HOOFDSTUK 5 ⇒ Zouten en zoutoplossingen
paragraaf 5.1 Zoutformules en namen
Zouten: opgebouwd uit metaal- en niet-metaalatomen
Ionen: zijn geladen deeltjes, ontstaan door het opnemen/afstaan van elektronen.
Ionbinding: Positieve en negatieve ionen vormen een ionbinding met elkaar.
- ionbinding heeft veel sterkere binding dan de vanderwaalsbinding en waterstofbrug.
- Daarom hebben zouten ook zo’n hoog smelt- en kookpunt.
- sterkte ionbindingen afhankelijk van oort ionen die in zout voorkomen.
Ionrooster: De ionen van een bepaalde stof rangschikken zich volgens een bepaald patroon.
keukenzout ⇒ natriumchloride (NaCl)
octetregel: streven atomen door het opnemen of afstaan van elektronen naar 8 elektronen in
buitenste schil.
- elektronenconfiguratie ⇒ natriumatoom ⇒ 2,8,1 ⇒ 1 elektron afstaan ⇒ 2,8
- elektronenconfiguratie ⇒ chlooratoom ⇒ 2,8,7 ⇒ 1 elektron opnemen ⇒ 2,8,8
standaard lading van ionen
enkelvoudige ionen: ionen die uit 1 atoomsoort bestaan
enkelvoudige positieve ionen ⇒
- Binas 40A
enkelvoudige negatieve ionen ⇒
- niet metalen kunnen in moleculaire stoffen en zouten voorkomen
- niet metalen hebben meestal negatieve elektrovalenties
samengestelde ionen: een ion dat bestaat uit meerdere atoomsoorten
- Binas 66/B
- Samengestelde ionen hebben vaak aparte namen, deze zul je dus uit je hoofd
moeten leren.
systematische naam: De naam van een zout geef je aan met de naam van het positieve ion,
gevolgd door de naam van het
negatieve ion.
- Als een metaalion meerdere
ladingen kan hebben, geef je
de ladingen van het ion in de
naam aan met een Romeins
cijfer tussen haakjes.
triviale namen: naast systematische
namen hebben sommige zouten dit.
- dagelijks leven gebruikt
- BINAS 66A
, Verhoudingsformule
- De ionen in een zout zijn zó gecombineerd dat een zout altijd elektrisch neutraal
geladen is (ongeladen).
- Je kunt zeggen dat er evenveel positieve lading als negatieve lading in een zout is.
Verhoudingsformule: De formule van een zout, hierin geef je aan in welke verhouding de
ionen voorkomen.
voorbeelden:
Natriumfosfaat: NaxPO4
- Na = 1+ en PO4 = 3-
3−
- Ik heb 3 Na+ nodig voor elke 𝑃𝑂4
- Het wordt dan Na3PO4
Calciumhydroxide: CaxOHx
- Ca = 2+ en OH = -1
- Ik heb 2 OH- nodig voor elke Ca2+
- CaOH2 🡪 Ca(OH)2
Stappenplan verhoudingsformule:
1. Bepaal uit welke positieve en negatieve ionen het zout bestaat
2. Noteer bij elk ion de juiste positieve/negatieve lading
3. Bereken hoeveel positieve en negatieve ionen je nodig hebt om tot een neutrale
lading te komen
4. Vorm het zout.
Let op! Samengestelde ionen die meer dan 1x aanwezig zijn noteer je tussen
haakjes
paragraaf 5.1 Zoutformules en namen
Zouten: opgebouwd uit metaal- en niet-metaalatomen
Ionen: zijn geladen deeltjes, ontstaan door het opnemen/afstaan van elektronen.
Ionbinding: Positieve en negatieve ionen vormen een ionbinding met elkaar.
- ionbinding heeft veel sterkere binding dan de vanderwaalsbinding en waterstofbrug.
- Daarom hebben zouten ook zo’n hoog smelt- en kookpunt.
- sterkte ionbindingen afhankelijk van oort ionen die in zout voorkomen.
Ionrooster: De ionen van een bepaalde stof rangschikken zich volgens een bepaald patroon.
keukenzout ⇒ natriumchloride (NaCl)
octetregel: streven atomen door het opnemen of afstaan van elektronen naar 8 elektronen in
buitenste schil.
- elektronenconfiguratie ⇒ natriumatoom ⇒ 2,8,1 ⇒ 1 elektron afstaan ⇒ 2,8
- elektronenconfiguratie ⇒ chlooratoom ⇒ 2,8,7 ⇒ 1 elektron opnemen ⇒ 2,8,8
standaard lading van ionen
enkelvoudige ionen: ionen die uit 1 atoomsoort bestaan
enkelvoudige positieve ionen ⇒
- Binas 40A
enkelvoudige negatieve ionen ⇒
- niet metalen kunnen in moleculaire stoffen en zouten voorkomen
- niet metalen hebben meestal negatieve elektrovalenties
samengestelde ionen: een ion dat bestaat uit meerdere atoomsoorten
- Binas 66/B
- Samengestelde ionen hebben vaak aparte namen, deze zul je dus uit je hoofd
moeten leren.
systematische naam: De naam van een zout geef je aan met de naam van het positieve ion,
gevolgd door de naam van het
negatieve ion.
- Als een metaalion meerdere
ladingen kan hebben, geef je
de ladingen van het ion in de
naam aan met een Romeins
cijfer tussen haakjes.
triviale namen: naast systematische
namen hebben sommige zouten dit.
- dagelijks leven gebruikt
- BINAS 66A
, Verhoudingsformule
- De ionen in een zout zijn zó gecombineerd dat een zout altijd elektrisch neutraal
geladen is (ongeladen).
- Je kunt zeggen dat er evenveel positieve lading als negatieve lading in een zout is.
Verhoudingsformule: De formule van een zout, hierin geef je aan in welke verhouding de
ionen voorkomen.
voorbeelden:
Natriumfosfaat: NaxPO4
- Na = 1+ en PO4 = 3-
3−
- Ik heb 3 Na+ nodig voor elke 𝑃𝑂4
- Het wordt dan Na3PO4
Calciumhydroxide: CaxOHx
- Ca = 2+ en OH = -1
- Ik heb 2 OH- nodig voor elke Ca2+
- CaOH2 🡪 Ca(OH)2
Stappenplan verhoudingsformule:
1. Bepaal uit welke positieve en negatieve ionen het zout bestaat
2. Noteer bij elk ion de juiste positieve/negatieve lading
3. Bereken hoeveel positieve en negatieve ionen je nodig hebt om tot een neutrale
lading te komen
4. Vorm het zout.
Let op! Samengestelde ionen die meer dan 1x aanwezig zijn noteer je tussen
haakjes