Deel 4: De overige bronnen van het Belgisch recht
→ In Deel 3 hadden we het over de materiële wet (in al haar vormen) als bron van het
belgisch recht. Daarnaast zijn er nog een reeks rechtsbronnen:
1. Het gewoonterecht
2. Het algemene rechtsbeginsel
3. De paralegale normen
4. De pseudowetgeving
5. De rechtspraak
6. De rechtsleer
Hoofdstuk 21: De gewoonte
1. De gewoonte als rechtsbron
○ De oudste rechtsbron, vandaag is het gewoonterecht nog steeds een rechtsbron
- Problemen in de 19de eeuw met gewoonterecht: Onder impuls van Napoleon
moeten grote wetboeken worden gemaakt, alle regels moesten worden
opgenomen worden in een wetboek.
- Dit lukt niet want vandaag (en ook toen) zijn er nog steeds ongeschreven
regels waar mensen zich naar gedragen (de gewoonte) en die als bindend
worden ervaren.
○ Het gewoonterecht = Niet- geschreven rechtsregels, ontstaan zonder tussenkomst
van de regelgever.
!!! Ze moeten toegepast en gesanctioneerd worden door een rechter, want zijn wel
degelijk bindend.
○ Ontstaan uit algemene, bestendige, duurzame en openbare gebruiken /
handelingen, waaromtrent binnen een (deel van de) maatschappij een
voortdurende, onbetwiste overtuiging bestaat wat betreft het afdwingbaar
karakter ervan (bv. Kotbaas die in het huurcontract geen huurperiode zet en gewoon
mensen uit hun kot zetten, als er niets in je contract staat is er een regel van
gewoonterecht die zegt dat je een kot huurt voor een academiejaar, formateur en
informateur aangesteld door de koning is ook een gewoonte).
,○ Het is een gedrag of handelswijze die voor heel de gemeenschap telt, waarvan
mensen voelen dat het zo hoort en passen het ook toe.
○ ‘Een gewoonte’ bestaat dus uit 2 elementen:
1. Een inhoudelijk / materieel element
- Een reeks handelingen of gebruiken, die zich in het verleden met
regelmaat hebben voorgedaan
- Kenmerken:
1. Algemeenheid: De gewoonte moet gebaseerd zijn op
rechtshandelingen die gesteld worden door de meerderheid van de
gemeenschap of door de heersende groep in die gemeenschap.
2. Bestendigheid: De rechtsonderhorigen moeten zonder te veel
afwisseling een gewoonte volgen.
3. Duurzaamheid: De aandacht gaat naar het voortbestaan van het
gebruik, onafgebroken, gedurende een lange periode.
4. Openbaarheid: De gewoonte moet vrij algemeen bekend zijn, zoniet
door iedereen dan toch door een groot aantal.
2. Een moreel of psychologisch element
- De mensen in onze maatschappij vinden die regel bindend, de
overtuiging van het bindend karakter ervan.
- We vinden het storend als andere deze regels niet volgen.
- De rechter zal deze regels toepassen en sanctioneren.
!!! De wetgever verwijst vaak naar bestaande “gebruiken”, eerder dan “gewoonten”.
,2. De verhouding tussen de gewoonte en de wet
→ De verhouding tussen gewoonte en wet is te reduceren naar 3 gevallen:
1. Een gewoonte secundum legem = De wet kan naar een gewoonte verwijzen
- “Een gewoonte volgens de wet”, er zijn een aantal wetsbepalingen / artikelen
in het wetboek die uitdrukkelijk verwijzen naar de gewoonte.
- Wanneer een contract niet duidelijk is of onvolledig werd opgesteld, zal de
rechter rekening houden met de “gewoonlijke gebruiken” uit de omgeving
(bv. de huurtijd van een kot wordt niet aangegeven in een contract, de kotbaas
beweert achteraf dat het kot gehuurd moet worden voor de totale studietijd.
De rechter wijst dan naar de gewoonlijke gebruiken)
2. Een gewoonte praeter legemen = Er ontstaan gewoonten naast de wet
- “De gewoonte naast de wet”, er ontstaat naast de wet gewoonte (de wet kan
niet alles regelen) (bv. partijvoorzitters worden aanvaard als machtige
mensen, maar het wetboek spreekt niet over politieke partijen)
3. Een gewoonte contra legem = De wet zegt A en de gewoonte doet B
- “Een gewoonte tegen de wet”, een wet zegt dat het op de ene manier moet
en de gewoonte doet het op de andere manier.
!!! De wet gaat hierbij niet altijd voor, het hangt af van de aard van de
wettekst:
1. Is de wettekst suppletief, dan mag men zijn / haar gewoonte volgen.
Van suppletief recht mag je namelijk afwijken.
⇒ Het rechtssubject kan zich juridisch gebonden achten door de
eigen gebruiken, maar dit maakt van die gebruiken nog geen
gewoonte.
2. Is de wettekst dwingend, dan mag men er nog maar niet van
afwijken. Maar er zijn gewoonte die ingaan op het dwingend recht,
die niet gesanctioneerd worden (bv. Verbod op valse naamdracht
(strafwetboek), vroeger namen vrouwen de naam van hun man over:
toch niet strafbaar omwille van gewoonte/ Schenking van oma zonder
notariële akte is eigenlijk tegen de wet, wanneer oma bij ruzie naar de
rechter gaat met het artikel in het wetboek, zal jij deze schenking niet
moeten teruggeven)
, 3. De gewoonte en de rechtspraak
○ De rechter moet de gewoontes kennen en deze toepassen, ook indien partijen niet
akkoord zijn met deze dan zogenaamde ‘gewoonte’
○ De rechter kent deze gewoonte via voorgaande rechtspraak (voorgaande rechters,
boeken, documentatie, wat de partijen zeggen,..)
○ Algemeen wordt aangenomen dat de schending van een gewoonte an sich geen
aanleiding tot cassatie is, tenzij:
- De wet zelf naar de gewoonte verwijst
- De contracterende partijen zich op de gewoonte beroepen
Hoofdstuk 22: De algemene rechtsbeginselen
○ Bron van het recht (rechter kunnen hier beroep op doen)
○ Algemene rechtsbeginselen = Beginselen / algemene basisprincipes die niet
geschreven zijn (vaak niet letterlijk in een wet terug te vinden), maar die ten
grondslag liggen aan ons geldende recht / de wet ademt deze principes uit.
⇒ Als je de rechtsregels doorleest dan voel je deze beginselen aan (bv. het
vertrouwensbeginsel, dat zegt dat een overheid die vertrouwen oproept bij haar
burgers en daarmee burgers creëert met verwachtingen. Is gebonden aan dat
vertrouwen / de hoorplicht, indien een overheid een beslissing wil nemen die een
persoon negatief raakt, dan moet de overheid eerst het verhaal, de verweermiddelen
van deze persoon aanhoren)
○ Ontstaan:
1. Kunnen door de rechtspraak worden geformuleerd (meerdere rechters
beginnen deze bepalingen toe te passen)
2. Door wetenschappelijke studie / analyse van het recht benoemd worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sennaschaes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $8.40. Je zit daarna nergens aan vast.