Hoofdstuk 14 feedback
14.1
Feedback: het leveren van zowel positief als negatief commentaar op het
handelen van iemand of wat iemand gezegd heeft.
Essentieel binnen communicatie.
Zonder feedback kan je niet goed werken.
Feedback moet wel op de juiste manier gezegd worden.
Feedback voorkomt ruis.
14.2
2 vormen van feedback:
Feedback op de inhoudsniveau wat er letterlijk wordt gezegd.
Feedback op betrekkingsniveau hoe vat je de manier van de
boodschap op. (gaat bijna altijd over het gedrag)
Voorbeeld: je kant zeggen laat je boek nou is liggen johw of je zegt wil
je alsjeblieft je boek laten liggen.
Let op de situatie!
14.3
Voorwaarden voor feedback geven:
Open staan voor andere
Veiligheid en vertrouwen
Stap 1 : ik zie/ik hoor.
Stap 2: wat doet het met je.
Stap 3: dit is wat je wil dat de ander doet.
Regels:
Zeg precies wat je bedoelt en waar je op doelt.
Geen warde oordeel (jij bent stom, sago).
Dus geef feedback op gedrag niet op de persoon.
Daarom begin je met ik zie/ik hoor.
Vanuit de ik.
Wees positief.
Check of iets klopt.
Verbaal en non-verbaal vullen elkaar aan.
14.1
Feedback: het leveren van zowel positief als negatief commentaar op het
handelen van iemand of wat iemand gezegd heeft.
Essentieel binnen communicatie.
Zonder feedback kan je niet goed werken.
Feedback moet wel op de juiste manier gezegd worden.
Feedback voorkomt ruis.
14.2
2 vormen van feedback:
Feedback op de inhoudsniveau wat er letterlijk wordt gezegd.
Feedback op betrekkingsniveau hoe vat je de manier van de
boodschap op. (gaat bijna altijd over het gedrag)
Voorbeeld: je kant zeggen laat je boek nou is liggen johw of je zegt wil
je alsjeblieft je boek laten liggen.
Let op de situatie!
14.3
Voorwaarden voor feedback geven:
Open staan voor andere
Veiligheid en vertrouwen
Stap 1 : ik zie/ik hoor.
Stap 2: wat doet het met je.
Stap 3: dit is wat je wil dat de ander doet.
Regels:
Zeg precies wat je bedoelt en waar je op doelt.
Geen warde oordeel (jij bent stom, sago).
Dus geef feedback op gedrag niet op de persoon.
Daarom begin je met ik zie/ik hoor.
Vanuit de ik.
Wees positief.
Check of iets klopt.
Verbaal en non-verbaal vullen elkaar aan.