waarderingsgrondslagen
12.1 Elementen van een winstbepalingsstelsel
Een winstbepalingsstelsel is opgebouwd uit twee elementen: de instandhoudingsdoelstelling en de
waarderingsgrondslag.
De instandhoudingsdoelstelling
Om de winst te kunnen bepalen moet eerst gedefinieerd worden welk bedrag aan het einde van de
periode in de onderneming dient te blijven om haar in dezelfde positie te houden als waarin zij zich
aan het begin van de periode bevond. Dit bedrag is afhankelijk van de gekozen
instandhoudingsdoelstelling van de onderneming.
Nominalistische winstopvatting: Dit houdt in dat de onderneming weer in dezelfde positie is, als in
geld gemeten de beginsituatie hersteld is. Het nominalisme houdt bij de winstbepaling geen rekening
met de gevolgen van prijswijzigingen in de voorraad productiemiddelen. (Zie vb 12.1)
Substantialisme: Dit houdt in dat de onderneming in hoeveelheid productiemiddelen gemeten weer
in de beginsituatie dient te zijn, alvorens er sprake is van winst. Bij het substantialisme is niet ieder
overschot boven het begin eigen vermogen winst; een gedeelte van dat overschot is gebonden aan
de onderneming om vervanging van het complex van de materiële activa tegen gestegen prijzen te
waarborgen. (Zie vb 12.1)
Waardering van materiële activa
Mogelijke waarderingsgrondslagen zijn:
• De geschatte verkoopprijs of de reële waarde
• De voor inflatie gecorrigeerde historische kostprijs
• Historische kostprijs = werkelijk betaalde inkoopprijs
• Vervangingswaarde = de op balansdatum actuele inkoopprijs