HC optica 5 HC lensfouten
Ludwig von Seidel had door dat er verschillende lensfouten in lenzen zaten:
- Sferische aberatie
- Scheef astigmatisme
- Coma
- Beeldvlak kromming
- Ton en kussenvormige veretekeningen
Dit wordt bij elkaar monochromatisch licht genoemd.
Sferische aberatie:
paraxiale stralen: de stralen die het dichts bij de hoofdas liggen
Perifere stralen: de stralen die het verst van de hoofdas af liggen
Deze stralen kan je op 2 manieren meten:
- LSA (longitudinale sferische aberratie)
- TSA (transversale sferische aberratie)
De vorm van de lens heeft invloed op de sferische aberratie. Coddington maakt een tabel
wanneer je zo in mogelijk aberratie hebt.
Hierbij hoort de volgende formule (coddington vormfactor 1):
(𝑟 2 +𝑟 1 )
= (𝑟 2−𝑟 1 )
Coma: het beeld wordt als een komeet afgebeeld.
Coddington kon Coma en sferische aberratie wegwerken (coddington vormfactor 2).
2 𝑥 𝑛2 − 𝑛 − 1 𝑙′ + 𝑙
= −( )𝑥 ( ′ )
𝑛+1 𝑙 −𝑙
Hiernaast heb je nog 2 formules om de kromtestralen mee uit te rekenen.
2 𝑥 𝑓 ′ 𝑥(𝑛 − 1) 2 𝑥 𝑓 ′ 𝑥(𝑛 − 1)
𝑟1 = 𝑟2 =
+1 −1
Ludwig von Seidel had door dat er verschillende lensfouten in lenzen zaten:
- Sferische aberatie
- Scheef astigmatisme
- Coma
- Beeldvlak kromming
- Ton en kussenvormige veretekeningen
Dit wordt bij elkaar monochromatisch licht genoemd.
Sferische aberatie:
paraxiale stralen: de stralen die het dichts bij de hoofdas liggen
Perifere stralen: de stralen die het verst van de hoofdas af liggen
Deze stralen kan je op 2 manieren meten:
- LSA (longitudinale sferische aberratie)
- TSA (transversale sferische aberratie)
De vorm van de lens heeft invloed op de sferische aberratie. Coddington maakt een tabel
wanneer je zo in mogelijk aberratie hebt.
Hierbij hoort de volgende formule (coddington vormfactor 1):
(𝑟 2 +𝑟 1 )
= (𝑟 2−𝑟 1 )
Coma: het beeld wordt als een komeet afgebeeld.
Coddington kon Coma en sferische aberratie wegwerken (coddington vormfactor 2).
2 𝑥 𝑛2 − 𝑛 − 1 𝑙′ + 𝑙
= −( )𝑥 ( ′ )
𝑛+1 𝑙 −𝑙
Hiernaast heb je nog 2 formules om de kromtestralen mee uit te rekenen.
2 𝑥 𝑓 ′ 𝑥(𝑛 − 1) 2 𝑥 𝑓 ′ 𝑥(𝑛 − 1)
𝑟1 = 𝑟2 =
+1 −1