Thema 4 beginsituatie
Je hebt te maken met veranderlijke factoren en onveranderlijke factoren.
Veranderlijke factor: dingen die kunnen veranderen, die elke dag anders
kunnen zijn zoals:
Tijdstip: ’s ochtends nemen leerlingen sneller informatie op bijv. rekenen
Weer: als er storm op komst is gillen en schreeuwen leerlingen vaak
Fysieke gesteldheid: een leerling zit niet lekker in z’n vel
Actuele gebeurtenis: ze kunnen activiteiten verstoren
Groepssamenstelling: verdeling van jongens en meisjes beïnvloed
Visie van de school: de beginsituaties zijn op elke school anders
Leerstijl: is mede bepalend voor de beginsituatie
Informatie leerkracht: is van elke leerling helemaal op de hoogte
Onveranderlijke factor:
Instructie onafhankelijk: leerlingen die niet afhankelijk zijn van de
instructie
Instructiegevoelig: leerlingen doen het beter als ze duidelijk instructie
krijgen
Instructieafhankelijk: leerlingen hebben moeite met de leerstof
Evaluatie van de beginsituatie
Hoe is het leerproces verlopen.
Iedere activiteit wordt geëvalueerd..
Actuele gebeurtenissen: gebeurtenissen die je activiteiten kunnen verstoren.
Vb: kinderen fietsen in een groepje naar school en iemand is van de fiets
gevallen. Hierdoor kan er iets ontstaan waardoor je erover moet praten in de
klas.
Stabiele factor: de instructiebehoefte van de leerling. Vb: het ene kind heeft
meer hulp nodig bij rekenen en minder bij taal dan een ander kind.
Instructie onafhankelijke leerling: leerlingen die niet afhankelijk zijn van de
instructie. Vb: als ze gaan rekenen en een kind doet het rekenboek open en
weet welke opdrachten hij/zij moet maken snapt het kind gelijk wat hij moet
doen.
Instructie gevoelige leerling: leerlingen doen het beter als ze duidelijk
instructie krijgen. Vb: als ze gaan rekenen en een kind doet het rekenboek
open en weet welke opdrachten hij/zij moet maken snapt het kind gelijk wat
hij moet doen.
Instructie afhankelijke leerling: leerlingen hebben moeite met de leerstof.
Vb: als ze gaan rekenen en een kind doet het rekenboek open en weet
welke opdrachten hij/zij moet maken snapt het kind er helemaal niets van.
Je hebt te maken met veranderlijke factoren en onveranderlijke factoren.
Veranderlijke factor: dingen die kunnen veranderen, die elke dag anders
kunnen zijn zoals:
Tijdstip: ’s ochtends nemen leerlingen sneller informatie op bijv. rekenen
Weer: als er storm op komst is gillen en schreeuwen leerlingen vaak
Fysieke gesteldheid: een leerling zit niet lekker in z’n vel
Actuele gebeurtenis: ze kunnen activiteiten verstoren
Groepssamenstelling: verdeling van jongens en meisjes beïnvloed
Visie van de school: de beginsituaties zijn op elke school anders
Leerstijl: is mede bepalend voor de beginsituatie
Informatie leerkracht: is van elke leerling helemaal op de hoogte
Onveranderlijke factor:
Instructie onafhankelijk: leerlingen die niet afhankelijk zijn van de
instructie
Instructiegevoelig: leerlingen doen het beter als ze duidelijk instructie
krijgen
Instructieafhankelijk: leerlingen hebben moeite met de leerstof
Evaluatie van de beginsituatie
Hoe is het leerproces verlopen.
Iedere activiteit wordt geëvalueerd..
Actuele gebeurtenissen: gebeurtenissen die je activiteiten kunnen verstoren.
Vb: kinderen fietsen in een groepje naar school en iemand is van de fiets
gevallen. Hierdoor kan er iets ontstaan waardoor je erover moet praten in de
klas.
Stabiele factor: de instructiebehoefte van de leerling. Vb: het ene kind heeft
meer hulp nodig bij rekenen en minder bij taal dan een ander kind.
Instructie onafhankelijke leerling: leerlingen die niet afhankelijk zijn van de
instructie. Vb: als ze gaan rekenen en een kind doet het rekenboek open en
weet welke opdrachten hij/zij moet maken snapt het kind gelijk wat hij moet
doen.
Instructie gevoelige leerling: leerlingen doen het beter als ze duidelijk
instructie krijgen. Vb: als ze gaan rekenen en een kind doet het rekenboek
open en weet welke opdrachten hij/zij moet maken snapt het kind gelijk wat
hij moet doen.
Instructie afhankelijke leerling: leerlingen hebben moeite met de leerstof.
Vb: als ze gaan rekenen en een kind doet het rekenboek open en weet
welke opdrachten hij/zij moet maken snapt het kind er helemaal niets van.