Answers
Rechtseconomie antwoorden 2016/2017
- Course
- Institution
Rechtseconomie 2016/2017, uitgewerkte antwoorden op de vragen.
[Show more]
1 review
By: cornékuipers • 6 year ago
Seller
Follow
edwin7788
Reviews received
Content preview
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit GroningenAntwoorden Rechtseconomie
2016/2017 Rechtsgeleerdheid
,Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
Inhoud
Oefenopgaven bij hoofdstuk 1 & 2 Kanning en Kerkmeester (week 1) .................................... 3
Oefenopgaven bij hoofdstuk 2 & 3 Kanning en Kerkmeester (week 2) .................................... 6
Oefenopgaven bij hoofdstuk 3 & 4 Kanning en Kerkmeester (week 3) .................................... 8
Oefenopgaven bij hoofdstuk 5 en 6 Kanning en Kerkmeester (week 4) ................................. 10
Oefenopgaven bij hoofdstuk 6 Kanning en Kerkmeester (week 5) ......................................... 11
Oefenopgaven bij hoofdstuk 7 & 8 Kanning en Kerkmeester (week 6) .................................. 13
Oefenopgaven bij hoofdstuk 10 Kanning en Kerkmeester (week 7) ....................................... 14
2016/2017 Rechtsgeleerdheid
,Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
Oefenopgaven bij hoofdstuk 1 & 2 Kanning en Kerkmeester (week 1)
1. a. De mate van verandering van een bepaalde grootheid (p) als gevolg van een
verandering in een andere grootheid (q).
b.
Elasticiteit Positief/Negatief
Prijselasticiteit van de vraag (normaal Negatief
goed)
Kruiselingse prijselasticiteit Positief
(substitueerbare goederen)
Kruiselingse prijselasticiteit Negatief
(complementaire goederen)
Inkomenselasticiteit (normaal goed) Positief
Inkomenselasticiteit (inferieur goed) Negatief
c. Met de prijselasticiteit kan hij achterhalen of zijn prijsverhoging ook leidt tot
meer omzet (p*q). Dat zal namelijk het geval zijn indien de prijs elasticiteit
inelastisch is en dus een prijsverhoging slechts een geringe daling in de vraag tot
gevolg zal hebben.
2. a. veel agenten met een gering marktaandeel die niet coöperatief handelen;
homogene goederen; geen transactiekosten (vrije toe- en uittreding;
(eigendoms)rechten gedefinieerd en volledige transparantie). Ook is er geen
individuele invloed op de prijs.
b.
3. a. Omdat de individuele onderneming op de markt met volkomen concurrentie
geen invloed kan uitoefenen op de prijs, is deze voor hem een gegeven en gelijk
aan de marginale opbrengst. Vandaar dat de prijsafzetcurve horizontaal en gelijk
aan de prijs en de MO is.
b. Aangenomen dat de onderneming naar winstmaximalisering streeft, hangt de
optimale productieomvang af van de vraag wanneer MO gelijk is aan MK. Gelet
op onderstaande tabel is de winst maximaal bij een productieomvang van 600,
waarbij de winst 1100 is.
2016/2017 Rechtsgeleerdheid
, Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
P Q I VK CK TK GTK MK TO MO Winst
600 0 0 0 400 400 - 0 0 0 0
600 1 2 100 400 500 500 100 600 600 100
600 2 6 300 400 700 350 200 1200 600 500
600 3 12 600 400 1000 333 300 1800 600 800
600 4 20 1000 400 1400 350 400 2400 600 1000
600 5 30 1500 400 1900 380 500 3000 600 1100
600 6 42 2100 400 2500 417 600 3600 600 1100
600 7 56 2800 400 3200 457 700 4200 600 1000
600 8 72 3600 400 4000 500 800 4800 600 800
600 9 90 4500 400 4900 544 900 5400 600 500
600 10 110 5500 400 5900 590 1000 6000 600 100
Toelichting ten aanzien van elke grootheid:
VK: er van uitgaande dat arbeid de enige variabele factor is: w*I
CK: is gegeven en is onafhankelijk van de productieomvang, 400 dus
TK: VK+CK
GTK: TK/q
MK: ΔTK/Δq, met i.c. Δq=1 dus MK=ΔTK (of ΔVK)
TO: p*q
MO: ΔTO/Δq, met i.c. Δq=1 dus MO=ΔTO, maar ook simpelweg MO=p
Winst= TO-TK
4. a. Indien de prijs hoger is dan de evenwichtsprijs waarbij het aanbod gelijk aan
de vraag zou zijn. In dat geval wordt namelijk meer aangeboden dan gevraagd,
waardoor een aanbodoverschot ontstaat. Door dit aanbodoverschot zullen
producenten uit de markt treden omdat zij hun producten niet meer kunnen
afzetten. Ook zal de lagere vraag leiden tot prijsverlagingen, waardoor het markt
uiteindelijk weer naar het evenwicht beweegt.
b. De prijs is gelijk aan de MO, aangezien sprake is van volkomen concurrentie.
De winst is maximaal bij MO=MK. Daarom zal bij elke p, die immers gelijk was
aan de MO, een hoeveelheid corresponderend met MK worden aangeboden.
Daarom vormt de MK-curve de aanbodcurve, tenzij deze daalt beneden de GVK.
5. a.
2016/2017 Rechtsgeleerdheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller edwin7788. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
72964 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now