Hoofdstuk 16 intercultureel communicatie
Intercultureel communiceren: communicatie tussen mensen uit verschillende
culturen. We leven in een multiculturele samenleving. Verschillende culturen
kunnen hierbij botsen. Dat komt door verschillende normen en waarden.
Belangrijke reden = onbegrip.
Binnen een cultuur kunnen er verschillende stromingen zijn (islam,
christendom).
Jullie dienen dus intercultureel te communiceren. Je komt met verschillende
culturen in contact.
Taalgebruik en lichaamstaal:
Bij cultuur gaat het om taal en lichaamstaal zoals gewoonten rituelen,
normen en waarden. Je gedraagt je aan de hand van jouw cultuur
gebruiken
Taal: een systeem dat betekenis weergeeft door middel van symbolen, zoals
spraakklanken, gebaren of schrifttekens, die volgens een bepaald systeem
(grammatica) worden gerangschikt
Lichaamstaal: geheel van communicatieve boodschappen die door middel
van gebaren, mimiek, lichaamshouding en oogcontact worden
overgebracht
Eerste taal = moeder taal
Tweede taal = tweede taalverwerving
Voorbeelden:
Een Nederlander steekt zijn hand uit bij het groeten.
Een japanner zal een buiging maken.
Let bij je communicatie op:
Gezegden en uitdrukkingen.
Lichaamstaal (non-verbale communicatie)
Emotionele ladingen.
Verschillende opvattingen van normen en waarden:
Waarden: dat wat we belangrijk vinden in het leven.
Normen: gedragsregels afgeleid van waarden.
Voorbeeld:
Waarden = eerlijkheid
Norm = je mag niet liegen.
Intercultureel communiceren: communicatie tussen mensen uit verschillende
culturen. We leven in een multiculturele samenleving. Verschillende culturen
kunnen hierbij botsen. Dat komt door verschillende normen en waarden.
Belangrijke reden = onbegrip.
Binnen een cultuur kunnen er verschillende stromingen zijn (islam,
christendom).
Jullie dienen dus intercultureel te communiceren. Je komt met verschillende
culturen in contact.
Taalgebruik en lichaamstaal:
Bij cultuur gaat het om taal en lichaamstaal zoals gewoonten rituelen,
normen en waarden. Je gedraagt je aan de hand van jouw cultuur
gebruiken
Taal: een systeem dat betekenis weergeeft door middel van symbolen, zoals
spraakklanken, gebaren of schrifttekens, die volgens een bepaald systeem
(grammatica) worden gerangschikt
Lichaamstaal: geheel van communicatieve boodschappen die door middel
van gebaren, mimiek, lichaamshouding en oogcontact worden
overgebracht
Eerste taal = moeder taal
Tweede taal = tweede taalverwerving
Voorbeelden:
Een Nederlander steekt zijn hand uit bij het groeten.
Een japanner zal een buiging maken.
Let bij je communicatie op:
Gezegden en uitdrukkingen.
Lichaamstaal (non-verbale communicatie)
Emotionele ladingen.
Verschillende opvattingen van normen en waarden:
Waarden: dat wat we belangrijk vinden in het leven.
Normen: gedragsregels afgeleid van waarden.
Voorbeeld:
Waarden = eerlijkheid
Norm = je mag niet liegen.
