Oktober 2021, net 5 weken aan de slag.
Beroepsproduct levensbeschouwing
Anne
1
, Naam student Anne
Studentnummer xxxxx
Onderwijseenheid ALPABOVDT
Datum januari 2022
Verklaring vormvereisten
Criteria Omschrijving Vink aan indien
je bewijsdossier
voldoet aan de
eis
Volledigheid Het bewijsdossier bevat bewijzen die de reflectie (claim) x
ondersteunen ten aanzien van de leeruitkomst(en).
In het bewijsdossier wordt op passende plekken naar bewijsmaterialen
verwezen en het bewijsmateriaal is geordend (alle onderdelen zijn
aanwezig).
Omvang De omvang van de kerntekst (onderbouwing en verantwoording) bestaat uit 3800
maximaal 3000 woorden. Vermeld hiernaast het aantal woorden.
Transparantie Bewijzen zijn als bijlagen opgenomen en via de navigatiebalk te x
(bronnen) bereiken (koppenstructuur).
APA Naar gebruikte bronnen is volgens de APA-richtlijnen verwezen (in x
de tekst en in de bronnenlijst).
Structuur Het bewijsdossier is toegankelijk (opbouw en indeling). x
1. Verwijswijzer voorbeeld Beroepsproduct levensbeschouwing A
Leeruitkomst Ik toon aan dat ik de volgende indicatoren van de LU Type Vindplaats
beheers bewijslast
.
1. Je begrijpt welke 1.1. Je legt aan de hand van levensvragen van Kopmels Inleiding Blz 5
thema’s en vragen uit wat levensbeschouwing is en waar je het tegenkomt 1.1: tekst Blz 5
een rol spelen in het in de huidige maatschappij.
vakgebied
levensbeschouwing
1.2 Je toont aan kennis te hebben van de manier waarop 1.2: tekst Blz 5,6
en het Nederlandse levensbeschouwelijke vragen een rol spelen in het
onderwijs op het Nederlandse onderwijs aan de hand van een actueel
gebied van vraagstuk.
levensbeschouwing.
1.3 Je toont in hoeverre en op welke manieren de drie 1.3: tekst Blz 6
visies op levensbeschouwelijk onderwijs en de drie
Bijlage 6 Blz 32
doelen van levensbeschouwelijk leren zoals beschreven
door Kopmels terug te vinden zijn op je praktijkschool. Bijlage 7 Blz 34
2. Je analyseert op 2.1. Je vergelijkt op basis van de theorie van Kopmels en 2.1: tekst Blz 6,7
welke manieren de bronnen van je praktijkschool de formele,
levensbeschouwelijk papieren en praktische identiteit van je praktijkschool.
e identiteit van je
2.2. Je toont aan de hand van meerdere concrete
praktijkschool tot
voorbeelden de aandacht en de ruimte die je
uiting komt in de praktijkschool geeft aan vieringen met behulp van de 2.2: tekst Blz 7
2
,formele, praktische kenmerken van vieren uit Kopmels.
en papieren
identiteit en in de
vieringen. 2.3. Je onderbouwt je mening over het belang van vieren
in de basisschool in het algemeen en in jouw
praktijkschool aan de hand van de kenmerken van vieren 2.3: tekst Blz 8
uit Kopmels. Bijlage 5 Blz 31
3.Je begrijpt hoe 3.1 Je begrijpt de belangrijkste theorieën, zoals 3.1: tekst Blz 8,9
kinderen zich op beschreven in de aangeboden literatuur, op het gebied
levensbeschouwelijk van morele ontwikkeling en
en moreel gebied levensbeschouwelijke ontwikkeling van kinderen.
ontwikkelen en
3.2 Je laat aan de hand van concrete voorbeelden zien 3.2: tekst Blz 8,9,10
toont aan deze het levensbeschouwelijke en morele
ontwikkeling te 3.3: tekst
ontwikkelingsniveau van kinderen uit de onderbouw,
herkennen en er op middenbouw en bovenbouw te kunnen herkennen.
in te kunnen spelen
in praktijksituaties. 3.3. Je analyseert de overeenkomsten en verschillen
tussen theorieën over morele en levensbeschouwelijke 3.2: tekst Blz 8,9,10
ontwikkeling en de praktijk, en gebruikt daarbij
3.3: tekst
voorbeelden uit je eigen praktijk.
4.Je zet op een 4.1 Je legt uit wat levensbeschouwelijke 4.1: tekst Blz 10
onderbouwde basisvaardigheden en levensbeschouwelijke thema’s zijn
manier de theorie door deze begrippen toe te passen op voorbeelden uit de
rondom domeinen, media en je eigen ervaring.
aspecten en
4.2 Je ontwerpt, begeleidt en evalueert leeractiviteiten 4.2: tekst Blz 11
basisvaardigheden in volgens een onderzoek gericht lesmodel met behulp van
bij de voorbereiding, Bijlage 1 Blz 14
het LVF levensbeschouwing en het reflectiemodel Bijlage 2 Blz 19
uitvoering en levensbeschouwing.
evaluatie van Bijlage 3 blz21
onderzoek gerichte Bijlage 4 blz 26
4.3 Door je leeractiviteiten werk je aan de
leeractiviteiten. ontwikkeling van enkele levensbeschouwelijke
4.3: tekst Blz 11,12
vaardigheden van de kinderen
Bijlage 8 Blz 35
3
, Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................................5
1.1 Levensbeschouwing. Van theorie naar actualiteit...........................................................................5
1.2 Levensbeschouwelijke vragen in het onderwijs...............................................................................5
1.3 De drie visies op levensbeschouwing en drie doelen van leren op de praktijkschool......................6
2.1 De papieren, formele en praktische identiteit op de praktijkschool................................................6
2.2 Aandacht en ruimte voor vieringen op de praktijkschool................................................................7
2.3 Het belang van vieren......................................................................................................................8
3.1 Morele en levensbeschouwelijke ontwikkelingstheorieën..............................................................8
3.2 Voorbeelden Faith Development Theory.........................................................................................9
3.3 Morele en Levensbeschouwelijke theorieën en de praktijk: een vergelijking..................................9
4.1 Levensbeschouwelijke basisvaardigheden en thema’s..................................................................10
4.2 Lessen levensbeschouwing ‘Vriendschap’ en ‘Jezelf zijn’..............................................................11
4.3 Levensbeschouwelijk geleerde vaardigheden................................................................................11
Literatuurlijst.......................................................................................................................................13
Bijlage 1. LVF Les Levensbeschouwing 1..........................................................................................14
Bijlage 2. Tekst ‘Het vertrek van de mier’ van Toon Tellegen..........................................................19
Bijlage 3. Reflectiemodel Levensbeschouwing Les 1........................................................................21
Bijlage 4. LVF Les Levensbeschouwing 2..........................................................................................26
Bijlage 5. Kijkwijzer Vieringen..........................................................................................................31
Bijlage 6. Interview met directeur praktijkschool............................................................................32
Bijlage 7. Interview met praktijkbegeleider.....................................................................................33
Bijlage 8. Leerwerktaak 1. Observeren............................................................................................35
4
Beroepsproduct levensbeschouwing
Anne
1
, Naam student Anne
Studentnummer xxxxx
Onderwijseenheid ALPABOVDT
Datum januari 2022
Verklaring vormvereisten
Criteria Omschrijving Vink aan indien
je bewijsdossier
voldoet aan de
eis
Volledigheid Het bewijsdossier bevat bewijzen die de reflectie (claim) x
ondersteunen ten aanzien van de leeruitkomst(en).
In het bewijsdossier wordt op passende plekken naar bewijsmaterialen
verwezen en het bewijsmateriaal is geordend (alle onderdelen zijn
aanwezig).
Omvang De omvang van de kerntekst (onderbouwing en verantwoording) bestaat uit 3800
maximaal 3000 woorden. Vermeld hiernaast het aantal woorden.
Transparantie Bewijzen zijn als bijlagen opgenomen en via de navigatiebalk te x
(bronnen) bereiken (koppenstructuur).
APA Naar gebruikte bronnen is volgens de APA-richtlijnen verwezen (in x
de tekst en in de bronnenlijst).
Structuur Het bewijsdossier is toegankelijk (opbouw en indeling). x
1. Verwijswijzer voorbeeld Beroepsproduct levensbeschouwing A
Leeruitkomst Ik toon aan dat ik de volgende indicatoren van de LU Type Vindplaats
beheers bewijslast
.
1. Je begrijpt welke 1.1. Je legt aan de hand van levensvragen van Kopmels Inleiding Blz 5
thema’s en vragen uit wat levensbeschouwing is en waar je het tegenkomt 1.1: tekst Blz 5
een rol spelen in het in de huidige maatschappij.
vakgebied
levensbeschouwing
1.2 Je toont aan kennis te hebben van de manier waarop 1.2: tekst Blz 5,6
en het Nederlandse levensbeschouwelijke vragen een rol spelen in het
onderwijs op het Nederlandse onderwijs aan de hand van een actueel
gebied van vraagstuk.
levensbeschouwing.
1.3 Je toont in hoeverre en op welke manieren de drie 1.3: tekst Blz 6
visies op levensbeschouwelijk onderwijs en de drie
Bijlage 6 Blz 32
doelen van levensbeschouwelijk leren zoals beschreven
door Kopmels terug te vinden zijn op je praktijkschool. Bijlage 7 Blz 34
2. Je analyseert op 2.1. Je vergelijkt op basis van de theorie van Kopmels en 2.1: tekst Blz 6,7
welke manieren de bronnen van je praktijkschool de formele,
levensbeschouwelijk papieren en praktische identiteit van je praktijkschool.
e identiteit van je
2.2. Je toont aan de hand van meerdere concrete
praktijkschool tot
voorbeelden de aandacht en de ruimte die je
uiting komt in de praktijkschool geeft aan vieringen met behulp van de 2.2: tekst Blz 7
2
,formele, praktische kenmerken van vieren uit Kopmels.
en papieren
identiteit en in de
vieringen. 2.3. Je onderbouwt je mening over het belang van vieren
in de basisschool in het algemeen en in jouw
praktijkschool aan de hand van de kenmerken van vieren 2.3: tekst Blz 8
uit Kopmels. Bijlage 5 Blz 31
3.Je begrijpt hoe 3.1 Je begrijpt de belangrijkste theorieën, zoals 3.1: tekst Blz 8,9
kinderen zich op beschreven in de aangeboden literatuur, op het gebied
levensbeschouwelijk van morele ontwikkeling en
en moreel gebied levensbeschouwelijke ontwikkeling van kinderen.
ontwikkelen en
3.2 Je laat aan de hand van concrete voorbeelden zien 3.2: tekst Blz 8,9,10
toont aan deze het levensbeschouwelijke en morele
ontwikkeling te 3.3: tekst
ontwikkelingsniveau van kinderen uit de onderbouw,
herkennen en er op middenbouw en bovenbouw te kunnen herkennen.
in te kunnen spelen
in praktijksituaties. 3.3. Je analyseert de overeenkomsten en verschillen
tussen theorieën over morele en levensbeschouwelijke 3.2: tekst Blz 8,9,10
ontwikkeling en de praktijk, en gebruikt daarbij
3.3: tekst
voorbeelden uit je eigen praktijk.
4.Je zet op een 4.1 Je legt uit wat levensbeschouwelijke 4.1: tekst Blz 10
onderbouwde basisvaardigheden en levensbeschouwelijke thema’s zijn
manier de theorie door deze begrippen toe te passen op voorbeelden uit de
rondom domeinen, media en je eigen ervaring.
aspecten en
4.2 Je ontwerpt, begeleidt en evalueert leeractiviteiten 4.2: tekst Blz 11
basisvaardigheden in volgens een onderzoek gericht lesmodel met behulp van
bij de voorbereiding, Bijlage 1 Blz 14
het LVF levensbeschouwing en het reflectiemodel Bijlage 2 Blz 19
uitvoering en levensbeschouwing.
evaluatie van Bijlage 3 blz21
onderzoek gerichte Bijlage 4 blz 26
4.3 Door je leeractiviteiten werk je aan de
leeractiviteiten. ontwikkeling van enkele levensbeschouwelijke
4.3: tekst Blz 11,12
vaardigheden van de kinderen
Bijlage 8 Blz 35
3
, Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................................5
1.1 Levensbeschouwing. Van theorie naar actualiteit...........................................................................5
1.2 Levensbeschouwelijke vragen in het onderwijs...............................................................................5
1.3 De drie visies op levensbeschouwing en drie doelen van leren op de praktijkschool......................6
2.1 De papieren, formele en praktische identiteit op de praktijkschool................................................6
2.2 Aandacht en ruimte voor vieringen op de praktijkschool................................................................7
2.3 Het belang van vieren......................................................................................................................8
3.1 Morele en levensbeschouwelijke ontwikkelingstheorieën..............................................................8
3.2 Voorbeelden Faith Development Theory.........................................................................................9
3.3 Morele en Levensbeschouwelijke theorieën en de praktijk: een vergelijking..................................9
4.1 Levensbeschouwelijke basisvaardigheden en thema’s..................................................................10
4.2 Lessen levensbeschouwing ‘Vriendschap’ en ‘Jezelf zijn’..............................................................11
4.3 Levensbeschouwelijk geleerde vaardigheden................................................................................11
Literatuurlijst.......................................................................................................................................13
Bijlage 1. LVF Les Levensbeschouwing 1..........................................................................................14
Bijlage 2. Tekst ‘Het vertrek van de mier’ van Toon Tellegen..........................................................19
Bijlage 3. Reflectiemodel Levensbeschouwing Les 1........................................................................21
Bijlage 4. LVF Les Levensbeschouwing 2..........................................................................................26
Bijlage 5. Kijkwijzer Vieringen..........................................................................................................31
Bijlage 6. Interview met directeur praktijkschool............................................................................32
Bijlage 7. Interview met praktijkbegeleider.....................................................................................33
Bijlage 8. Leerwerktaak 1. Observeren............................................................................................35
4
