Tijd van wereldoorlogen
1900 – 1950
§9.1 Van eeuwwisseling naar wereldoorlog
Kenmerkende aspecten
Het voeren van twee wereldoorlogen
De crisis van het wereldkapitalisme
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
De industriële revolutie leidde tot ontwikkelingen die de moderne tijd tot gevolg hadden. Duitsland
industrialiseerde snel na de vorming van het keizerrijk in 1871. Deze ontwikkelingen leidden tot het
wereldwijde conflict: de Eerste Wereldoorlog.
Positivisme
Ongekende economische en technologische vooruitgang
Toenemende welvaart voor burgerlijke middenklasse en massaconsumptie
Geloof in maakbaarheid van de wereld
Trots op eigen natie: gevoelend van suprematie
Internationale concurrentie leidt tot spanning
Koloniale wedloop
Gevolgen Frans-Duitse oorlog
Duitse industrialisatie
Interne spanningen
Opkomst communisme en socialisme
Radicaliserend nationalisme
Maatschappelijke vervreemding door snelle veranderingen
Opkomst expressionisme
Bondgenootschappen
Wapenwedloop tussen Duitsland en Groot-Brittannië, nadat Willem II in 1889 de oorlogsvloot begint
te bouwen. Hierdoor beginnen landen bondgenootschappen te vormen.
Engeland Frankrijk Rusland Oostenrijk-Hongarije
Duitsland is een Anti-Duitse houding Nationalisme is
bedreiging en willen wraak bedreiging voor de
eenheid
Modernisering van de Modernisering van het Belang van een ijsvrije Oogje op de Balkan
vloot leger + uitbreiding haven
koloniale macht
Toenadering met Bondgenootschap Bondgenootschap met Bondgenootschap met
Frankrijk en Rusland Engeland + Rusland Engeland, Frankrijk en Duitsland
Servië
Entente Cordiale: verdrag tussen Groot-Brittannië en Frankrijk uit 1904 over de invloedsferen in
Afrika. Indirect werd afgesproken om, wanneer Duitsland of één van haar partners zou mobiliseren,
Duitsland onmiddellijk op twee fronten aan te vallen.
Triple Entente: alliantie tussen Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland uit 1907.
Triple Alliantie: alliantie tussen Italië, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije
1900 – 1950
§9.1 Van eeuwwisseling naar wereldoorlog
Kenmerkende aspecten
Het voeren van twee wereldoorlogen
De crisis van het wereldkapitalisme
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
De industriële revolutie leidde tot ontwikkelingen die de moderne tijd tot gevolg hadden. Duitsland
industrialiseerde snel na de vorming van het keizerrijk in 1871. Deze ontwikkelingen leidden tot het
wereldwijde conflict: de Eerste Wereldoorlog.
Positivisme
Ongekende economische en technologische vooruitgang
Toenemende welvaart voor burgerlijke middenklasse en massaconsumptie
Geloof in maakbaarheid van de wereld
Trots op eigen natie: gevoelend van suprematie
Internationale concurrentie leidt tot spanning
Koloniale wedloop
Gevolgen Frans-Duitse oorlog
Duitse industrialisatie
Interne spanningen
Opkomst communisme en socialisme
Radicaliserend nationalisme
Maatschappelijke vervreemding door snelle veranderingen
Opkomst expressionisme
Bondgenootschappen
Wapenwedloop tussen Duitsland en Groot-Brittannië, nadat Willem II in 1889 de oorlogsvloot begint
te bouwen. Hierdoor beginnen landen bondgenootschappen te vormen.
Engeland Frankrijk Rusland Oostenrijk-Hongarije
Duitsland is een Anti-Duitse houding Nationalisme is
bedreiging en willen wraak bedreiging voor de
eenheid
Modernisering van de Modernisering van het Belang van een ijsvrije Oogje op de Balkan
vloot leger + uitbreiding haven
koloniale macht
Toenadering met Bondgenootschap Bondgenootschap met Bondgenootschap met
Frankrijk en Rusland Engeland + Rusland Engeland, Frankrijk en Duitsland
Servië
Entente Cordiale: verdrag tussen Groot-Brittannië en Frankrijk uit 1904 over de invloedsferen in
Afrika. Indirect werd afgesproken om, wanneer Duitsland of één van haar partners zou mobiliseren,
Duitsland onmiddellijk op twee fronten aan te vallen.
Triple Entente: alliantie tussen Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland uit 1907.
Triple Alliantie: alliantie tussen Italië, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije