Coping, ouder worden, palliatieve zorg
Coping: automatische reactie op problemen/verandering
- Het omgaan met omstandigheden die aanpassing vereist
Belang:
- Manier waarop een cliënt omgaat met een chronische aandoening heeft invloed op verloop
van ziekte
o Hanteerbaar maken
o Voorkomen van verergering
o Bevorderen van herstel wanneer mogelijk
3 basispatronen
- Situatie aangaan
- Situatie vermijden
- Ontregelen van een situatie
Copingsselementen
- Cognitie
- Emotie
- Gedrag
Subschalen
- ACT: actief aanpakken, controleren
- PAL: palliatieve reactie
- VER: vermijden, afwachten
- SOC: sociale steun zoeken
- PAS: passief reactie patroon
- EXP: expressie van emoties
- GER: geruststellende en troostende gedachten hanteren
Copingsstijl afhankelijk van;
- Persoonlijkheid
- Aard van ziekte
- Omgeving cliënt
Coping: automatische reactie op problemen/verandering
- Het omgaan met omstandigheden die aanpassing vereist
Belang:
- Manier waarop een cliënt omgaat met een chronische aandoening heeft invloed op verloop
van ziekte
o Hanteerbaar maken
o Voorkomen van verergering
o Bevorderen van herstel wanneer mogelijk
3 basispatronen
- Situatie aangaan
- Situatie vermijden
- Ontregelen van een situatie
Copingsselementen
- Cognitie
- Emotie
- Gedrag
Subschalen
- ACT: actief aanpakken, controleren
- PAL: palliatieve reactie
- VER: vermijden, afwachten
- SOC: sociale steun zoeken
- PAS: passief reactie patroon
- EXP: expressie van emoties
- GER: geruststellende en troostende gedachten hanteren
Copingsstijl afhankelijk van;
- Persoonlijkheid
- Aard van ziekte
- Omgeving cliënt