Medische Kennis 1 Periode 2
Ademhaling (www.longfonds.nl)
De rechterlong heeft 3 kwabben. De linkerlong heeft 2 kwabben dit komt doordat en bij de
linkerlong ook het hart zit dit neemt ruimte in. Lucht komt via de mond en via de neus. Het
voordeel van de neus is ruiken, verwarmen, het filteren van de lucht en door het slijmvlies
wordt de lucht bevochtigd.
De luchtpijp is een stevige buis waarin kraakbeenringen zitten, zodat de buis altijd open is.
Hij splitst zich in twee takken, die we bronchiën noemen. Aan de uiteinden van de kleinste
bronchiën zitten de longblaasjes. De longblaasjes geven de ingeademde zuurstof af aan het
bloed. Het bloed brengt de zuurstof naar alle plaatsen in het lichaam. De bronchiën zijn van
binnen bekleed met een slijmvlies en kleine kraakbeenringen.
Glad spierweefsel in de bronchiën zorgt ervoor dat de
bronchiën zich ontspannen bij inademing en weer
uitstrekken bij uitademing. Het slijmvlies in de
bronchiën bevat veel zogenaamde trilhaartjes, die
ingeademde stofdeeltjes en bacteriën afvoeren naar de
keel. Daar kan het slijm worden ingeslikt of
uitgespuugd.
Strottenklepje > luchtpijp afsluiten
Huig > neusholte afsluiten
Bronchiën > zijn de gesplitste takken van de luchtpijp
Longblaasjes > geven de ingeademde zuurstof af aan het bloed
Je ademt via de neusholte, de lucht gaat via de keelholte, langs het strottenhoofd door de
luchtpijp in de longen en dan langs de bronchien naar de longblaasjes en dan komt het
zuurstof in het bloed
Je ademhalingsweg is de weg; die de lucht aflegt vanaf je neus tot in het longweefsel en
omgekeerd. Je neusholte staat in verbinding met enkele sinussen.
Je keelholte staat via de buizen van Eustachuis in verbinding met je middenoor.
De luchtpijp splitst in 2 takken.
Neus, neusholte en sinusholten
Mondholte
Keelholte (pharynx)
Strottenhoofd (larynx)
Luchtpijp (trachea)
Luchtpijptak (bronchus)
Luchtpijpvertakking (Bronchioli)
Kleine luchtpijpvertakking (bronchien)
Eindvertakking (eindbronchioli)
, Longblaasjes (alveoli)
1. Voorhoofdholte (sinus frontalis)
2. Neusamandel (adenoïd)
3. Luchtpijp (trachea)
4. Stembandplooien (pica vocalis)
5. Strottenhoofd (larynx)
6. Strottenklep (epiglottis)
7. Keel (pharynx)
8. Neusholte (nasus = neus)
9. Keelamandel (tonsillen)
Xylometazoline – otrivin (neusdruppels, neusverkoudheid)
Gehoorgang
Sinusitis (bijholteontsteking)
Ademhaling (www.longfonds.nl)
De rechterlong heeft 3 kwabben. De linkerlong heeft 2 kwabben dit komt doordat en bij de
linkerlong ook het hart zit dit neemt ruimte in. Lucht komt via de mond en via de neus. Het
voordeel van de neus is ruiken, verwarmen, het filteren van de lucht en door het slijmvlies
wordt de lucht bevochtigd.
De luchtpijp is een stevige buis waarin kraakbeenringen zitten, zodat de buis altijd open is.
Hij splitst zich in twee takken, die we bronchiën noemen. Aan de uiteinden van de kleinste
bronchiën zitten de longblaasjes. De longblaasjes geven de ingeademde zuurstof af aan het
bloed. Het bloed brengt de zuurstof naar alle plaatsen in het lichaam. De bronchiën zijn van
binnen bekleed met een slijmvlies en kleine kraakbeenringen.
Glad spierweefsel in de bronchiën zorgt ervoor dat de
bronchiën zich ontspannen bij inademing en weer
uitstrekken bij uitademing. Het slijmvlies in de
bronchiën bevat veel zogenaamde trilhaartjes, die
ingeademde stofdeeltjes en bacteriën afvoeren naar de
keel. Daar kan het slijm worden ingeslikt of
uitgespuugd.
Strottenklepje > luchtpijp afsluiten
Huig > neusholte afsluiten
Bronchiën > zijn de gesplitste takken van de luchtpijp
Longblaasjes > geven de ingeademde zuurstof af aan het bloed
Je ademt via de neusholte, de lucht gaat via de keelholte, langs het strottenhoofd door de
luchtpijp in de longen en dan langs de bronchien naar de longblaasjes en dan komt het
zuurstof in het bloed
Je ademhalingsweg is de weg; die de lucht aflegt vanaf je neus tot in het longweefsel en
omgekeerd. Je neusholte staat in verbinding met enkele sinussen.
Je keelholte staat via de buizen van Eustachuis in verbinding met je middenoor.
De luchtpijp splitst in 2 takken.
Neus, neusholte en sinusholten
Mondholte
Keelholte (pharynx)
Strottenhoofd (larynx)
Luchtpijp (trachea)
Luchtpijptak (bronchus)
Luchtpijpvertakking (Bronchioli)
Kleine luchtpijpvertakking (bronchien)
Eindvertakking (eindbronchioli)
, Longblaasjes (alveoli)
1. Voorhoofdholte (sinus frontalis)
2. Neusamandel (adenoïd)
3. Luchtpijp (trachea)
4. Stembandplooien (pica vocalis)
5. Strottenhoofd (larynx)
6. Strottenklep (epiglottis)
7. Keel (pharynx)
8. Neusholte (nasus = neus)
9. Keelamandel (tonsillen)
Xylometazoline – otrivin (neusdruppels, neusverkoudheid)
Gehoorgang
Sinusitis (bijholteontsteking)