1.1 Aanleren van de pengreep
1. Leg het topje van je duim tegen het topje van de wijsvinger open webspace
2. Krom de andere vingers eromheen
3. Maak een driehoekje met de duim / wijsvinger en de middelvinger.
4. Je houdt het potlood vast middelvinger onder het potlood
5. Toppen van duim en wijsvinger blijven buigen en strekken tegenover elkaar
Flexie buiging
Extensie strekking
6. De vingers raken de rand van het potloodslijpsel
1.2 Concrete pengrepen
Dynamische driepuntsgreep
De pen ligt op de middelvinger. En de wijsvinger en de duim steunen tegen de zijkant aan.
Deze drie vingers vormen samen de schrijfvingers.
Wijsvinger schrijfvinger neerhalen van letters
Duim ligt in oppositie duwende vinger ophalen van letters
Middelvinger duwt mee ondersteunende vinger
Dynamische vierpuntsgreep
De middelvinger staat ook op de pen. De ringvinger neemt de ondersteunende functie (van
de middelvinger) over.
Laterale greep
Opponeren tegenover iets plaatsen
De duim staat tegenover de wijsvinger. Je brengt de duim tegen de zijkant van de wijsvinger
(alsof je met een sleutel de deur open maakt.
Statische greep
Als de vingers en de pols niet bewegen tijdens het schrijven. De hand beweegt als geheel
met de pen onderarm schouder en elleboog
1.3 Posities van de hand
Hand ligt onder de schrijfregel (rechtshandigen)
Hand wijst naar buiten (extensie) (rechte lijn – pols – hand – onderarm)
Hand licht naar binnen wijzen (flexie) (buitenzijde pols – rechte lijn – hand –
onderarm)
Hand ligt boven de schrijfregel (inverted / bokkenpootje) (linkshandigen)
Hand ligt op de schrijflijn (veegpositie) (linkshandigen)
1.4 Pendruk en pengreep
Greepdruk kracht waarmee iemand in zijn pen knijpt
Pendruk kracht waarmee iemand de pen op het papier drukt.
De pen en greepdruk gaan vaak samen. Wanneer de druk te hard is kun je dit zien aan de
nagels en vingergewrichten (zijn wit) en de kinderen wapperen veel met hun hand.