Basisstof 1
Abiotische factoren hebben veel invloed op organismen, maar de organismen hebben ook veel
invloed op de abiotische factoren.
Ecosysteem= min of meer begrensde eenheid, waarin een wisselwerking tussen de verschillende
onderdelen (factoren) optreedt.
Ecosysteem sloot/plas=
- Door grote hoeveelheid nitraat en fosfaat nemen de algen toe.
- Aantal algen bleef hoog door activiteit brasems, die slib opwervelen. De algen nemen toe
doordat ze niet vaak worden opgegeven door hun vijanden, de watervlooien. Die worden
opgegeten door brasems.
- Brasems worden weer opgegeten door snoeken, maar doordat het water troebel is kunnen
ze de brasems niet goed zien.
Oplossing=
- Verwijdering 75% van de brasems.
Basisstof 2
Biosfeer= deel van de aarde en dampkring dat door organismen wordt bewoond.
Ecosystemen= min of meer natuurlijk begrensde gebieden met kenmerkende biotische en abiotische
factoren.
Individu= leeft in wisselwerking met de omringende biotische en abiotische factoren.
Populatie= onderling verband tussen de individuen, vb voortplanting, concurreren om voedsel,
gezamenlijke verdediging predatoren of samenwerking prooi te vangen.
Emergente eigenschap= eigenschappen die wel gelden op het organisatieniveau populatie, maar niet
op het individu.
Ecosysteem= totaal van populaties in een bepaald duidelijk begrensd gebied.
Levensgemeenschap= verzameling van alle organismen die in het ecosysteem leven.
Basisstof 3
Tolerantie= vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen.
Klimaat= combinatie van verschillende abiotische factoren.
Poikilotherme dieren= dieren met een wisselende lichaamstemperatuur, koudbloedig.
Homoiotherme dieren= dieren met een vaste lichaamstemperatuur, warmbloedig.
Landplanten=
- Vochtig milieu: bladeren met veel huidmondjes, dunne cuticula, klein wortelstelsels.
- Droog milieu: bladeren met weinig huidmondjes, dikke cuticula.
Waterplanten= weinig stevige delen, klein of afwezig wortelstelsel, huidmondjes aan de bovenkant
van de bladeren.
Basisstof 4
Relaties in een populatie zijn gericht op=
- Competitie
- Territorium