Hoofdstuk 1
Het nationaal recht heeft 2 takken: Privaatrecht en Publiekrecht.
Privaatrecht: Omvat het geheel van rechten tussen personen, tussen
bedrijven en personen en bedrijven. Te vinden in het Burgerlijk Wetboek
(BW).
Privaatrecht wordt verdeeld in: Personenrecht, Vermogensrecht en
burgerlijk procesrecht.
Publiekrecht: Regels voor de verhouding tussen de burger en de
overheid en tussen overheidsinstanties onderling.
Publiekrecht verdeeld in: Staatsrecht, Bestuursrecht en Strafrecht.
Staatsrecht: Gaat over de staat als organisatorisch verband. In het
staatsrecht staat dus beschreven hoe de staat georganiseerd is
(samenstelling, besluitvorming en verantwoording). De bevoegdheden en
instelling van alle staatsorganen en hun verhouding tot de burgers. In
Nederland is de staat verdeeld in een wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht.
Bestuursrecht: De algemene regels zijn samengebracht in de
Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit is het algemeen bestuursrecht.
Strafrecht: Wetten zijn opgenomen in het Wetboek van Strafrecht (Sr)
en het Wetboek van Strafvordering (Sv).
, Europees/ internationaal recht: Omvat alle regels die tussen staten
gelden.
Waarom is er recht?: Goede mensen hebben geen wetten nodig vond
Plato. Maar niet iedereen is altijd goed en interpretaties van situaties
kunnen sterk van elkaar verschillen. De rechter is er dus om een
onafhankelijk oordeel te vellen die gebaseerd is op vooraf afgesproken
regels: het recht.
Waar is recht te vinden?: In rechtsbronnen.
- Wetten
- Verdragen
- Jurisprudentie (rechtspraak)
- Gewoonten
Het recht is te vinden in wetten, ook wel aangeduid met regelgeving.
Wetten worden
gemaakt door de
overheid, de
centrale overheid
(regering en Staten
Generaal) of de
decentrale
overheid (provincie
en gemeente).
Wet in formele zin: Gemaakt door de regering en de Staten Generaal
gezamenlijk.
Wet in materiële zin: Gemaakt door andere wetgevers.
Wetten in formele- en materiële zin richten zich op alle inwoners van
Nederland. Een wet dat tot één persoon of groep hoort is geen wet, maar
een vergunning.
Een wet in formele zin is tegelijkertijd ook een wet in materiële zin.
Een wet in materiële zin is nooit een wet in formele zin.
Het nationaal recht heeft 2 takken: Privaatrecht en Publiekrecht.
Privaatrecht: Omvat het geheel van rechten tussen personen, tussen
bedrijven en personen en bedrijven. Te vinden in het Burgerlijk Wetboek
(BW).
Privaatrecht wordt verdeeld in: Personenrecht, Vermogensrecht en
burgerlijk procesrecht.
Publiekrecht: Regels voor de verhouding tussen de burger en de
overheid en tussen overheidsinstanties onderling.
Publiekrecht verdeeld in: Staatsrecht, Bestuursrecht en Strafrecht.
Staatsrecht: Gaat over de staat als organisatorisch verband. In het
staatsrecht staat dus beschreven hoe de staat georganiseerd is
(samenstelling, besluitvorming en verantwoording). De bevoegdheden en
instelling van alle staatsorganen en hun verhouding tot de burgers. In
Nederland is de staat verdeeld in een wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht.
Bestuursrecht: De algemene regels zijn samengebracht in de
Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit is het algemeen bestuursrecht.
Strafrecht: Wetten zijn opgenomen in het Wetboek van Strafrecht (Sr)
en het Wetboek van Strafvordering (Sv).
, Europees/ internationaal recht: Omvat alle regels die tussen staten
gelden.
Waarom is er recht?: Goede mensen hebben geen wetten nodig vond
Plato. Maar niet iedereen is altijd goed en interpretaties van situaties
kunnen sterk van elkaar verschillen. De rechter is er dus om een
onafhankelijk oordeel te vellen die gebaseerd is op vooraf afgesproken
regels: het recht.
Waar is recht te vinden?: In rechtsbronnen.
- Wetten
- Verdragen
- Jurisprudentie (rechtspraak)
- Gewoonten
Het recht is te vinden in wetten, ook wel aangeduid met regelgeving.
Wetten worden
gemaakt door de
overheid, de
centrale overheid
(regering en Staten
Generaal) of de
decentrale
overheid (provincie
en gemeente).
Wet in formele zin: Gemaakt door de regering en de Staten Generaal
gezamenlijk.
Wet in materiële zin: Gemaakt door andere wetgevers.
Wetten in formele- en materiële zin richten zich op alle inwoners van
Nederland. Een wet dat tot één persoon of groep hoort is geen wet, maar
een vergunning.
Een wet in formele zin is tegelijkertijd ook een wet in materiële zin.
Een wet in materiële zin is nooit een wet in formele zin.