Literatuur: 1.3 t/m 1.3.1, 1.4, H2, H5, 6.1 t/m Scrontrovorm op pag. 188, 6.3.1 t/m 6.3.2, 6.5
(alleen begrip liquiditeit en solvabiliteit), 6.6 (excl. functionele model), 7.1, 7.2.1, 7.2.3
Leerdoelen:
Prestatiemaatstaven van een organisatie benoemen in relatie tot verschillende
stakeholders.
Passende maatregelen voor reductie van de bedrijfslasten en personele kosten in
eigen woorden formuleren.
Kosten en baten die samenhangen met reorganisaties beschrijven.
Aangeven welke factoren de waarde van het personeel voor een organisatie
beïnvloeden.
Kosten en baten van de inzet van HR- instrumenten verklaren.
De invloed van het personeelsbeleid op de begroting van de HRM-afdeling schetsen.
Beschrijven op welke manier de kosten voor HRM aan andere afdelingen kunnen
worden doorberekend.
Aangeven hoe een balans en resultatenrekening zijn opgebouwd.
Met behulp van een basale balans financiële risico’s berekenen.
Verschillen tussen een budget en begroting benoemen.
In eigen woorden de rol van financieel directeur en controller uitleggen in relatie tot
de doelstellingen van een organisatie.
Het HRM-beleid vertalen in prestatiemaatstaven voor de organisatie.
De belangen van partijen in en om een organisatie relateren aan
prestatiemaatstaven.
Ontwikkelingen in de omgeving benoemen die het noodzakelijk maken dat de HRM-
afdeling haar bijdrage aan de financiële resultaten van een organisatie inzichtelijk
maakt.
Formuleren welke HR-instrumenten kunnen worden ingezet om de financiële
prestaties van een organisatie positief te beïnvloeden.
Het spanningsveld tussen de financieel georiënteerde doelstellingen enerzijds en de
sociaal georiënteerde doelstellingen anderzijds herkennen en benoemen.
De belangen van shareholders en overige stakeholders benoemen en aangeven op
Welke wijze deze tegengesteld kunnen zijn.
Een standpunt innemen over de financiële aspecten van HRM-vraagstukken als
verzuimbeleid, verloop, werving & selectie en opleiding.
Verbeteracties voorstellen ter voorkoming van gedwongen ontslagen bij
kostenreducerende doelstellingen.
WG = werkgever
WN = werknemer