Economie Blok 8
Hoofdstuk 21: Internationale economische ontwikkelingen
21.1 Wereldeconomie in beeld
Het internationaal monetair Fonds (IMF) onderscheid in de wereldeconomie drie categorieën landen:
- Ontwikkelde industrielanden (advanced economies)
-Opkomende industrielanden (emerging markets)
- Ontwikkelingslanden (developing countries)
Het grootste deel van de wereldbevolking leeft in de opkomende industrielanden en
ontwikkelingslanden. Hun bijdrage aan de wereldproductie en de wereldhandel is relatief klein. Dit is
dus een scheve verdeling.
De opkomende industrielanden en de ontwikkelingslanden groeiden juist harder dan het
wereldgemiddelde. Hun aandeel in de wereldproductie neemt dan ook toe. Vooral de zeer hoge
groeicijfers van Azië vallen op.
BRIC-landen: Brazilië, Rusland, India en China. Verwacht wordt dat deze landen de wereldeconomie
van de 21ste eeuw gaan domineren.
Nieuwe en opkomende industrielanden in Oost-Azië
Er zijn 3 generaties ‘emerging markets’ in Azië te onderscheiden:
- De eerste generatie: Hongkong, Singapore, Taiwan, Zuid-Korea
Dit zijn de nieuwe industrielanden
- De tweede generatie: Maleisië, Indonesië, Thailand, Filippijnen, China, India
Opkomende industrielanden
- De derde generatie: Vietnam
Achtergronden van de opkomst van Oost-Azië
- Relatief lage lonen en relatief hoge productiviteit
- Het onderwijsbeleid is gericht op alle lagen van de bevolking. In vele ontwikkelingslanden is het
onderwijs alleen gericht aan de elite.
- Hoge binnenlandse besparingen en investeringen. Andere ontwikkelingslanden lenen geld van
andere landen voor investeringen. De rente en aflossingen kunnen de economische ontwikkeling
stop zetten.
- Het overheidsbeleid dat geheel gericht is op economische groei
De toekomst voor Oost-Azië
De opkomende middenklasse zorgt ervoor dat de regio steeds minder afhankelijk is van export.
Toch zijn er nog wel bedreigingen:
- Politieke, etnische en religieuze conflicten:
Economische vrijheid kan uitmonden in verzet tegen een gebrek aan politieke vrijheid.
Vergrijzing zal snel toenemen door het eenkindpolitiek, hoe wordt dit probleem
opgevangen?
- Gebrekkige fysieke, financiële en juridische infrastructuur:
Infrastructuur groeit niet mee met de economische ontwikkeling. Voorbeeld; het verkeer
rondom megasteden in Oost-Azië raakt steeds verder verstopt.
- Overgang van investeringsgedreven naar innovatiegedreven groei. Grotere inzet van kapitaal en
arbeid vs verhoging productiviteit
Hoofdstuk 21: Internationale economische ontwikkelingen
21.1 Wereldeconomie in beeld
Het internationaal monetair Fonds (IMF) onderscheid in de wereldeconomie drie categorieën landen:
- Ontwikkelde industrielanden (advanced economies)
-Opkomende industrielanden (emerging markets)
- Ontwikkelingslanden (developing countries)
Het grootste deel van de wereldbevolking leeft in de opkomende industrielanden en
ontwikkelingslanden. Hun bijdrage aan de wereldproductie en de wereldhandel is relatief klein. Dit is
dus een scheve verdeling.
De opkomende industrielanden en de ontwikkelingslanden groeiden juist harder dan het
wereldgemiddelde. Hun aandeel in de wereldproductie neemt dan ook toe. Vooral de zeer hoge
groeicijfers van Azië vallen op.
BRIC-landen: Brazilië, Rusland, India en China. Verwacht wordt dat deze landen de wereldeconomie
van de 21ste eeuw gaan domineren.
Nieuwe en opkomende industrielanden in Oost-Azië
Er zijn 3 generaties ‘emerging markets’ in Azië te onderscheiden:
- De eerste generatie: Hongkong, Singapore, Taiwan, Zuid-Korea
Dit zijn de nieuwe industrielanden
- De tweede generatie: Maleisië, Indonesië, Thailand, Filippijnen, China, India
Opkomende industrielanden
- De derde generatie: Vietnam
Achtergronden van de opkomst van Oost-Azië
- Relatief lage lonen en relatief hoge productiviteit
- Het onderwijsbeleid is gericht op alle lagen van de bevolking. In vele ontwikkelingslanden is het
onderwijs alleen gericht aan de elite.
- Hoge binnenlandse besparingen en investeringen. Andere ontwikkelingslanden lenen geld van
andere landen voor investeringen. De rente en aflossingen kunnen de economische ontwikkeling
stop zetten.
- Het overheidsbeleid dat geheel gericht is op economische groei
De toekomst voor Oost-Azië
De opkomende middenklasse zorgt ervoor dat de regio steeds minder afhankelijk is van export.
Toch zijn er nog wel bedreigingen:
- Politieke, etnische en religieuze conflicten:
Economische vrijheid kan uitmonden in verzet tegen een gebrek aan politieke vrijheid.
Vergrijzing zal snel toenemen door het eenkindpolitiek, hoe wordt dit probleem
opgevangen?
- Gebrekkige fysieke, financiële en juridische infrastructuur:
Infrastructuur groeit niet mee met de economische ontwikkeling. Voorbeeld; het verkeer
rondom megasteden in Oost-Azië raakt steeds verder verstopt.
- Overgang van investeringsgedreven naar innovatiegedreven groei. Grotere inzet van kapitaal en
arbeid vs verhoging productiviteit