Reader Stedelijke & Landschappelijke context
Inhoud
Inhoud...................................................................................................................................................................... 1
Tekst 1: Sleutelen aan het Belgische stadslandschap........................................................................................ 2
Het land van de bevrijde nonchalance ............................................................................................................ 2
Enkele notities over de genese van de “banlieue radieuse” ......................................................................... 2
De paradoxale gevolgen van het negentiende-eeuwse transport- en huisvestingsbeleid....................... 3
Dromen over de omgekeerde veralgemenisering van het huisvestingsbeleid ......................................... 3
De kolonisatie van het platteland door de middenklasse ............................................................................. 4
Politieke economieën van ruimte en wonen ................................................................................................... 4
De structuur van het wilde wonen .................................................................................................................... 5
Het bouwblok...................................................................................................................................................... 5
Arcadia ................................................................................................................................................................. 6
Vlaanderen verdichten is niet evident.............................................................................................................. 6
Tekst 4: The social life of small urban spaces – William H. Whyte .................................................................... 7
Inleiding ............................................................................................................................................................... 7
1. Het leven van pleinen .................................................................................................................................... 7
2. Zitplaats ........................................................................................................................................................... 7
3. Zon, wind, bomen en water .......................................................................................................................... 8
4. Triangulatie ..................................................................................................................................................... 8
Tekst 5: Dood en leven van grote Amerikaanse steden – Jane Jacobs ........................................................... 9
Inleiding ............................................................................................................................................................... 9
1
, Tekst 1: Sleutelen aan het Belgische stadslandschap
Het land van de bevrijde nonchalance
C. Weeber: het regelloze Belgische model vol variatie, flexibiliteit en stedelijkheid = verademing van het
gestroomlijnde, saaie Nederland.
⇒ In Vlaanderen kijken we hier tegenaan
⇒ Renaat Braem: België als lelijkste architectuurlandschap ter wereld; Nederland als belofteland
o Planning is de sleutel tot het schone land
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV 1997) = ingevoerd en meteen aangepast
⇒ Doel:
o Bescherming resterende open ruimte
o Beperken nieuwe infrastructuur & maximaal laten renderen van de bestaande
o Verdichten van de stedelijke gebieden & kernen buitengebied
⇒ Structuur Vlaanderen stond haaks op deze principes; fijnkorrelig, asystematisch, veel ruimte
Meest gewilde woning = vrijstaande woning op eigen kavel
⇒ Loslaten voor RSV plan waar te maken = 25 woningen per hectare stedelijk & 15 per hectare voor
kernen buitengebied
⇒ Cultureel-maatschappelijke & economische onderbouw van Belgisch bouwen (individuele &
weinig complexe wonen) onttrekt zich aan de koele rationaliteit van de ruimtelijke planning
o Kloof tussen nieuwe ambities overheid & traditionele denken van de bevolking
o Stralende buitenwijk (Banlieue Radieuse (Ville Radieuse – Le Corbusier)) compacte stad
o Analyse van het Belgische “wilde wonen”
Socio – economische analyse van de mechanismen
Analyse van de morfo-logica van het landschap
Enkele notities over de genese van de “banlieue radieuse”
België als heterotopie; anders zijn – anders wonen
⇒ Atypische omgang met wonen, geen ruimtelijke orde = cultureel & sociaaleconomisch verankert
⇒ Dichte, Middeleeuws nederzettingenstructuur (veel steden) + landelijke (rurale) nederzettingen
o Belgische onafhankelijkheid = liberaal tijdperk = plotse autonomie
o Geen rem meer op de “plantrekkerij”
⇒ Op zelfde moment eerste industriële revolutie
o Kolenmijnen, katoenfabrieken, kastelen voor de staalmagnaten, mensonwaardige
beluiken voor het plebs
o Wild kapitalisme; veel tegenstellingen zowel in de steden als de verstedelijkte regio’s
(langs kanalen & het spoor)
o Staat reguleerde niet, ondersteunde het hooguit
2
Inhoud
Inhoud...................................................................................................................................................................... 1
Tekst 1: Sleutelen aan het Belgische stadslandschap........................................................................................ 2
Het land van de bevrijde nonchalance ............................................................................................................ 2
Enkele notities over de genese van de “banlieue radieuse” ......................................................................... 2
De paradoxale gevolgen van het negentiende-eeuwse transport- en huisvestingsbeleid....................... 3
Dromen over de omgekeerde veralgemenisering van het huisvestingsbeleid ......................................... 3
De kolonisatie van het platteland door de middenklasse ............................................................................. 4
Politieke economieën van ruimte en wonen ................................................................................................... 4
De structuur van het wilde wonen .................................................................................................................... 5
Het bouwblok...................................................................................................................................................... 5
Arcadia ................................................................................................................................................................. 6
Vlaanderen verdichten is niet evident.............................................................................................................. 6
Tekst 4: The social life of small urban spaces – William H. Whyte .................................................................... 7
Inleiding ............................................................................................................................................................... 7
1. Het leven van pleinen .................................................................................................................................... 7
2. Zitplaats ........................................................................................................................................................... 7
3. Zon, wind, bomen en water .......................................................................................................................... 8
4. Triangulatie ..................................................................................................................................................... 8
Tekst 5: Dood en leven van grote Amerikaanse steden – Jane Jacobs ........................................................... 9
Inleiding ............................................................................................................................................................... 9
1
, Tekst 1: Sleutelen aan het Belgische stadslandschap
Het land van de bevrijde nonchalance
C. Weeber: het regelloze Belgische model vol variatie, flexibiliteit en stedelijkheid = verademing van het
gestroomlijnde, saaie Nederland.
⇒ In Vlaanderen kijken we hier tegenaan
⇒ Renaat Braem: België als lelijkste architectuurlandschap ter wereld; Nederland als belofteland
o Planning is de sleutel tot het schone land
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV 1997) = ingevoerd en meteen aangepast
⇒ Doel:
o Bescherming resterende open ruimte
o Beperken nieuwe infrastructuur & maximaal laten renderen van de bestaande
o Verdichten van de stedelijke gebieden & kernen buitengebied
⇒ Structuur Vlaanderen stond haaks op deze principes; fijnkorrelig, asystematisch, veel ruimte
Meest gewilde woning = vrijstaande woning op eigen kavel
⇒ Loslaten voor RSV plan waar te maken = 25 woningen per hectare stedelijk & 15 per hectare voor
kernen buitengebied
⇒ Cultureel-maatschappelijke & economische onderbouw van Belgisch bouwen (individuele &
weinig complexe wonen) onttrekt zich aan de koele rationaliteit van de ruimtelijke planning
o Kloof tussen nieuwe ambities overheid & traditionele denken van de bevolking
o Stralende buitenwijk (Banlieue Radieuse (Ville Radieuse – Le Corbusier)) compacte stad
o Analyse van het Belgische “wilde wonen”
Socio – economische analyse van de mechanismen
Analyse van de morfo-logica van het landschap
Enkele notities over de genese van de “banlieue radieuse”
België als heterotopie; anders zijn – anders wonen
⇒ Atypische omgang met wonen, geen ruimtelijke orde = cultureel & sociaaleconomisch verankert
⇒ Dichte, Middeleeuws nederzettingenstructuur (veel steden) + landelijke (rurale) nederzettingen
o Belgische onafhankelijkheid = liberaal tijdperk = plotse autonomie
o Geen rem meer op de “plantrekkerij”
⇒ Op zelfde moment eerste industriële revolutie
o Kolenmijnen, katoenfabrieken, kastelen voor de staalmagnaten, mensonwaardige
beluiken voor het plebs
o Wild kapitalisme; veel tegenstellingen zowel in de steden als de verstedelijkte regio’s
(langs kanalen & het spoor)
o Staat reguleerde niet, ondersteunde het hooguit
2