,Inhoud
Deel 1 achtergronden en benaderingen.................................................................................................4
1. Politiek, beleid en sturing: een positiebepaling..............................................................................4
1.1 inleiding....................................................................................................................................4
1.2 Politiek, beleid en sturing.........................................................................................................4
1.3 Beleid in soorten en maten.......................................................................................................7
2. Beleid en maatschappij: Beelden van een veranderende samenleving..........................................8
2.1 Inleiding....................................................................................................................................8
2.2 De versplinterde samenleving...................................................................................................8
2.3 De netwerksamenleving.........................................................................................................10
2.4De risicosamenleving...............................................................................................................11
2.5De ontstatelijkte samenleving..................................................................................................12
2.6 Conclusie.................................................................................................................................12
3. Benaderingen van Beleid..............................................................................................................13
3.2 Een vergelijkmodel..................................................................................................................13
3.3De rationele benadering van beleid.........................................................................................13
3.4De politieke benadering van beleid.........................................................................................16
3.5De culturele benadering van beleid.........................................................................................18
3.6De Institutionele benadering van beleid..................................................................................20
3.7Conclusie.................................................................................................................................22
4. Benadering van sturing.................................................................................................................24
4.1 Inleiding..................................................................................................................................24
4.2Over sturing en sturingsprincipes............................................................................................24
4.3Klassieke vormen van sturing...................................................................................................25
4.4De grenzen van sturing............................................................................................................26
4.5Nieuwe vormen van sturing.....................................................................................................27
4.6Nieuwe sturingsmodaliteiten...................................................................................................28
4.7Conclusie.................................................................................................................................31
Deel 2 fasen in de beleidscyclus en aspecten van beleid......................................................................31
6.De vorming van beleid: Ontwerp, instrumentkeuze en besluitvorming.........................................31
6.1 Inleiding..................................................................................................................................31
6.2 Het ontwerpen van beleid: vier ontwerplogica’s....................................................................31
6.3 Beleidsinstrumenten...............................................................................................................43
6.3.3 de informatie van beleidsinstrumenten...............................................................................44
6.4 Besluitvorming over beleid.....................................................................................................45
, 6.5 Conclusie.................................................................................................................................47
9.Oordelen over beleid.....................................................................................................................48
9.1 Inleiding..................................................................................................................................48
9.2Soorten evaluaties...................................................................................................................48
9.3Beoordelingscriteria.................................................................................................................49
9.4Het evalueren van beleid als proces van oordeelsvorming......................................................50
9.5Oordeelsvorming over het proces van oordeelsvorming.........................................................52
9.6Doorwerking van evaluatieonderzoek.....................................................................................52
9.7Oordeelsvorming als het afleggen van verantwoording...........................................................54
9.8 Conclusie.................................................................................................................................55
......................................................................................................................................................56
, Deel 1 achtergronden en benaderingen
1. Politiek, beleid en sturing: een positiebepaling
1.1 inleiding
Het voorbeeld van de strijd tegen het water laat zien hoe overheden gedwongen worden aanpakken
te ontwikkelen die niet alleen complex zijn, maar die ook talrijke belangen raken die soms wel en
soms niet met elkaar verzoend kunnen worden. Beleid is gevraagd.
De Nederlandse poldercultuur staat voor een bepaalde traditie van politieke besluitvorming, waarin
door middel van geven en nemen, door middel van samenwerking en compromisvorming getracht
wordt om politieke beslissingen van draagvlak te voorzien.
De essentie van politiek en beleid is: Het gaat om de aanpak van maatschappelijke vraagstukken die
niet alleen verschillende belangen van verschillende partijen raakt, maar die ook betrekking heeft op
de afweging van bepaalde waarden die we als samenleving belangrijk achten.
1.2 Politiek, beleid en sturing
Politiek, beleid en sturing vormen een magische driehoek.
1.2.1 Politiek
Politiek heeft betrekking op de vraag hoe een samenleving als gemeenschap in staat is om de
problemen waarmee deze samenleving wordt geconfronteerd op een bevredigde manier aan te
pakken.
Veiligheid is het belangrijkste, maar moet worden afgewogen met efficiency. Het kan dus voorkomen
dat vrijheidsrechten worden aangetast. Tal van waarden( vrijheid, solidariteit, veiligheid, efficiency en
gelijkheid) strijden met elkaar.
Politiek De gezaghebbende toebedeling van waarden voor de samenleving, voor een gemeenschap
als geheel.
Schaarste
Kenmerkend voor politieke processen is dat het niet alleen gaat om de afweging van waarden. Het
gaat ook om de vraag voor wie, of voor welke groep van Nederlanders, deze afweging moet worden
gemaakt. Politiek gaat namelijk ook over de vraag: wie krijgt wat en hoe? Politiek heeft betrekking op
de strijd om schaarste middelen, zoals gels, menskracht en expertise.
Gezaghebbend
Politiek gaat ook over de vraag waarom een dergelijke beslissing moet worden genomen.
Om verschillende belangrijke beslissingen te kunnen maken is het van belang dat politieke
keuzeprocessen voldoen aan een aantal spelregels. Deze spelregels zijn neergelegd in de grondwet, in
internationale verdragen en in wetten en regels en waarvoor bepaalde instituties in de het leven zijn
geroepen, hierdoor zijn besluitvormingspraktijken ontstaan. De representatieve democratie is een
dergelijke institutie, een institutie die bepaalde organen(bv tweede kamer), spelregels(het primaat
van de politiek) en de praktijken(verkiezingen) kent, waardoor het mogelijk is om belangen en
waarden tegen elkaar af te wegen en besluiten te nemen die – omdat ze zijn genomen volgens de
spelregels- als gezaghebbende worden ervaren. Daarnaast is de rechtstaat een belangrijke institutie.
In de rechtsstaat wordt erop gewezen dat een overheid ‘zonder aanzien des persoons’ optreedt. al
het gelijk wordt gelijk behandeld en ongelijke gevallen worden ongelijk behandeld.