1 Introductie HR: Wat is het en waar dient het
voor?
HRM = human resource management = managen van mensen in je organisatie
• Wie heb ik nodig in het bedrijf?
• Hoe zorg ik ervoor dat werknemers tevreden zijn op het werk?
• Hoe zoek ik een juiste persoon voor de openstaande vacature?
• Welke opleiding kan ik de werknemers geven?
1.1 Definitie en doelen van HRM
• Doel 1 (belangrijkste)
= mensen zodanig inzetten dat organisatie een doel kan bereiken.
bv. winst maken, groeien, …
• Doel 2
= de arbeidsrelatie moet voor beide partijen in evenwicht zijn.
bv. als jij vakantiewerk gaat doen dan wil je daar een eerlijk loon voor en
jouw baas wil dat jij je inzet
• Doel 3
= de arbeidsrelatie moet acceptabel zijn voor de maatschappij.
bv. slavenarbeid is niet oke in deze maatschappij.
Definitie HR
“HR gaat over alles wat een organisatie doet om de medewerkers
productief te laten zijn. Tegelijkertijd moet HRM ervoor zorgen dat de
arbeidsrelatie in evenwicht is en voldoet aan maatschappelijke
normen en verwachtingen.”
1.2 Niveaus van HR
Overzich niveau’s
1. operationeel
• HR-cyclus
2. strategisch
• Strategie richting de toekomst
3. organisatorisch
• Strategie gaan uitwerken
4. institutioneel
• Factor buiten de organisatie
1
,1.2.1 Niveau 1: operationeel
= uitvoerend, dagelijkse begeleiding en aansturing van werknemers
Verdere uitleg van de cyclus pagina 16
We kijken naar
• de beloning (loonsverhoging, weekendje ibiza)
• het opleiden en ontwikkelen (kijken naar wat een werknemer nodig heeft)
Gevolg = uitstroom
→ werknemer verlaat het bedrijf
1.2.2 Niveau 2: strategisch
= afhankelijke van de omgeving → wat doet HR in functie van het bedrijf
DOEL: hoe kunnen we de omgeving en de organisatie zo goed mogelijk op
elkaar afstemmen
→ richting de toekomst
Bv. snellere productieprocessen, hogere klantgerichtheid, … .
“Richting geven aan een organisatie zodat die nog beter kan functioneren. De
koers van het bedrijf bepalen.”
Arbeidsmarkt
= wie is vandaag de dag werkzoekend
Afzetmarkt
= in welke sector bevinden we ons
Bv. zorg
2
,1.2.3 Niveau 3: organisatorisch / tactisch
= het inrichten van de organisatie → na een bepaling van de strategie
WERKING: met we hebben de strategie, hoe werken we deze praktisch uit
“De praktische uitwerking van een strategie.” → hangen dus nauw samen
Voorbeeld 1: strategie = energiezuiniger productieproces
→ Organisatorisch = windmolenpark bouwen
Voorbeeld 2: strategie = klantgerichter werken
→ Organisatorisch = robots inschakelen
1.2.4 Niveau 4: institutioneel / maatschappelijk
= maatschappelijk, wat kan HR wel en wat niet
→ insituten buiten de organisatie die zich met de arbeidsrelatie bezig houden
Bv. vakbonden (sectoraal)
Vakbonden
= in naam van werknemers overleggen met werkgevers
Bv. over lonen, CAO, … .
3
, Collectieve arbeidsovereenkomst CAO
= overeenkomst op sectorniveau die gemaakt wordt tussen de
werknemers, overheid en vakbonden
1.2.5 Overzicht niveaus
Operationeel HR Strategisch HR Organisatorisch HR
Focus De organisatie van De koers van de De inrichting van de
dagdagelijks handelen. organisatie. organisatie.
Tijdsperspectief Korte termijn. Lange termijn. Middellange termijn.
Hoofddoel Aantrekken en goed Zeker stellen van het Creëren van voordelen
benutten van talenten voortbestaan van de door
van medewerkers. organisatie. organisatieprocessen en
arbeid slim in te richten.
Wat is belangrijk? Zorgvuldigheid in Continuïteit en Efficiëntie en evenwicht
procedures en legitimiteit van de in belangen tussen
evenwichtige afweging organisatie. individuen en
van belangen. organisatie.
1.3 HR vanuit verschillende perspectieven
HR beleid vanuit 4 invalshoeken
• Bedrijfseconomisch perspectief
= accent op productie → mensen zien als machines → middelen die een
organisatie gebruikt om zijn doelen te bereiken
• Sociaalpsychologisch perspectief
= hoe voelen de werknemers zich tegenover de werkgevers →
samenwerkingsverbanden, …
• Politiek perspectief
= heeft het personeel het gevoel van zeggenschap, wordt er voldoende
gecommuniceerd, weet het personeel wat er gebeurt binnen het bedrijf
→ verschil in belangen
(vooral ondernemingsraden en vakbonden)
• Maatschappelijk perspectief
= is het oke wat er hier gebeurt? → relatie met de samenleving
4
voor?
HRM = human resource management = managen van mensen in je organisatie
• Wie heb ik nodig in het bedrijf?
• Hoe zorg ik ervoor dat werknemers tevreden zijn op het werk?
• Hoe zoek ik een juiste persoon voor de openstaande vacature?
• Welke opleiding kan ik de werknemers geven?
1.1 Definitie en doelen van HRM
• Doel 1 (belangrijkste)
= mensen zodanig inzetten dat organisatie een doel kan bereiken.
bv. winst maken, groeien, …
• Doel 2
= de arbeidsrelatie moet voor beide partijen in evenwicht zijn.
bv. als jij vakantiewerk gaat doen dan wil je daar een eerlijk loon voor en
jouw baas wil dat jij je inzet
• Doel 3
= de arbeidsrelatie moet acceptabel zijn voor de maatschappij.
bv. slavenarbeid is niet oke in deze maatschappij.
Definitie HR
“HR gaat over alles wat een organisatie doet om de medewerkers
productief te laten zijn. Tegelijkertijd moet HRM ervoor zorgen dat de
arbeidsrelatie in evenwicht is en voldoet aan maatschappelijke
normen en verwachtingen.”
1.2 Niveaus van HR
Overzich niveau’s
1. operationeel
• HR-cyclus
2. strategisch
• Strategie richting de toekomst
3. organisatorisch
• Strategie gaan uitwerken
4. institutioneel
• Factor buiten de organisatie
1
,1.2.1 Niveau 1: operationeel
= uitvoerend, dagelijkse begeleiding en aansturing van werknemers
Verdere uitleg van de cyclus pagina 16
We kijken naar
• de beloning (loonsverhoging, weekendje ibiza)
• het opleiden en ontwikkelen (kijken naar wat een werknemer nodig heeft)
Gevolg = uitstroom
→ werknemer verlaat het bedrijf
1.2.2 Niveau 2: strategisch
= afhankelijke van de omgeving → wat doet HR in functie van het bedrijf
DOEL: hoe kunnen we de omgeving en de organisatie zo goed mogelijk op
elkaar afstemmen
→ richting de toekomst
Bv. snellere productieprocessen, hogere klantgerichtheid, … .
“Richting geven aan een organisatie zodat die nog beter kan functioneren. De
koers van het bedrijf bepalen.”
Arbeidsmarkt
= wie is vandaag de dag werkzoekend
Afzetmarkt
= in welke sector bevinden we ons
Bv. zorg
2
,1.2.3 Niveau 3: organisatorisch / tactisch
= het inrichten van de organisatie → na een bepaling van de strategie
WERKING: met we hebben de strategie, hoe werken we deze praktisch uit
“De praktische uitwerking van een strategie.” → hangen dus nauw samen
Voorbeeld 1: strategie = energiezuiniger productieproces
→ Organisatorisch = windmolenpark bouwen
Voorbeeld 2: strategie = klantgerichter werken
→ Organisatorisch = robots inschakelen
1.2.4 Niveau 4: institutioneel / maatschappelijk
= maatschappelijk, wat kan HR wel en wat niet
→ insituten buiten de organisatie die zich met de arbeidsrelatie bezig houden
Bv. vakbonden (sectoraal)
Vakbonden
= in naam van werknemers overleggen met werkgevers
Bv. over lonen, CAO, … .
3
, Collectieve arbeidsovereenkomst CAO
= overeenkomst op sectorniveau die gemaakt wordt tussen de
werknemers, overheid en vakbonden
1.2.5 Overzicht niveaus
Operationeel HR Strategisch HR Organisatorisch HR
Focus De organisatie van De koers van de De inrichting van de
dagdagelijks handelen. organisatie. organisatie.
Tijdsperspectief Korte termijn. Lange termijn. Middellange termijn.
Hoofddoel Aantrekken en goed Zeker stellen van het Creëren van voordelen
benutten van talenten voortbestaan van de door
van medewerkers. organisatie. organisatieprocessen en
arbeid slim in te richten.
Wat is belangrijk? Zorgvuldigheid in Continuïteit en Efficiëntie en evenwicht
procedures en legitimiteit van de in belangen tussen
evenwichtige afweging organisatie. individuen en
van belangen. organisatie.
1.3 HR vanuit verschillende perspectieven
HR beleid vanuit 4 invalshoeken
• Bedrijfseconomisch perspectief
= accent op productie → mensen zien als machines → middelen die een
organisatie gebruikt om zijn doelen te bereiken
• Sociaalpsychologisch perspectief
= hoe voelen de werknemers zich tegenover de werkgevers →
samenwerkingsverbanden, …
• Politiek perspectief
= heeft het personeel het gevoel van zeggenschap, wordt er voldoende
gecommuniceerd, weet het personeel wat er gebeurt binnen het bedrijf
→ verschil in belangen
(vooral ondernemingsraden en vakbonden)
• Maatschappelijk perspectief
= is het oke wat er hier gebeurt? → relatie met de samenleving
4
