Week 4: Casus circulatie
Meconium aspiratie syndroom
Meconium houdend vruchtwater
Er is sprake van meconiumhoudend vruchtwater indien er ontlasting van de foetus in het
vruchtwater zit. Het vruchtwater kleurt groen en is soms waterig (dun meconiumhoudend
vruchtwater) maar soms ook dikker van consistentie, als dikke erwtensoep (dik
meconiumhoudend vruchtwater). Meconiumhoudend vruchtwater komt bij ongeveer 10% van
de bevallingen voor, waarbij de incidentie hoger is bij zwangerschappen van meer dan 40
weken. Het ontlasten van meconium in het vruchtwater kan een uiting zijn van intra-uteriene
foetale nood. Foetale nood leidt tot een toename van de peristaltiek, waardoor meconium
wordt geloosd. Bij 2-9% van de pasgeboren met meconiumhoudend vruchtwater is er ook
sprake van meconiumaspiratie, wat kan leiden tot het meconiumaspiratie-syndroom.
Verpleegkundige observaties
- Bij een pasgeborene die meconium geaspireerd heeft, ziet men
ademhalingsproblemen zoals tachypneu, dyspneu, intrekkingen en cyanose, en
verder een slechte perifere circulatie en een door meconium verkleurde huid.
Observatie van de kleur is belangrijk in verband met de eventuele aanwezigheid van
shunting in de longcirculatie, die bij cyanose optreedt.
- Onrust en tegenademen aan de beademing moeten worden vermeden om
vasoconstrictie te voorkomen en een PPHN te vermijden. Specifieke medicatie voor
onrust of vasoconstrictie kan noodzakelijk zijn. Bij acute verslechtering van de
klinische toestand moet men bedacht zijn op het ontstaan van een pneumothorax.
Verpleegkundige interventies
- Bij een pasgeborene met een meconiumaspiratie is de verpleegkundige zorg vooral
gericht op het voorkomen van complicaties.
- Het is van groot belang om situaties te vermijden waarin opnieuw hypoxie kan
optreden, zoals onrust en/of tegenademen.
o Daarom zullen pijnbestrijding, sedatie en eventueel spierverslapping tijdens
beademing nodig zijn.
- Een adequaat bronchiaal toilet kan veel schade voorkomen.
- Regelmatige bloedgascontroles
- Als er sprake is van asfyxie zal deze behandeld worden volgens afdelingsgebonden
protocol, met de daarbij behorende specifieke verpleegkundige zorg.
- Voorkomen meest voorkomende complicatie van MAS: PPHN.
Behandeling:
Wanneer beademing en medicamenteuze therapie geen of onvoldoende resultaat hebben,
kan de pasgeborene alleen nog behandeld worden met NO-therapie, al dan niet in
combinatie met HFO of ECMO als rescue treatment.
Oorzaak
Foetale nood, meestal gepaard gaand met hypoxie en acidose, leidt intra-uterien tot
gaspende adembewegingen van de foetus. Hierdoor kan bij meconiumhoudend vruchtwater
meconium al diep in de luchtwegen terechtkomen. Na de geboorte komt het meconium door
de eigen ademhaling en/of beademing nog dieper in de longen en kan het de luchtwegen
afsluiten en een chemische pneumonie veroorzaken. Achter luchtwegobstructies kunnen
enerzijds atelectases ontstaan, anderzijds kan een meconiumprop als een ventiel werken
waardoor ‘air trapping’ (hyperinflatie) ontstaat met het risico op een air leak syndrome.
Meconium vermindert de werking van surfactans. Door de obstructies en ontsteking ontstaat
een beeld met ongelijke ventilatie over de longvelden, resulterend in een perfusie/ventilatie-
mismatch. Door hypoxie en acidose kan eveneens vasoconstrictie van de longvaten
Meconium aspiratie syndroom
Meconium houdend vruchtwater
Er is sprake van meconiumhoudend vruchtwater indien er ontlasting van de foetus in het
vruchtwater zit. Het vruchtwater kleurt groen en is soms waterig (dun meconiumhoudend
vruchtwater) maar soms ook dikker van consistentie, als dikke erwtensoep (dik
meconiumhoudend vruchtwater). Meconiumhoudend vruchtwater komt bij ongeveer 10% van
de bevallingen voor, waarbij de incidentie hoger is bij zwangerschappen van meer dan 40
weken. Het ontlasten van meconium in het vruchtwater kan een uiting zijn van intra-uteriene
foetale nood. Foetale nood leidt tot een toename van de peristaltiek, waardoor meconium
wordt geloosd. Bij 2-9% van de pasgeboren met meconiumhoudend vruchtwater is er ook
sprake van meconiumaspiratie, wat kan leiden tot het meconiumaspiratie-syndroom.
Verpleegkundige observaties
- Bij een pasgeborene die meconium geaspireerd heeft, ziet men
ademhalingsproblemen zoals tachypneu, dyspneu, intrekkingen en cyanose, en
verder een slechte perifere circulatie en een door meconium verkleurde huid.
Observatie van de kleur is belangrijk in verband met de eventuele aanwezigheid van
shunting in de longcirculatie, die bij cyanose optreedt.
- Onrust en tegenademen aan de beademing moeten worden vermeden om
vasoconstrictie te voorkomen en een PPHN te vermijden. Specifieke medicatie voor
onrust of vasoconstrictie kan noodzakelijk zijn. Bij acute verslechtering van de
klinische toestand moet men bedacht zijn op het ontstaan van een pneumothorax.
Verpleegkundige interventies
- Bij een pasgeborene met een meconiumaspiratie is de verpleegkundige zorg vooral
gericht op het voorkomen van complicaties.
- Het is van groot belang om situaties te vermijden waarin opnieuw hypoxie kan
optreden, zoals onrust en/of tegenademen.
o Daarom zullen pijnbestrijding, sedatie en eventueel spierverslapping tijdens
beademing nodig zijn.
- Een adequaat bronchiaal toilet kan veel schade voorkomen.
- Regelmatige bloedgascontroles
- Als er sprake is van asfyxie zal deze behandeld worden volgens afdelingsgebonden
protocol, met de daarbij behorende specifieke verpleegkundige zorg.
- Voorkomen meest voorkomende complicatie van MAS: PPHN.
Behandeling:
Wanneer beademing en medicamenteuze therapie geen of onvoldoende resultaat hebben,
kan de pasgeborene alleen nog behandeld worden met NO-therapie, al dan niet in
combinatie met HFO of ECMO als rescue treatment.
Oorzaak
Foetale nood, meestal gepaard gaand met hypoxie en acidose, leidt intra-uterien tot
gaspende adembewegingen van de foetus. Hierdoor kan bij meconiumhoudend vruchtwater
meconium al diep in de luchtwegen terechtkomen. Na de geboorte komt het meconium door
de eigen ademhaling en/of beademing nog dieper in de longen en kan het de luchtwegen
afsluiten en een chemische pneumonie veroorzaken. Achter luchtwegobstructies kunnen
enerzijds atelectases ontstaan, anderzijds kan een meconiumprop als een ventiel werken
waardoor ‘air trapping’ (hyperinflatie) ontstaat met het risico op een air leak syndrome.
Meconium vermindert de werking van surfactans. Door de obstructies en ontsteking ontstaat
een beeld met ongelijke ventilatie over de longvelden, resulterend in een perfusie/ventilatie-
mismatch. Door hypoxie en acidose kan eveneens vasoconstrictie van de longvaten