1
Samenvatting: Endodontologie: Specifieke
Situaties:
Traditionele benadering:
• Wortelkanaalbehandeling
o Zeer effectieve symptoombestrijding
▪ Directe en blijvende pijnverlichting
o Prognose bij vitale pulpa is 90%
• Maar:
o Zeer technisch complexe interventie, tijdrovend en duur
o Onvermijdelijke wegname van dentine heeft gevolgen
▪ Ontzenuwde tanden zijn breukgevoeliger
• Dus zoeken naar alternatieve, minder invasieve therapieën
o Vitale pulpa therapie
Vitale pulpa therapie:
• Wat?
o Behandelstrategieën gericht op het behoud van de vitaliteit van de pulpa in zijn
geheel, of deel van de pulpa
• Wanneer?
o In geval van exponatie van de pulpa
▪ Bij cariësverwijdering
▪ Bij trauma
▪ Bij iatrogene schade
• Opties:
o Pulpacapping
o Pulpotomie
Pulpacapping:
• Bedekken van de geëxponeerde pulpa met een beschermde laag
o Gevolgd door een definitieve restauratie
Pulpotomie:
• Verwijderen van een stukje coronale pulpa na exponatie
• Bedekken van resterende pulpa met een beschermende laag
o Gevolgd door een definitieve restauratie
Endodontologie: Specifieke Situaties:
, 2
Voordelen van vitale pulpa therapie:
• Behoud van formatieve, defensieve en sensorische functies van de pulpa
• Tandsubstantievriendelijker
o Goed voor het behouden van de structurele integriteit van de tand
o Er wordt minder dentine weggenomen
• Eenvoudigere procedure dan wortelkanaalbehandeling
• Pijnreductie is even effectief
• Reduceren van de kosten en het ongemak voor de patiënt en de maatschappij
Inzichten in pulpabiologie:
• Pulpa-inflammatie is geen alles-of-niets
fenomeen
• Inflammatie is vaak beperkt tot de zone vlak
naast de carieuze exponatie
o Zelden 2 mm verder
• Inflammatie is poging tot genezing
o Normale genezingsrespons van de
pulpa op een prikkel
Dentine matrix proteïnen (DMP):
• Organische matrix van dentine bevat dentine matrix proteïnen
o Bioactieve moleculen die zorgen voor inductie van celmigratie, -differentiatie en
angiogenese
▪ DMP helpen bij het pulpaherstel
• DMP wordt vrijgesteld na demineralisatie als gevolg van cariës en na applicatie van bio-
keramische cementen (calciumsilicaatcementen)
o Voorbeelden:
▪ Witte en grijze MTA (mineraal trioxide aggregaat)
• Minder pulpale inflammatie
• Voorspelbaardere vorming van hardweefselbarrières
▪ Calciumhydroxide werd vroeger gebruikt
Calciumsilicaatcementen:
• Cementen op basis van calciumsilicaatverbindingen
• Kenmerken:
o Uitstekende biocompatibiliteit
▪ Materiaal heeft geen toxische of ongewenste effecten op het weefsel
o Uitstekende bio-activiteit
▪ Materiaal stimuleert een weefselrespons
• Specifieke oppervlaktereactie
▪ Materiaal vormt een laag die inherent is aan het lichaam
Endodontologie: Specifieke Situaties:
, 3
MTA-elementen:
• Si:
o Invloed op botregeneratie
• OH-ionen:
o Inhibitie van bacteriële groei
• Ca-ionen:
o Pulpacel differentiatie en mineralisatie
• Ca(OH)2:
o Opruimen van necrotische zones
• Pulparegeneratief potentieel door release van TFG-bèta1
• Alle elementen helpen mee aan de dentinebrugformatie
Cariësconsistentie:
• Zacht dentine:
o Pap die met handinstrumenten te excaveren is
met minimale weerstand
▪ Oplepelen met een curette
• Stevig dentine:
o Vereist enige kracht om met handinstrumenten
te excaveren
• Hard dentine:
o Gaaf
o Excavatie is niet mogelijk
o Bij sonderen is er een cri de la dentine te horen
o Geen cariës aanwezig
Cariësuitgebreidheid:
• Diepe cariës:
o Cariës tot binnenste vierde van het dentine
o Zone van hard/stevig dentine tussen laesie en pulpa
o Risico op pulpa-exponatie tijdens de behandeling
o Er is een grens tussen pulpa en cariës
• Extreem diepe cariës:
o Cariës die de volledige dikte van het dentine penetreert
o Pulpa-exponatie is onvermijdelijk
▪ Geen dentinegrens tussen pulpa en cariës
Endodontologie: Specifieke Situaties:
, 4
Cariësverwijdering:
• Niet-selectieve cariësverwijdering:
o Volledige verwijdering van zacht en stevig dentine
o Enkel hard dentine blijft over
• Selectieve cariësverwijdering:
o Selectief tot zacht:
▪ In periferie:
• Excavatie tot hard dentine
▪ In richting van pulpa:
• Er wordt zacht dentine achtergelaten
o Daarna bedekt met GIC of CSC
o Gevolgd door een definitieve restauratie
o Selectieve verwijdering tot stevig dentine:
▪ In periferie:
• Excavatie tot hard dentine
▪ In richting van pulpa:
• Er wordt stevig dentine achtergelaten
o Zal algemeen leiden tot een kleinere kans op pulpa-exponatie
Directe pulpacapping:
• Aanbrengen van een biomateriaal op de geëxponeerde pulpa
o Gevolgd door definitieve restauratie
• Klasse I:
o Afwezigheid van diepe carieuze laesie
o Exponatie doorheen zuiver, niet-gecontamineerd dentine
▪ Onderliggende pulpa is gezond
▪ Exponatie door trauma of iatrogene exponatie
• Klasse II:
o Aanwezigheid van diepe carieuze laesie
o Exponatie doorheen gecontamineerde zone
▪ Onderliggende pulpa is geïnflammeerd
Pulpotomie:
• Partiele pulpotomie:
o Verwijdering van kleine portie van de coronale pulpa
• Volledige pulpotomie:
o Volledige verwijdering van de coronale pulpa tot op het niveau van de
kanaaltoegangen
• Selectieve pulpectomie:
o Verwijdering van de pulpakamer
o Verwijdering van de pulpa in 1 van de wortels bij pluriradiculaire tanden
• Pulpectomie:
o Verwijdering van de volledige pulpastreng
▪ Pulpa ook verwijderenuit de kanalen
Endodontologie: Specifieke Situaties:
Samenvatting: Endodontologie: Specifieke
Situaties:
Traditionele benadering:
• Wortelkanaalbehandeling
o Zeer effectieve symptoombestrijding
▪ Directe en blijvende pijnverlichting
o Prognose bij vitale pulpa is 90%
• Maar:
o Zeer technisch complexe interventie, tijdrovend en duur
o Onvermijdelijke wegname van dentine heeft gevolgen
▪ Ontzenuwde tanden zijn breukgevoeliger
• Dus zoeken naar alternatieve, minder invasieve therapieën
o Vitale pulpa therapie
Vitale pulpa therapie:
• Wat?
o Behandelstrategieën gericht op het behoud van de vitaliteit van de pulpa in zijn
geheel, of deel van de pulpa
• Wanneer?
o In geval van exponatie van de pulpa
▪ Bij cariësverwijdering
▪ Bij trauma
▪ Bij iatrogene schade
• Opties:
o Pulpacapping
o Pulpotomie
Pulpacapping:
• Bedekken van de geëxponeerde pulpa met een beschermde laag
o Gevolgd door een definitieve restauratie
Pulpotomie:
• Verwijderen van een stukje coronale pulpa na exponatie
• Bedekken van resterende pulpa met een beschermende laag
o Gevolgd door een definitieve restauratie
Endodontologie: Specifieke Situaties:
, 2
Voordelen van vitale pulpa therapie:
• Behoud van formatieve, defensieve en sensorische functies van de pulpa
• Tandsubstantievriendelijker
o Goed voor het behouden van de structurele integriteit van de tand
o Er wordt minder dentine weggenomen
• Eenvoudigere procedure dan wortelkanaalbehandeling
• Pijnreductie is even effectief
• Reduceren van de kosten en het ongemak voor de patiënt en de maatschappij
Inzichten in pulpabiologie:
• Pulpa-inflammatie is geen alles-of-niets
fenomeen
• Inflammatie is vaak beperkt tot de zone vlak
naast de carieuze exponatie
o Zelden 2 mm verder
• Inflammatie is poging tot genezing
o Normale genezingsrespons van de
pulpa op een prikkel
Dentine matrix proteïnen (DMP):
• Organische matrix van dentine bevat dentine matrix proteïnen
o Bioactieve moleculen die zorgen voor inductie van celmigratie, -differentiatie en
angiogenese
▪ DMP helpen bij het pulpaherstel
• DMP wordt vrijgesteld na demineralisatie als gevolg van cariës en na applicatie van bio-
keramische cementen (calciumsilicaatcementen)
o Voorbeelden:
▪ Witte en grijze MTA (mineraal trioxide aggregaat)
• Minder pulpale inflammatie
• Voorspelbaardere vorming van hardweefselbarrières
▪ Calciumhydroxide werd vroeger gebruikt
Calciumsilicaatcementen:
• Cementen op basis van calciumsilicaatverbindingen
• Kenmerken:
o Uitstekende biocompatibiliteit
▪ Materiaal heeft geen toxische of ongewenste effecten op het weefsel
o Uitstekende bio-activiteit
▪ Materiaal stimuleert een weefselrespons
• Specifieke oppervlaktereactie
▪ Materiaal vormt een laag die inherent is aan het lichaam
Endodontologie: Specifieke Situaties:
, 3
MTA-elementen:
• Si:
o Invloed op botregeneratie
• OH-ionen:
o Inhibitie van bacteriële groei
• Ca-ionen:
o Pulpacel differentiatie en mineralisatie
• Ca(OH)2:
o Opruimen van necrotische zones
• Pulparegeneratief potentieel door release van TFG-bèta1
• Alle elementen helpen mee aan de dentinebrugformatie
Cariësconsistentie:
• Zacht dentine:
o Pap die met handinstrumenten te excaveren is
met minimale weerstand
▪ Oplepelen met een curette
• Stevig dentine:
o Vereist enige kracht om met handinstrumenten
te excaveren
• Hard dentine:
o Gaaf
o Excavatie is niet mogelijk
o Bij sonderen is er een cri de la dentine te horen
o Geen cariës aanwezig
Cariësuitgebreidheid:
• Diepe cariës:
o Cariës tot binnenste vierde van het dentine
o Zone van hard/stevig dentine tussen laesie en pulpa
o Risico op pulpa-exponatie tijdens de behandeling
o Er is een grens tussen pulpa en cariës
• Extreem diepe cariës:
o Cariës die de volledige dikte van het dentine penetreert
o Pulpa-exponatie is onvermijdelijk
▪ Geen dentinegrens tussen pulpa en cariës
Endodontologie: Specifieke Situaties:
, 4
Cariësverwijdering:
• Niet-selectieve cariësverwijdering:
o Volledige verwijdering van zacht en stevig dentine
o Enkel hard dentine blijft over
• Selectieve cariësverwijdering:
o Selectief tot zacht:
▪ In periferie:
• Excavatie tot hard dentine
▪ In richting van pulpa:
• Er wordt zacht dentine achtergelaten
o Daarna bedekt met GIC of CSC
o Gevolgd door een definitieve restauratie
o Selectieve verwijdering tot stevig dentine:
▪ In periferie:
• Excavatie tot hard dentine
▪ In richting van pulpa:
• Er wordt stevig dentine achtergelaten
o Zal algemeen leiden tot een kleinere kans op pulpa-exponatie
Directe pulpacapping:
• Aanbrengen van een biomateriaal op de geëxponeerde pulpa
o Gevolgd door definitieve restauratie
• Klasse I:
o Afwezigheid van diepe carieuze laesie
o Exponatie doorheen zuiver, niet-gecontamineerd dentine
▪ Onderliggende pulpa is gezond
▪ Exponatie door trauma of iatrogene exponatie
• Klasse II:
o Aanwezigheid van diepe carieuze laesie
o Exponatie doorheen gecontamineerde zone
▪ Onderliggende pulpa is geïnflammeerd
Pulpotomie:
• Partiele pulpotomie:
o Verwijdering van kleine portie van de coronale pulpa
• Volledige pulpotomie:
o Volledige verwijdering van de coronale pulpa tot op het niveau van de
kanaaltoegangen
• Selectieve pulpectomie:
o Verwijdering van de pulpakamer
o Verwijdering van de pulpa in 1 van de wortels bij pluriradiculaire tanden
• Pulpectomie:
o Verwijdering van de volledige pulpastreng
▪ Pulpa ook verwijderenuit de kanalen
Endodontologie: Specifieke Situaties: