Samenvatting Interactieve websites - JavaScript

Interactieve
websites
JavaScript

JavaScript?
 Programmeertaal
o Client side scripttaal


 Downloaden?
o Hoeft niet  JavaScript wordt uitgevoerd in uw browser op computer,
laptop en tablet


 JavaScript is een van de 3 talen die alle webdevs moeten leren
o HTML
 Inhoud van webpagina’s te definiëren
o CSS
 Lay-out van webpagina’s te specificeren
o JavaScript
 Het gedrag van webpagina’s te programmeren


 Waarom Javascript?
o Elementen toevoegen, wijzigen of verwijderen
o Attributen van elementen wijzigen
o Formuliervalidatie
o Dynamische menu’s en afbeeldingen
o Aanpassingen van stijlen en animatie

, o Bootstrap  menu, modal, carousel, accordion




2

,  Bestaat uit een set van instructies
o Variabelen
o Lussen
o Teksten
o Arrays
o objecten




Syntax regels
 <script>…</script>
 Extern bestand
o <script scr=”mijnScriptDoc.js></script>


 Afzonderlijke woorden scheiden door één of meerdere spaties


 Statement eindigt steeds met een puntkomma  ;


 Variabelen / constanten
o let, var, const
 Beginnen steeds met
 een letter
 underscore  _
 een dollarteken  $
 NOOIT een ciijfer


 String kunnen zowel tussen enkele als tussen dubbele aanhalingstekens staan
o Enkele aanhalingstekens binnen dubbele aanhalingstekens (of
omgekeerd) zijn eveneens toegestaan


 Gebruik een backslash als escape karakter  \
o Het karakter erna wordt dan speciaal geïnterpreteerd


 Javascript is hoofdlettergevoelig
o Zowel variabelen, functies als objecten


 Voeg commentaar toe aan uw script
o Commentaar op én lijn wordt voorafgegaan door twee slashtekens  //
o Commentaar over meerdere lijnen plaatst u tussen /* en */




3

, Variabelen
 Kleine containers om informatie in te bewaren


 Soorten
o Getallen
o Strings
o Booleaan
o Objecten / Arrays
 Een array is een object


 MAAR EIGENLIJK
o Let
 Gebruiken wanneer een variabele later misschien een andere
waarde kan krijgen
o Const
 Gebruiken wanneer een variabele niet meer wijzigt van waarde
o Var
 Gebruiken wanneer een variabele overal kan worden toegepast




Rekenkundige operatoren
 optelling  +  getal + getal
 aftrekking  -  getal – getal
 vermenigvuldiging  *  getal * getal
 deling  /  getal / getal
 modulo – rest na deling  %  getal % getal


 getal / 0 = infinity


 ++getal  pre-increment  eerst plus één, dan tonen
 getal++  post-increment  eerst tonen, dan + één
 --getal  pre-increment  eerst min één, dan tonen
 getal--  post-increment  eerst tonen, dan – één




4