 3 aspecten:
biologisch, psychologisch, sociaal
Arts als psycholoog:
- ziekteperceptie
- ziektegedrag
- interventies
Ervaren lichamelijke toestand sterk discrepant van de medische lichamelijke toestand.
Klacht/symptoom:
- een ervaren abnormale somatische toestand
- die als mogelijk schadelijk wordt ervaren
- en reden is om hulp te zoeken of afwachten
Een klacht is dus subjectief.
Een klacht is altijd waar en vraagt aandacht van hulpverlener.
Hoe ontstaat een klacht:
Lichamelijke of psychische sensatie/verandering → aandacht → interpretatie
Aandacht is beperkt
Opvallendheid:
- pijn
- nieuw
- aanhoudend
- eerdere ervaring, bv ziekte
ziekteperceptie: individuele attitudes en overtuigingen over persoonlijke kwetsbaarheid,
welke symptomen bij welke ziekte horen en welke ziekten het meest bedreigend zijn.
Ziekteperceptie is niet gelijk aan medische kennis
,Placebo effect (ik zal behagen):
ontstane/gecreëerde verachting van afname van klachten
Nocebo effecten (ik zal schaden):
ontstane/gecreëerde verwachting van toename van klachten.
Individu verwerkt sensaties op zowel cognitief als emotioneel niveau → stuurt ziektegedrag
→ uitkomst wordt geëvalueerd → stuurt ziektegedrag
Cognities/percepties → gedrag → gezondheidsuitkomsten
overtuigingen lifestyle risico’s, ziekte, kwaliteit van leven
percepties preventief
niet zo advies trouw
niet zo medicatietrouw
Leefstijl aanpassen lastig, liever snelle genot, dan late beloning
psychologische theorieën ziekte en gezondheidsgedrag
- veel overlap
- cognities en verwachtingen centraal
Gemiddeld 30-50% therapie ontrouw, waarvan deel intentioneel bij chronische ziekten
noodzaak-bezorgdheid model: zorg en noodzaak belangrijk voorspellers
zeer bezorgd
weinig noodzaak Sceptisch ambivalent veel noodzaak
onverschillig accepterend
laag bezorgd
symptomen → ziekte → behandeling/gedrag
Diversiteit:
verschillende verschillen, maar vergelijkbare mechanismen.
sekse/sex: biologische kenmerken van vrouwen en mannen, meisjes en jongen
- reproductieve organen en functies gebaseerd op chromosomen, fysiologie
- classificatie van levende wezens als mannelijk, vrouwelijk, intersex
- 3G gender: genen, gonaden, genitalia
Gender: sociaal cultureel proces
- culturele waarden en attitudes die feminien en masculien gedrag vormgeven en
voorschrijven
- beïnvloedt kennis
- aannames vaak niet bekritiseerd
, Gender is niet je biologische, maar sociale geslacht
Man en vrouw worden als binaire genders gepresenteerd.
De rest is non-binair
Genderidentiteit: gaat over hoe je je voelt, een meisje, jongen, allebei, geen van beide etc.
Genderexpressie gaat over hoe je jezelf toont aan de buitenwereld
Genderdiversiteit als overkoepelende term.
Gender order - categoriseren van de wereld in mannelijk/vrouwelijk
gender socialisatie:
ontwikkeling van een mannelijke/masculiene of vrouwelijke/feminiene identiteit door het
internaliseren van rollen, taken en kenmerken gebaseerd op labels in een gegeven context
en tijd.
Vrouwelijke genderrol: verbondenheid, zijn-in-relatie
Mannelijke genderrol: autonomie, zijn-in-zichzelf
te sterke verbondenheid → symbiose
- moeite in het onderscheiden van eigen behoeften en die van ander
- zorg minder goed los kunnen laten
- moeite met grenzen stellen
- coping: piekeren, sociale steun zoeken, probleemgericht
te sterke autonomie → isolement
- basisgevoel voor isolement
- alles alleen doen
- moeilijk kunnen praten
- moeilijk kwetsbaar opstellen
- geen zorg kunnen vragen
- coping: ontkennen, oplossingsgericht
Gender bias - vooringenomenheid
- relevante sekse en genderverschillen onvoldoende geadresseerd
- verschillen benadrukt wanneer deze minimaal zijn of niet aanwezig zijn
Socialisatie van de dokter
Gezondheid: gezondheid is het vermogen van mensen om te kunnen gaan met beperkingen
en ziekten en zelf regie te kunnen voeren.
Mens staat centraal en focus ligt op bevorderen van iemands eigen kracht en
zelfredzaamheid.
In nederland zijn er grote gezondheidsverschillen die vooral samenhangen met sociale
economische status.