1
Samenvatting: Restauratieve
Tandheelkunde II: Implantaatprothetiek:
Verschil tand en implantaat:
• Proprioceptie:
o 11.5 gram bij de tand
▪ Patiënt zal zeer fijn gevoel hebben bij dichtbijten
o 100.6 gram bij het implantaat
▪ Patiënt zal 10 keer meer kracht uitoefenen om het te voelen
• Mobiliteit:
o Natuurlijke mobiliteit bij de tand
o Gereduceerde mobiliteit bij de tand
• Vorm van de omslijping:
o Elke preparatie van de tand is individueel verschillend
o Elk implantaat heeft een standaardvorm
▪ Makkelijke verwerking
▪ Makkelijk verkrijgen van retentie
• Concept:
o Tand volgt dynamisch concept
o Implantaat volgt rigide concept
Plaatsen van implantaat:
• Chirurgie-fase:
o Moment van plaatsen van het implantaat
• 2-fasig protocol:
o Indicatie:
▪ Extra chirurgische behandeling is nodig
▪ Implantaat is niet optimaal in het bot geplaatst
o Fase 1:
▪ Implantaat zal bedekt worden met een afdekschroefje
• Tandvlees zal over schroefje groeien
▪ Implantaat zal volledig afgesloten zijn in de integratieperiode
• Integratieperiode zal 2-4 maand duren
o Fase 2:
▪ Afdekschroef wordt verwijderd door het maken van een incisie
▪ Plaatsen van healing-abutment
• Verhinderen dat tandvlees er terug overgroeit
• 1-fasig protocol:
o Indicatie:
▪ Implantaat heeft goede stabiliteit
o Healing-abutment wordt geplaatst tijdens de plaatsing
• Opmerking:
o Healing-abutment kan uit 1 of 2 onderdelen bestaan
Samenvatting: Restauratieve Tandheelkunde II: Implantaatprothetiek
, 2
Informatie op healing-abutment:
• Grootste cijfer geeft info over de abutmenthoogte (2)
5
• Bovenste cijfer geeft info over het gingivaal profiel/breedte (5 in 4)
o Geeft info over de diameter
5
• Onderste cijfer geeft info over de implantaatbreedte (4 in )
4
o Info zal de componenten van afdruk en kroon bepalen
• Emergence profil van het implantaat:
• Opmerking:
o In de molaarzone zal een breder healing-abutment gekozen worden
▪ Breedte moet overeenkomen met de diameter van de kroon
• Verhinderen van druk van tandvlees bij het plaatsen van de kroon
Factoren bij plaatsen van implantaten:
• Gingivale profiel:
o Controleren van de gingiva rondom het implantaat
o Indien geen mogelijkheid tot verbetering:
▪ Definitieve afdruk nemen
o Indien geen mogelijkheid tot uitbouwen:
▪ Tijdelijke restauratie plaatsen
• Zie verder
• Asrichting van het implantaat
o Controleren van de positie van het implantaat
o Indien implantaat goede positie heeft:
▪ Verschroefd werken
• Kroon vastschroeven in plaats van vastcementeren
• Esthetische factoren
o Mucosale dikte, positie van het implantaat en esthetiek van de overige tanden
o Esthetische factoren bepalen de materiaalkeuze
▪ Eventueel gebruik van abutment
• Wensen en financiële mogelijkheden van de patiënt
o Gebruiken van individuele abutments…
Testen van osseo-integratie:
• Percussie-test:
o Met stomp instrument tikken op het implantaat
▪ Vast implantaat heeft metalen klank
▪ Los implantaat heeft dampende klank
• Osstell:
o Met pin op het implantaat wordt de stabiliteit opgemeten
▪ Waarde is niet absoluut
• Er wordt 2 keer gemeten
o Bij plaatsing
o Bij integratie
o Test heeft beperkte meerwaarde
Samenvatting: Restauratieve Tandheelkunde II: Implantaatprothetiek
, 3
Testen van osseo-integratie:
• Torque-test:
o Torque:
▪ Kracht die er voor zal zorgen dat het implantaat zal roteren
o Practicus probeert implantaat verder te draaien
▪ Geïndiceerde waarde is 35 Ncm
• Reverse torque-test:
o Practicus probeert implantaat er uit te draaien
▪ Geïndiceerde waarde is 20 Ncm
o Implantaat zit goed indien implantaat niet beweegt
• RX-controle:
o Aanwezigheid van bot rondom het implantaat
o Heeft moeilijk een idee over de osseo-integratie
▪ Handiger voor het ontdekken van andere problemen
Rotationele vrijheid:
• Aantal unieke manieren dat een abutment kan passen op een implantaat
• Vorm van connectie zal de rotationele vrijheid bepalen
o Hoe hoger de rotationele vrijheid, hoe losser het implantaat
▪ Implantaat zal meer kunnen roteren
• Hexagonale vorm gaat gepaard met een rotationele vrijheid van 3
• Opmerking:
o Rotationele vrijheid van 0 is te rigide
Implantaatconnectie:
• Externe connectie:
o Prothetisch onderdeel past over en rondom de connectie
▪ Onderdeel rust op het implantaatplatform
o Prothetisch deel zal er overschuiven
▪ Hexagonale vorm zal zorgen voor rotationele weerstand
• Laat toe om kroon correct te plaatsen
• Interne connectie:
o Prothetisch onderdeel past in het implantaat in de connectie
o Prothetisch deel schuift in het implantaat
▪ Niet-ronde vorm zorgt voor het creëren van rotationele
weerstand
• Laat toe om kroon correct te plaatsen
Samenvatting: Restauratieve Tandheelkunde II: Implantaatprothetiek
Samenvatting: Restauratieve
Tandheelkunde II: Implantaatprothetiek:
Verschil tand en implantaat:
• Proprioceptie:
o 11.5 gram bij de tand
▪ Patiënt zal zeer fijn gevoel hebben bij dichtbijten
o 100.6 gram bij het implantaat
▪ Patiënt zal 10 keer meer kracht uitoefenen om het te voelen
• Mobiliteit:
o Natuurlijke mobiliteit bij de tand
o Gereduceerde mobiliteit bij de tand
• Vorm van de omslijping:
o Elke preparatie van de tand is individueel verschillend
o Elk implantaat heeft een standaardvorm
▪ Makkelijke verwerking
▪ Makkelijk verkrijgen van retentie
• Concept:
o Tand volgt dynamisch concept
o Implantaat volgt rigide concept
Plaatsen van implantaat:
• Chirurgie-fase:
o Moment van plaatsen van het implantaat
• 2-fasig protocol:
o Indicatie:
▪ Extra chirurgische behandeling is nodig
▪ Implantaat is niet optimaal in het bot geplaatst
o Fase 1:
▪ Implantaat zal bedekt worden met een afdekschroefje
• Tandvlees zal over schroefje groeien
▪ Implantaat zal volledig afgesloten zijn in de integratieperiode
• Integratieperiode zal 2-4 maand duren
o Fase 2:
▪ Afdekschroef wordt verwijderd door het maken van een incisie
▪ Plaatsen van healing-abutment
• Verhinderen dat tandvlees er terug overgroeit
• 1-fasig protocol:
o Indicatie:
▪ Implantaat heeft goede stabiliteit
o Healing-abutment wordt geplaatst tijdens de plaatsing
• Opmerking:
o Healing-abutment kan uit 1 of 2 onderdelen bestaan
Samenvatting: Restauratieve Tandheelkunde II: Implantaatprothetiek
, 2
Informatie op healing-abutment:
• Grootste cijfer geeft info over de abutmenthoogte (2)
5
• Bovenste cijfer geeft info over het gingivaal profiel/breedte (5 in 4)
o Geeft info over de diameter
5
• Onderste cijfer geeft info over de implantaatbreedte (4 in )
4
o Info zal de componenten van afdruk en kroon bepalen
• Emergence profil van het implantaat:
• Opmerking:
o In de molaarzone zal een breder healing-abutment gekozen worden
▪ Breedte moet overeenkomen met de diameter van de kroon
• Verhinderen van druk van tandvlees bij het plaatsen van de kroon
Factoren bij plaatsen van implantaten:
• Gingivale profiel:
o Controleren van de gingiva rondom het implantaat
o Indien geen mogelijkheid tot verbetering:
▪ Definitieve afdruk nemen
o Indien geen mogelijkheid tot uitbouwen:
▪ Tijdelijke restauratie plaatsen
• Zie verder
• Asrichting van het implantaat
o Controleren van de positie van het implantaat
o Indien implantaat goede positie heeft:
▪ Verschroefd werken
• Kroon vastschroeven in plaats van vastcementeren
• Esthetische factoren
o Mucosale dikte, positie van het implantaat en esthetiek van de overige tanden
o Esthetische factoren bepalen de materiaalkeuze
▪ Eventueel gebruik van abutment
• Wensen en financiële mogelijkheden van de patiënt
o Gebruiken van individuele abutments…
Testen van osseo-integratie:
• Percussie-test:
o Met stomp instrument tikken op het implantaat
▪ Vast implantaat heeft metalen klank
▪ Los implantaat heeft dampende klank
• Osstell:
o Met pin op het implantaat wordt de stabiliteit opgemeten
▪ Waarde is niet absoluut
• Er wordt 2 keer gemeten
o Bij plaatsing
o Bij integratie
o Test heeft beperkte meerwaarde
Samenvatting: Restauratieve Tandheelkunde II: Implantaatprothetiek
, 3
Testen van osseo-integratie:
• Torque-test:
o Torque:
▪ Kracht die er voor zal zorgen dat het implantaat zal roteren
o Practicus probeert implantaat verder te draaien
▪ Geïndiceerde waarde is 35 Ncm
• Reverse torque-test:
o Practicus probeert implantaat er uit te draaien
▪ Geïndiceerde waarde is 20 Ncm
o Implantaat zit goed indien implantaat niet beweegt
• RX-controle:
o Aanwezigheid van bot rondom het implantaat
o Heeft moeilijk een idee over de osseo-integratie
▪ Handiger voor het ontdekken van andere problemen
Rotationele vrijheid:
• Aantal unieke manieren dat een abutment kan passen op een implantaat
• Vorm van connectie zal de rotationele vrijheid bepalen
o Hoe hoger de rotationele vrijheid, hoe losser het implantaat
▪ Implantaat zal meer kunnen roteren
• Hexagonale vorm gaat gepaard met een rotationele vrijheid van 3
• Opmerking:
o Rotationele vrijheid van 0 is te rigide
Implantaatconnectie:
• Externe connectie:
o Prothetisch onderdeel past over en rondom de connectie
▪ Onderdeel rust op het implantaatplatform
o Prothetisch deel zal er overschuiven
▪ Hexagonale vorm zal zorgen voor rotationele weerstand
• Laat toe om kroon correct te plaatsen
• Interne connectie:
o Prothetisch onderdeel past in het implantaat in de connectie
o Prothetisch deel schuift in het implantaat
▪ Niet-ronde vorm zorgt voor het creëren van rotationele
weerstand
• Laat toe om kroon correct te plaatsen
Samenvatting: Restauratieve Tandheelkunde II: Implantaatprothetiek