STABILITEIT – BAETENS
H1: INLEIDING (LES 1)
ALGEMEEN
Stabiliteit ͼ mechanica ͼ fysica
o = studie van constructies om na te gaan of deze stabiel zijn
o Stabiel, dwz. niet in beweging
Kinematica en dynamica vallen buiten beschouwing
STATICA
Bestudeert evenwicht van krachten, doorbuiging en sterkte
A.d.h.v. stelsels van vergelijkingen nagaan of constructie:
o Niet in beweging komt (statisch is)
o Sterk genoeg is (breekt niet)
o Stijf genoeg is (niet te veel doorbuigt)
Geen omzetting van potentiële naar kinetische
Praktisch nut:
o Welke stalen ligger nodig om bepaald gewicht op te vangen?
o Berekenen wapening in gewapend beton
o Berekenen funderingen
o Inzicht in (basis)principes van sterkteleer
BELANGRIJK
STELLING VAN PYTHAGORAS
enkel bij rechthoekige driehoeken!
SINUSREGEL
Bij driehoeken met ongelijke hoeken
Pagina | 1
,REGELS VAN SOS - CAS - TOA
EENHEDEN
Kracht F N/kN
Valversnelling g m/s²
Massa m kg
Gewicht N
Volume m³
Soortelijk gewicht kg/m³
kader van tekens
Horizontaal:
+ +
- -
Pagina | 2
,H2: KRACHTEN (LES 2)
ONDERVERDELING (EXAMEN!)
Eigen gewicht vh gebouw (EG)
o = volume (m³) x soortelijk gewicht
(kg/m³)
Nuttige last of gebruikslast (NL)
o Mensen, meubilair…
Lasten tgv weer: veranderlijke belasting
(VL)
o Windbelasting ! (kan erg groot zijn)
Zuiging
Wrijving
Onderdruk
Overdruk
o Sneeuwbelasting
o Onderhoudslasten:
Bv. werkmannen op dak
DEFINITIE
Kracht: natuurkundige grootheid waardoor in lichaam spanning of druk ontstaat, of
die lichaam doet versnellen. Kracht is vectorgrootheid, met grootte en richting
o Kracht wordt bepaald door:
Grootte
Richting
Aangrijpingspunt
Kracht die altijd en overal aanwezig is: zwaartekracht
o Is naar centrum vaarde gericht
o Hoe groot? ~ gewicht
BEREKENING VAN KRACHTEN
WETTEN VAN NEWTON
F = m.a
(Verandering vd beweging is recht evenredig met resulterende kracht en volgt rechte
lijn waarin de kracht werkt) = niet relevant voor stabiliteit want impliceert beweging
Actie = reactie
F = m.a [N = kg . m/s²]
Bv.: iemand weegt 75 kg. Welke kracht oefent hij uit op de aarde?
o a = 10m/s²
o F = 75 kg . 10 m/s² = 750 N
Pagina | 3
, GEWICHT ≠ MASSA
o = kracht (N) = kg
OEFENINGEN P.10
1. Persoon met massa 65 kg stapt op trein. Hoeveel kracht oefent deze
persoon uit op trein? In welke richting werkt deze kracht?
gegeven: m = 65 kg
a = 10 m/s²
oplossing: F = m. a 65 kg x 10 m/s² = 650 N
De kracht is naar beneden gericht, naar centrum vd aarde
2. Bereken kracht die hoop aarde van 0,05 m³ op kruiwagen uitoefent als het
soortelijk gewicht van aarde +/- 2 000 kg/m³ is.
gegeven: volume aarde = 0,05 m³
soortelijk gewicht aarde = 2 000 kg/m³
oplossing: m = 0,05 m³ x 2 000 kg/m³ = 100 kg
F = 100 kg x 10 m/s² = 1 000 N
3. Gemetseld tuinmuurtje heeft afmetingen: 5 m x 40 cm x 9 cm. Soortelijk
gewicht van metselwerk geschat op 2 300 kg/m³. Bereken kracht die dit
muurtje op fundering uitoefent.
gegeven: 5 m x 40 cm x 9 cm = 5 m x 0,40 m x 0,09 m
soortelijk gewicht metselwerk: 2 300 kg/m³
oplossing: 5 m x 0,40 m x 0,09 m = 0,18 m³
m = 0,18 m³ x 2 300 kg/m³ = 414 kg
F = 414 kg x 10 m/s² = 4 140 N
4 140 N / 5 m = 828 N/m (delen door 5 m per m)
4. Jef stapt op weegschaal en leest 55kg op weegschaal. Frank neemt hem en
weegschaal mee naar maan. Jef zet weegschaal op maanoppervlak en leest
nu 9 kg
55 kg (m) en weegschaal 9 kg (m)
550 N 90 N
1,62 m/ s²
F = m* a
550 = 55 kg * 10 m/ s²
90 ((kg. M)/ S²) / 55 kg = 1,64 m / s ²
GELIJKMATIG VERDEELDE KRACHTEN
Volumebelasting [N/m³]
o Bv. Beton weegt 2500kg/m³ => 2500kg/m³ . 10m/s² = 25000N/m³ = 25kN/m³
Oppervlaktebelasting q [N/m²]
o Nuttige lasten per m² uitgedrukt
o bv. In een woning moet elke m² vloer 200 kg kunnen dragen
welk gewicht moet vloer kunnen dragen?
Pagina | 4
H1: INLEIDING (LES 1)
ALGEMEEN
Stabiliteit ͼ mechanica ͼ fysica
o = studie van constructies om na te gaan of deze stabiel zijn
o Stabiel, dwz. niet in beweging
Kinematica en dynamica vallen buiten beschouwing
STATICA
Bestudeert evenwicht van krachten, doorbuiging en sterkte
A.d.h.v. stelsels van vergelijkingen nagaan of constructie:
o Niet in beweging komt (statisch is)
o Sterk genoeg is (breekt niet)
o Stijf genoeg is (niet te veel doorbuigt)
Geen omzetting van potentiële naar kinetische
Praktisch nut:
o Welke stalen ligger nodig om bepaald gewicht op te vangen?
o Berekenen wapening in gewapend beton
o Berekenen funderingen
o Inzicht in (basis)principes van sterkteleer
BELANGRIJK
STELLING VAN PYTHAGORAS
enkel bij rechthoekige driehoeken!
SINUSREGEL
Bij driehoeken met ongelijke hoeken
Pagina | 1
,REGELS VAN SOS - CAS - TOA
EENHEDEN
Kracht F N/kN
Valversnelling g m/s²
Massa m kg
Gewicht N
Volume m³
Soortelijk gewicht kg/m³
kader van tekens
Horizontaal:
+ +
- -
Pagina | 2
,H2: KRACHTEN (LES 2)
ONDERVERDELING (EXAMEN!)
Eigen gewicht vh gebouw (EG)
o = volume (m³) x soortelijk gewicht
(kg/m³)
Nuttige last of gebruikslast (NL)
o Mensen, meubilair…
Lasten tgv weer: veranderlijke belasting
(VL)
o Windbelasting ! (kan erg groot zijn)
Zuiging
Wrijving
Onderdruk
Overdruk
o Sneeuwbelasting
o Onderhoudslasten:
Bv. werkmannen op dak
DEFINITIE
Kracht: natuurkundige grootheid waardoor in lichaam spanning of druk ontstaat, of
die lichaam doet versnellen. Kracht is vectorgrootheid, met grootte en richting
o Kracht wordt bepaald door:
Grootte
Richting
Aangrijpingspunt
Kracht die altijd en overal aanwezig is: zwaartekracht
o Is naar centrum vaarde gericht
o Hoe groot? ~ gewicht
BEREKENING VAN KRACHTEN
WETTEN VAN NEWTON
F = m.a
(Verandering vd beweging is recht evenredig met resulterende kracht en volgt rechte
lijn waarin de kracht werkt) = niet relevant voor stabiliteit want impliceert beweging
Actie = reactie
F = m.a [N = kg . m/s²]
Bv.: iemand weegt 75 kg. Welke kracht oefent hij uit op de aarde?
o a = 10m/s²
o F = 75 kg . 10 m/s² = 750 N
Pagina | 3
, GEWICHT ≠ MASSA
o = kracht (N) = kg
OEFENINGEN P.10
1. Persoon met massa 65 kg stapt op trein. Hoeveel kracht oefent deze
persoon uit op trein? In welke richting werkt deze kracht?
gegeven: m = 65 kg
a = 10 m/s²
oplossing: F = m. a 65 kg x 10 m/s² = 650 N
De kracht is naar beneden gericht, naar centrum vd aarde
2. Bereken kracht die hoop aarde van 0,05 m³ op kruiwagen uitoefent als het
soortelijk gewicht van aarde +/- 2 000 kg/m³ is.
gegeven: volume aarde = 0,05 m³
soortelijk gewicht aarde = 2 000 kg/m³
oplossing: m = 0,05 m³ x 2 000 kg/m³ = 100 kg
F = 100 kg x 10 m/s² = 1 000 N
3. Gemetseld tuinmuurtje heeft afmetingen: 5 m x 40 cm x 9 cm. Soortelijk
gewicht van metselwerk geschat op 2 300 kg/m³. Bereken kracht die dit
muurtje op fundering uitoefent.
gegeven: 5 m x 40 cm x 9 cm = 5 m x 0,40 m x 0,09 m
soortelijk gewicht metselwerk: 2 300 kg/m³
oplossing: 5 m x 0,40 m x 0,09 m = 0,18 m³
m = 0,18 m³ x 2 300 kg/m³ = 414 kg
F = 414 kg x 10 m/s² = 4 140 N
4 140 N / 5 m = 828 N/m (delen door 5 m per m)
4. Jef stapt op weegschaal en leest 55kg op weegschaal. Frank neemt hem en
weegschaal mee naar maan. Jef zet weegschaal op maanoppervlak en leest
nu 9 kg
55 kg (m) en weegschaal 9 kg (m)
550 N 90 N
1,62 m/ s²
F = m* a
550 = 55 kg * 10 m/ s²
90 ((kg. M)/ S²) / 55 kg = 1,64 m / s ²
GELIJKMATIG VERDEELDE KRACHTEN
Volumebelasting [N/m³]
o Bv. Beton weegt 2500kg/m³ => 2500kg/m³ . 10m/s² = 25000N/m³ = 25kN/m³
Oppervlaktebelasting q [N/m²]
o Nuttige lasten per m² uitgedrukt
o bv. In een woning moet elke m² vloer 200 kg kunnen dragen
welk gewicht moet vloer kunnen dragen?
Pagina | 4