100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Volledig uitgewerkte samenvatting van de onderdelen dierhygiëne+huisvesting

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
79
Geüpload op
18-09-2023
Geschreven in
2022/2023

Een volledige samenvatting van de grootste delen van het vak. Economie en huisvesting ontbreken.

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
18 september 2023
Aantal pagina's
79
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

EXAMEN

 3 delenallemaal halen
o Dierhygiëne + huisvesting
o Dierenwelzijn
o Economie
 8 of 9 voor 1 onderdeel mag als je gemiddeld een 12 op 20 haalt
 Mix van open en mc

Het examen zal hoofdzakelijk bestaan uit meerkeuzevragen (4 mogelijke
antwoorden met slechts 1 juist antwoord, met toepassing van een verhoogde
cesuur) aangevuld met een beperkt aantal open vragen. Deze open vragen
kunnen de volledige cursus beslaan en vragen meestal naar een tekening of een
toepassing (een schema uitleggen, een vraagstuk oplossen, ...). Breng dus voor
het examen voldoende kleuren mee (mag potlood of pen zijn), een lat en een
rekenmachine (met leeg geheugen)

Dierhygiëne
Inleiding
 Dierenwelzijn: gezond dier, geschikte leefruimte, goede verzorging, licht, beweging, mate
van thermocomfort, sociaal contact, voer, water
 Dierenwelzijn= gezondheid(rol van de DA)&welzijn(rol van de producent/landbouwer)
 Gezonde dieren zijn productievereconomisch belang

Basisvoorwaarden dierenwelzijn:
 Geschikt en voldoende voedsel en drinkwater (voeding)
 Geschikte beschutting (huisvesting)
 De mogelijkheid om normaal gedrag te vertonen (ethologie)
 Fysieke behandeling met een minimum aan pijn en ongemak (omgaan met dieren)
 Bescherming tegen letsel en ziekte (diergeneeskunde)
o Rol dierenarts:
1. Preventie: bescherming tegen letsel en ziekte
2. Diagnostiek
3. Behandeling

Dierhygiëne= het onderdeel van de diergeneeskunde dat ervoor zorgt dat de kwaliteit van de
omgeving waar het dier verblijft in een goede staat is zodat de gezondheid van het dier gewaarborgd
is

, 1. Algemene concepten van ziekteverspreiding


Autotroof: kunnen voor zichzelf
voedsel voorzien, hebben daar
niemand voor nodig
Heterotroof: altijd een gastheer
nodig om aan voeding te geraken
 Symbiont: werkt samen
met gastheer, gastheer
heeft geen nadeel, bv
bacteriën in darmenals ze
er niet zouden zitten zou
dat een probleem zijn en
we hebben er geen last van
dat ze er zitten
 Saprofyt: gastheer heeft
geen voor-of nadeel, maar
het micro-organisme heeft wel een voordeel van de gastheer, gastheer is dood materiaal,
bv. schimmels die resten van bladeren eten
 Parasitair: profiteren van de gastheer en geven gastheer schade in één of meerdere fases
van hun levenscyclus. Het kan dat een parasitair micro-organisme bepaalde levensfases
heeft die buiten de gastheer plaatsvinden, maar op een bepaald moment in zijn levenscyclus
komt het micro-organisme in zijn gastheer terecht en zal daar voor schade zorgen. We
kunnen in het geval van deze micro-organismen spreken van een infectie.
o Niet alle parasitaire micro-organismen maken de gastheer per definitie ziek
o Gastheer zelf kan al een bepaalde immuunrespons teweeg brengen, waardoor het
pathogeen bestreden wordt
o Er zijn ook pathogeen afhankelijke zaken die kunnen bepalen of de gastheer ziek
wordt of niet:
 Virulentie: pathogeniciteit en besmettelijkheid (hoe pathogeen is de
ziekteverwekker, hoe ziek wordt je ervan, hoe extreem wordt het weer
uitgescheiden)
o Infectiedruk: het kan dat je wordt blootgesteld aan 10 viruspartikels en dat je
perfect oké bent omdat je lichaam/je immuniteit de viruspartikels kan verslaan,
maar dat je wel een probleem hebt als het 10.000 viruspartikels zijn ipv 10
 Bij dierhygiëne willen we de infectiedruk zo laag mogelijk maken zodat de
dieren niet ziek worden

Transmissiecirkel van
infectieziektenhele cyclus is pathogeen-
specifiek
Doel van pathogeen: zich in stand
houden door kolonisatie van
bepaalde ecologische niches (dier,
orgaan, cel,..), uitscheiding,
overleving buiten gastheer,
spreiding,..

, 1. Intrede in gastheer
 Ademhaling
o Inhalatie van infectieuze agentia
o Oorzaken: aanwezigheid infectieuze aërosols, slechte ventilatie gecombineerd met
overbevolking, onderliggende predisponerende infecties
 Gastro‐intestinaal
o Ingestie van pathogenen
o Oorzaken: contaminatie van de omgeving met pathogenen die buiten de gastheer
kunnen overleven, overbevolking, slechte reiniging en disinfectie
 Huid
o Oorzaken: wonden, insectenbeten, dierbeten, aanwezigheid schurende planten (e.g.
distels), het scheren van schapen, gebruik van gecontamineerde naalden
 Reproductief systeem
o Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en verticale transmissie
o Oorzaken: artificiële inseminatie

Sommige pathogenen hebben één bepaalde route van intreden en andere pathogenen kunnen via
verschillende routes binnenkomen
 Rabiës kan alleen overgedragen worden door een beet
 Antrax/miltvuur(bacterieel): kan via inhalatie van sporen, maar kan bijvoorbeeld ook
via gastro-intestinale inname of via wondjes
 Boviene virale diarree: ademhaling, seksueel contact/artificiële inseminatie,
transplacentaal

2. Kolonisatie van de gastheer
=wel of niet symptomen veroorzaken
 Incubatietijd=tijd tussen infectie en de
ontwikkeling van klinische symptomen
o Heel verschillend voor verschillende
pathogenen
o Kan van uren tot dagen tot maanden
o Rota virussen en influenza zorgen
binnen enkele uren al voor symptomen
 Excretie=excretie van pathogenen, door het
geïnfecteerde dier, in de omgeving
o Stijgt al voordat er symptomen optreden: latente periode= periode waarop je
geïnfecteerd bent en al pathogenen kan uitscheiden, maar nog geen last hebt van
symptomen
o Daalt+ kleine aftakking van de groene lijn: voor sommige pathogenen kan het dat er
latente drager dieren overblijven na infectie: na het verdwijnen van de symptomen
is er nog uitscheiding van de pathogenen in de omgeving
 Salmonella: kan nog dagen tot weken na het verminderen van de
symptomen worden teruggevonden in de ontlasting van dieren

Subklinische infecties: niet enkel klinisch zieke dieren in een populatie zorgen voor economisch
verlies, maar ook de subklinisch geïnfecteerde dieren. Klinische: aankoop van geneesmiddelen.
Subklinische: verspreiding ziekte, eileg daling, vleesgifte daling. Als de mogelijkheid er is ga je zowel
de klinische als de subklinische dieren behandelen.
Klinische symptomen bij een dier betekent niet per sé dat er een nieuw pathogeen is geïntroduceerd
in de groep: de infectiedruk kan ook gestegen zijnhygiënische maatregelen zijn op dat moment

, onvoldoende, waardoor de infectiedruk is gestegen tot het niveau waarop de dieren wel ziek
worden.

Quarantaine:
 Ziek dier
 Dieren die in nauw contact zijn geweest met het zieke dier
 Bij het introduceren van een nieuw dier
 Meestal 14 dagen, want binnen 14 dagen maken de meeste pathogenen zich wel toonbaar

3. Uitscheiding
=ziekteverspreiding
 Horizontale transmissie: tussen verschillende dieren onderling
o Onrechtstreeks: urine, stoelgang, hoesten
 Overleving in de omgeving of in een tussengastheer nodig
o Rechtstreeks: contact tussen dieren
 Geen overleving in de omgeving nodig
 Verticale transmissie: van moeder op jong

4. Overleving in de omgeving
 Biologische factoren:
o Sporen: schimmels, bacteriën (clostridium(tetanus), bacillus), zijn heel resistent,
kunnen lang overleven in de omgeving(dagen, weken, maanden, jaren)
o Oöcysten: bv bij cryptosporidium, soort eitjes die worden uitgescheiden in
mest/ontlasting en zo in de omgeving komen. Vervolgens ondergaan ze een paar
veranderingen waardoor ze besmettelijk worden en dus tot ziekte kunnen leiden bij
opname door andere dieren/mensen via de mond. Kunnen na weken(in de mest) of
maanden(in aarde) nog steeds infectieus zijn.
o Prionen: infectieuze eiwitten die zijn ontstaan uit normale eiwitten, komen bij gekke
koeienziekte bv voor in de hersenen. Kan binnenkomen in een bedrijf door de
aanwezigheid van infectieuze eiwitten in diervoeding.
 Zoötechnische factoren:
o Overbezetting
o Acclimatisatie: licht, thermocomfort, ventilatie
o Niches met een bepaald microklimaat: aanwezigheid van een warme vochtige
mesthoop

2. Belangrijkste routes van ziekteverspreiding

 Ademhaling :
o Aerosol: kleiner dan 5 micrometer
o Druppel: groter dan 5 micrometer, kan door grootte niet zo ver komen, dus vaak
binnen 1m van de gastheer
 Direct contact
 Feco-oraal: via stoelgang of urine
 Geïnfecteerd materiaal: laarzen, handschoenen
 Vectoren: insecten, knaagdieren
 Water: salmonella, E.coli
 Seksueel: pathogenen die aanwezig zijn in de reproductieve secreties
 Verticaal: via placenta of tijdens geboorte
 Iatrogeen: veroorzaakt door dierenarts of producent zelf, bv door artificiële inseminatie
$9.05
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
nenaschoonbeek

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
nenaschoonbeek Universiteit Antwerpen
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
4
Laatst verkocht
-

0.0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen