100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting biochemie

Rating
-
Sold
-
Pages
45
Uploaded on
12-08-2023
Written in
2022/2023

Een samenvatting van alle lessen biochemie, met aan het einde van elk hoofdstuk 20 voorbeeld vragen die in de les besproken werden. Hiermee heb ik een 13/20 behaald.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
August 12, 2023
Number of pages
45
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

H1: structuur van aminozuren, peptiden en eiwitten
1. De levensloop van eiwitten
- Aminozuren: bouwstenen van eiwitten
- Peptiden: aantal aminozuren die verbonden zijn door peptidebindingen
o Zetten bouwstenen aan elkaar vast




- DNA codeert voor alle eiwitten die aanwezig zijn in lichaam
- DNA wordt afgeschreven tot mRNA (boodschapper/ messenger mRNA)
o Via transcriptie
o In de nucleus
- mRNA wordt vertaald naar een eiwit
o Via translatie in het cytoplasma
o Door aaneenschakeling van aminozuren

- Oude eiwitten worden terug afgebroken
o Tot herbruikbare aminozuren
 Ook geproduceerd van voeding, kan ook nieuw in lichaam komen
o = degradatie
- Half-waarde tijd van eiwitten
o Tijd nodig om helft van bepaald eiwit te vervangen
o Elk eiwit heeft een verschillende stabiliteit
o Structuur vs signaaleiwit
 Structuureiwitten: lange half-waarde tijd
 Zorgen voor de structuur van cel
 Best zo lang mogelijk blijven
 Signaaleiwitten: korte half-waarde tijd
 Voor immuunsysteem
 Alleen aanwezig wanneer ze nodig zijn

2. Structuur van een aminozuur
- Centraal gelegen koolstofatoom C
- Verbonden met
o Een waterstofatoom H
o Een zwak zure carboxygroep COOH
o Een zwak basische aminogroep NH2
 Bij 19 van de 20 aminozuren
 Proline is een uitzondering  iminogroep NH
o Een variabele groep R
 Bepaald de aminozuuridentiteit
 Is bij elk AZ anders

- Structuur AZ bij pH 7:
o De zwitterion vorm met 1 positieve en 1 negatieve groep
 Zwitterion is ook toestand hoe molecule voorkomt bij pH 7
o Negatief geladen carboxylaatgroep
 Bij pH7: waterstof weg
 COOH  COO- + H+
o Positief geladen amoniumgroep (NH3+)
 Bij 19/20 aminozuren: proline blijft iminogroep
 NH2 + H+  NH3+

1

,3. Naamgeving en structuur van de 20 aminozuren
- Niet alle 20 namen kennen, niet kunnen tekenen
- Vorm dia 5: zwitterion
- Onderscheid hydrofobe en hydrofiele aminozuren
o Hydrofiele AZ
 Aan buitenkant zitten, deze in contact met omgeving
 Algemeen buitenkant eiwit
 Houden van water
o Hydrofobe AZ
 Aan binnenkant zitten van structuur
 Algemeen binnenkant eiwit
 Bang van water

- De specifieke R-groep bepaalt de karakteristieken van een aminozuur
- Naamgeving
o Naam, 3 letteraanwijzing en hoofdletter
o Tyrosine, TyR, Y

4. Opbouw van eiwitten
- 4 niveaus van eiwitstructuur
o Primaire structuur
 Lineaire aminozuurketen
 Kan functioneel zijn in sommige gevallen
 Insuline: polipeptide met signaalfunctie

o Secundaire structuur
 Specifieke structuren die gevormd kunnen worden bij eerste
opvouwing van een aminozuurketen
 Al eerste deel van vorm
 Geen functioneel eiwit
 Wel een functioneel peptide

o Tertiaire structuur
 Aminozuurketen volledig opgevouwen = opgevouwen eiwitstructuur
 = functioneel eiwit

o Quartaire structuur
 Zeer complexe multimedische eiwitten
 Complexe oligomere eiwitstructuren
 Samenvoeging van verschillende tertiaire structuren
 Om tot functioneel eiwitcomplex te komen

- Primaire structuur van eiwitten
o Lineaire keten vn aminozuren via peptide binding
o Koppeling van aminozuren via
 Amoniumgroep
 Carboxylaatgroep

o Een peptideketen heeft een
 Amino (N)
 Carboxy (C) terminus

o Het aantal aminozuren (residuen) in een peptideketen wordt weergegeven door
 Di, tri, tetra, penta
 Van 10 – 20 residuen: oligopeptide
 Meer dan 20 residuen: polypeptide

2

, o Vorming peptide binding: koppeling 2 AZ
o Peptide binding = via hydrolyse
 Watermolecule afsplitsen
 Tss carboxy terminus (einde) en eerste aminogroep
 Start aan aminokant (amino terminus)
o Watermolecule produceren  H2O




- Secundaire structuur van eiwitten




o 3 belangrijke structuren
 Alfa-helix: opwinding van keten
 Beta sheet: bladen vormen van 2 stukken peptide keten die samen plooien
 Reverse turn: 2 stukken peptide met omgekeerde draai

o 3 structuren worden gevormd bijeengehouden door waterstofbruggen
 = Niet-covalente bindingen
 Elektrostatische aantrekkingskracht tussen N-H of O-H
 Op korte afstand

o Niet sterkte bindingen: voornamelijk op structuren die dicht bij elkaar liggen
 Waar aminozuren dicht bij elkaar liggen

- Tertiaire structuur van eiwitten
o Omvat de finale 3D structuur van een eiwit
o Binding tussen verder gelegen aminozuren




3

, o 3 types interacties
 Zwavelbruggen: disulfide binding S-S
 Ionische interacties
 Hydrofobe interacties

o Disulfide bindingen: zwavelbruggen
 Covalente bindingen
 Sterker dan waterstof brug
 Tussen 2 cysteïne restgroepen = -CH 2SH
 Cysteïne residuen
 Op grotere afstand interacties aangaan

o Ionische interacties:
 + of – geladen groepen
 Aantrekken of afstoten
 Sommige AZ hebben op restgroep een lading

o Hydrofobe interacties:
 Keren zich af van een waterig milieu

o Transmembranair eiwit
 Deel eiwit in membraan = hydrofoob gedeelte
 Deel uit (buitenkant) = hydrofiel
o 3D eiwitstructuur kan onderverdeeld worden in verschillende domeinen
 Cytoplasma domein
 Transmembranair domein

o Myoglobine
 = zuurstof-bindend eiwit dat voorkomt in hart- en skeletspiercellen
 Is zelfde als hemoglobine in bloed
 Lange poplipeptide keten
 Opgebouwd uit 153 AZ
 Secundaire structuren komen er in
 Op korte stukken, alfa helixen gevormd  8 totaal
o Vorming niet-covalente waterstofbruggen
o Alfa helixen daar verder op gevormd voor tertiaire structuur
o Die vormen de secundaire structuur

 Heeft een bindingsplaats voor een heemgroep
 Domein = bindingsplaats
 Vormt het actieve centrum van het myoglobine eiwit
 Tertiair: zwavel bindingen

o SERCA pomp
 Transporteert Ca2+ vanuit cytoplasma naar SR
 Calcium pomp van cytoplasma terug in SR brengen
 In cel nodig voor
 Vrijstellen geïnitieerd door AP
 Nodig voor spiercontractie

 Meerdere secundaire structuren vormen een complexe tertiaire eiwitstructuur
 Bestaande uit verschillende (functionele) domeinen
 Lange polipeptide keten met veel verschillende domeinen
 Elk domein kan eigen functie hebben



4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
rosedeman Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
39
Member since
3 year
Number of followers
20
Documents
33
Last sold
2 months ago

4.5

4 reviews

5
3
4
0
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions