Filosofie van de Economie
Hoorcollege 1
Filosofie en economie
Wat is filosofie eigenlijk?
- Betekent wijsbegeerte
- Wordt vaak gezien als moeder der wetenschappen. Ontstaan economie als
wetenschap: 1776, jaar waarin Wealth of Nations werd geschreven door Adam
Smith.
- Filosofie ontstond als een systematisch gestructureerde manier van nadenken over
de werkelijkheid.
Twee deelgebieden filosofie:
- Metafysica (wat zit er achter de waarneembare werkelijkheid?), epistemologie,
logica, wetenschapsfilosofie (theoretische filosofie).
- Ethiek en politieke filosofie (praktische filosofie).
Enkele filosofen die invloed hadden op de economie:
- Aristoteles: ‘uitvinder’ economie
- David Hume: leverde belangrijke bijdragen aan monetaire theorieën, waaronder de
‘quantity theory of money’.
- Adam Smith: eerste ‘moderne’ econoom, schrijver van ‘Theory of Moral Sentiments’.
Enkele economen die van belang waren voor filosofie:
- John Stuart Mill: schrijver van ‘Principles of Political Economy’, hierin stonden
begrippen als schaalvoordelen en opportunity costs.
- William Stanley Jevons: een van de drie marginalisten, heeft bijgedragen aan de
logica en wetenschapsfilosofie.
- J.M. Keynes: de ‘uitvinder’ van de macro-economie, leverde een bijdrage aan de
waarschijnlijkheidsrekening.
Dit vak wordt vanuit het perspectief van economische theorieën en modellen bestudeerd.
Ook wel meta-analyse genoemd. Dit is eigenlijk een analyse van een analyse. Gelaagdheid in
opzet bijna nooit uitspraken over economische werkelijkheid.
Doelen economie
- Verklaren. Terugblikkend, in retroperspectief. Gaat meestal om causaal verband, je
probeert oorzaak aan te wijzen.
- Voorspellen. Toekomstige gebeurtenissen, prognostisch. Er wordt ook gebruik
gemaakt van terugblikken.
- Beheersen. Verbeteren, je moet handvaten aanreiken.
Verklaren economische verschijnselen
Bij economie geldt vaak dat de meest recente verklaring het beste is, omdat deze goed
aansluit op de nieuwe werkelijkheid. Bij filosofie geldt dat niet, daar wordt vaak nog op oude
ideeën teruggegrepen.
Hoorcollege 1
Filosofie en economie
Wat is filosofie eigenlijk?
- Betekent wijsbegeerte
- Wordt vaak gezien als moeder der wetenschappen. Ontstaan economie als
wetenschap: 1776, jaar waarin Wealth of Nations werd geschreven door Adam
Smith.
- Filosofie ontstond als een systematisch gestructureerde manier van nadenken over
de werkelijkheid.
Twee deelgebieden filosofie:
- Metafysica (wat zit er achter de waarneembare werkelijkheid?), epistemologie,
logica, wetenschapsfilosofie (theoretische filosofie).
- Ethiek en politieke filosofie (praktische filosofie).
Enkele filosofen die invloed hadden op de economie:
- Aristoteles: ‘uitvinder’ economie
- David Hume: leverde belangrijke bijdragen aan monetaire theorieën, waaronder de
‘quantity theory of money’.
- Adam Smith: eerste ‘moderne’ econoom, schrijver van ‘Theory of Moral Sentiments’.
Enkele economen die van belang waren voor filosofie:
- John Stuart Mill: schrijver van ‘Principles of Political Economy’, hierin stonden
begrippen als schaalvoordelen en opportunity costs.
- William Stanley Jevons: een van de drie marginalisten, heeft bijgedragen aan de
logica en wetenschapsfilosofie.
- J.M. Keynes: de ‘uitvinder’ van de macro-economie, leverde een bijdrage aan de
waarschijnlijkheidsrekening.
Dit vak wordt vanuit het perspectief van economische theorieën en modellen bestudeerd.
Ook wel meta-analyse genoemd. Dit is eigenlijk een analyse van een analyse. Gelaagdheid in
opzet bijna nooit uitspraken over economische werkelijkheid.
Doelen economie
- Verklaren. Terugblikkend, in retroperspectief. Gaat meestal om causaal verband, je
probeert oorzaak aan te wijzen.
- Voorspellen. Toekomstige gebeurtenissen, prognostisch. Er wordt ook gebruik
gemaakt van terugblikken.
- Beheersen. Verbeteren, je moet handvaten aanreiken.
Verklaren economische verschijnselen
Bij economie geldt vaak dat de meest recente verklaring het beste is, omdat deze goed
aansluit op de nieuwe werkelijkheid. Bij filosofie geldt dat niet, daar wordt vaak nog op oude
ideeën teruggegrepen.