Scheikunde
Macromolecuul → wat je kunt zien
Micro Molecuul → moleculen en atomen
Een stof bestaat uit moleculen, moleculen zijn altijd in beweging. Ze trekken elkaar aan met
Vanderwaalskracht.
Alle materie → zuivere stoffen/mengsel → ontleedbare stoffen/niet ontleedbare stoffen
Meerdere moleculen bij elkaar is een mengsel. je kan het scheiden met meerdere zuivere
stoffen. Verschillende mengsel:
● oplossing
Een stof (oplosmiddel) waarin een andere stof is opgelost om een heldere vloeistof te
krijgen
● suspensie
Deeltjes van een vaste stof die ‘zweven’ in een vloeistof om deze ondoorzichtig te
maken
● emulsie
Een mengsel van twee vloeistoffen (die normaal niet mengen) en een emulgator
● alliage
een mengsel van twee of meer metalen
● nevel
kleine druppels vloeistof die in een gas zweven
● rook
Kleine deeltjes van een vaste stof die in een gas zweven
● schuim
Een mengsel van een vast of vloeibare stof met gasbellen erin
Homogeen → mengt goed
Heterogeen → mengt niet goed
Een zuivere stof heeft een kookpunt en een mengsel heeft een smelt- en kooktraject.
Scheidingsmethoden:
- indampen → verhitten
- extraheren → extractiemiddel toevoegen
- filtreren
Indampen → kookpunt → oplossing vaste stof in vloeistof
Extractie → oplosbaarheid in extractiefilter → (on)gewenste stoffen uit mengsel halen
Filtreren → deeltjes blijven achter → je krijgt een suspensie
Met behulp van de atoommassa’s kun je van iedere stof het massapercentage berekenen
→ Massa gevraagde stof : massa totaal x 100
volumepercentage, hoeveel % van het volume van deze stof bestaat uit ‘x’
→ volume gevraagde stof: volume totaal x 100
Macromolecuul → wat je kunt zien
Micro Molecuul → moleculen en atomen
Een stof bestaat uit moleculen, moleculen zijn altijd in beweging. Ze trekken elkaar aan met
Vanderwaalskracht.
Alle materie → zuivere stoffen/mengsel → ontleedbare stoffen/niet ontleedbare stoffen
Meerdere moleculen bij elkaar is een mengsel. je kan het scheiden met meerdere zuivere
stoffen. Verschillende mengsel:
● oplossing
Een stof (oplosmiddel) waarin een andere stof is opgelost om een heldere vloeistof te
krijgen
● suspensie
Deeltjes van een vaste stof die ‘zweven’ in een vloeistof om deze ondoorzichtig te
maken
● emulsie
Een mengsel van twee vloeistoffen (die normaal niet mengen) en een emulgator
● alliage
een mengsel van twee of meer metalen
● nevel
kleine druppels vloeistof die in een gas zweven
● rook
Kleine deeltjes van een vaste stof die in een gas zweven
● schuim
Een mengsel van een vast of vloeibare stof met gasbellen erin
Homogeen → mengt goed
Heterogeen → mengt niet goed
Een zuivere stof heeft een kookpunt en een mengsel heeft een smelt- en kooktraject.
Scheidingsmethoden:
- indampen → verhitten
- extraheren → extractiemiddel toevoegen
- filtreren
Indampen → kookpunt → oplossing vaste stof in vloeistof
Extractie → oplosbaarheid in extractiefilter → (on)gewenste stoffen uit mengsel halen
Filtreren → deeltjes blijven achter → je krijgt een suspensie
Met behulp van de atoommassa’s kun je van iedere stof het massapercentage berekenen
→ Massa gevraagde stof : massa totaal x 100
volumepercentage, hoeveel % van het volume van deze stof bestaat uit ‘x’
→ volume gevraagde stof: volume totaal x 100