Strafrecht 3
Arresten
Week 1
1. Dronken Broer: Materiële waarheid geeft de doorslag en dus kan er ten nadele van verdachte
herziening plaatsvinden. Het gaat om het bestraffen van schuldigen.
2. Özturk tegen Duitsland: Het is onverenigbaar met het object & purpose van het verdrag om een
feit anders te noemen en zo 6 EVRM uit te sluiten. Een bestuurlijke boete kan ook een criminal
charge opleveren. Dit is verenigbaar indien de toegang tot de rechter gewaarborgd wordt en er
geen processuele beletselen zijn. Of een feit een criminal charge is hangt af van of het tot het
nationale strafrecht behoort, het karakter van de overtreding en de aard en zwaarte van de straf.
3. Kruslin en Huvig tegen Frankrijk: Afluisteren in strijd met 8 EVRM? Sprake van privacy
schending? Dat mag alleen als in accordance with the law is (basis in recht, accessible en
foreseeable) en necessary in a democratic society. Als de RC alle noodzakelijke maatregelen
neemt dan is er niet sprake van een schending van art. 8 EVRM.
4. Salduz tegen Nederland: Verdachte mag zijn advocaat raadplegen voor het politieverhoor EN
moet op dit recht zijn gewezen voor het eerste verhoor, anders vormverzuim. Een aangehouden
verdachte dient voor het eerst politieverhoor een advocaat te kunnen consulteren. Er is sprake
van een verhoor als er gevraagd wordt naar betrokkenheid bij een strafbaar feit. Enkel vragen
naar personalia niet. Enkel consultatiebijstand en geen advocaat bij verhoor. Rechtsgevolg =
bewijsuitsluiting en geen strafvermindering.
5. Saunders tegen Groot-Brittannië: Bescherming tegen gedwongen self-incrimination gaat niet
verder dan zwijgrecht. Bewijs dat onder dwang of drukuitoefening is verkregen én dat afhankelijk
van de wil van de verdachte bestaat, mag niet worden gebruikt tijdens een strafvervolging. Ander
bewijsmateriaal (materiaal dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat) mag onder
dwang van verdachte worden verkregen, zoals: documenten, adem, bloed, urine en
lichaamsmateriaal ten behoeve van dna-onderzoek.
6. Hollende kleurling: Het feit dat een kleurling uit een drugsverzamelplaats loopt geeft geen
redelijk vermoeden van schuld. De onderzoeking is daarom onrechtmatig geweest.
7. Rennende reputatie: Het redelijk vermoeden van schuld moet gebaseerd zijn op concrete feiten
en omstandigheden
8. Weigerachtige zwartrijder: Het staande houden eindigt niet door de enkele omstandigheid dat
verdachte ontwijkend of ontkennend beantwoordt. De opsporingsambtenaar mag binnen grenzen
persisteren bij het stellen van vragen naar de personalia.
Week 2
9. De Cubber tegen België (De Cubber of Hauschildt): De enkele objectieve schijn van
partijdigheid kan voldoende zijn om onpartijdigheid van de rechter niet aan te nemen. Subjectieve
partijdigheid rechten (gebleken persoonlijke partijdigheid) of objectieve partijdigheid rechter
(gewerkte schijn van partijdigheid)
10. Hauschildt tegen Denemarken: De schuldvraag voor verdenking en schuldbevinding is niet
hetzelfde, maar lag hier te dicht bij elkaar. Daarom was de rechter niet meer onpartijdig. Zal in
Nederland niet voorkomen, de graad van verdenking ligt voldoende ver van de schuldvraag.
1
Arresten
Week 1
1. Dronken Broer: Materiële waarheid geeft de doorslag en dus kan er ten nadele van verdachte
herziening plaatsvinden. Het gaat om het bestraffen van schuldigen.
2. Özturk tegen Duitsland: Het is onverenigbaar met het object & purpose van het verdrag om een
feit anders te noemen en zo 6 EVRM uit te sluiten. Een bestuurlijke boete kan ook een criminal
charge opleveren. Dit is verenigbaar indien de toegang tot de rechter gewaarborgd wordt en er
geen processuele beletselen zijn. Of een feit een criminal charge is hangt af van of het tot het
nationale strafrecht behoort, het karakter van de overtreding en de aard en zwaarte van de straf.
3. Kruslin en Huvig tegen Frankrijk: Afluisteren in strijd met 8 EVRM? Sprake van privacy
schending? Dat mag alleen als in accordance with the law is (basis in recht, accessible en
foreseeable) en necessary in a democratic society. Als de RC alle noodzakelijke maatregelen
neemt dan is er niet sprake van een schending van art. 8 EVRM.
4. Salduz tegen Nederland: Verdachte mag zijn advocaat raadplegen voor het politieverhoor EN
moet op dit recht zijn gewezen voor het eerste verhoor, anders vormverzuim. Een aangehouden
verdachte dient voor het eerst politieverhoor een advocaat te kunnen consulteren. Er is sprake
van een verhoor als er gevraagd wordt naar betrokkenheid bij een strafbaar feit. Enkel vragen
naar personalia niet. Enkel consultatiebijstand en geen advocaat bij verhoor. Rechtsgevolg =
bewijsuitsluiting en geen strafvermindering.
5. Saunders tegen Groot-Brittannië: Bescherming tegen gedwongen self-incrimination gaat niet
verder dan zwijgrecht. Bewijs dat onder dwang of drukuitoefening is verkregen én dat afhankelijk
van de wil van de verdachte bestaat, mag niet worden gebruikt tijdens een strafvervolging. Ander
bewijsmateriaal (materiaal dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat) mag onder
dwang van verdachte worden verkregen, zoals: documenten, adem, bloed, urine en
lichaamsmateriaal ten behoeve van dna-onderzoek.
6. Hollende kleurling: Het feit dat een kleurling uit een drugsverzamelplaats loopt geeft geen
redelijk vermoeden van schuld. De onderzoeking is daarom onrechtmatig geweest.
7. Rennende reputatie: Het redelijk vermoeden van schuld moet gebaseerd zijn op concrete feiten
en omstandigheden
8. Weigerachtige zwartrijder: Het staande houden eindigt niet door de enkele omstandigheid dat
verdachte ontwijkend of ontkennend beantwoordt. De opsporingsambtenaar mag binnen grenzen
persisteren bij het stellen van vragen naar de personalia.
Week 2
9. De Cubber tegen België (De Cubber of Hauschildt): De enkele objectieve schijn van
partijdigheid kan voldoende zijn om onpartijdigheid van de rechter niet aan te nemen. Subjectieve
partijdigheid rechten (gebleken persoonlijke partijdigheid) of objectieve partijdigheid rechter
(gewerkte schijn van partijdigheid)
10. Hauschildt tegen Denemarken: De schuldvraag voor verdenking en schuldbevinding is niet
hetzelfde, maar lag hier te dicht bij elkaar. Daarom was de rechter niet meer onpartijdig. Zal in
Nederland niet voorkomen, de graad van verdenking ligt voldoende ver van de schuldvraag.
1