1.
Zwarte Piet komt door de schoorsteen om een cadeautje in de schoen te doen.
en
Niet te dicht bij het afvoerputje komen, omdat ik er anders doorheen spoel.
Dit zijn een voorbeelden van:
A animisme
B fysiognomisch waarnemen
C juxtapositie
D magisch denken
2.
Een peuter benoemt leeuwen, tijgers en bevers allemaal als 'poezen'.
Dit is een voorbeeld van:
A preconcepten
B overdiscrimineren
C overgeneraliseren
D abstraheren
3.
Taalontwikkeling
Het stadium van de tweewoordenzin begint vanaf ongeveer:
A 12 maanden (rond één jarige leeftijd)
B 18 maanden (rond anderhalfjarige leeftijd)
C 24 maanden (rond tweejarige leeftijd)
D 30 maanden (rond tweeënhalfjarige leeftijd)