Casus 4.2 Mw. Terbeeke
• de definitie, risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, symptomen,
diagnostiek, behandeling, complicaties, prognose en preventie van epilepsie
beschrijven.
Definitie epilepsie: optreden van epileptische aanvallen (insulten) door een tijdelijk
verstoorde elektrische hersenactiviteit.
- Twee of meer niet-acuut symptomatische aanvallen met een interval van meer
dan 24 uur
- Niet-acuut symptomatische aanval met een hoog herhalingsrisico (één aanval is
geen epilepsie)
- Bekend epilepsiesyndroom
Risicofactoren:
- Aandoeningen aan de hersenen: CVA, aangeboren vaat- of hersenafwijkingen,
ernstig traumatisch hoofdletsel, hersentumor, meningitis, encefalitis
- Hersenschade door chronisch overmatig alcohol- of drugsgebruik
- Verstandelijke beperking
- Insult of koortsstuip in voorgeschiedenis
- Epilepsie in familie
Etiologie/pathofysiologie:
Verhoogde prikkelbaarheid van de hersencellen (ion kanalen in celmembraan en
neurotransmitters spelen hierin een rol) → gelijktijdige ontlading
- Uitlokkende factoren:
o Slaaptekort, overmatig alcoholgebruik, drugsgebruik, emotionele stress,
hormonale veranderingen (menstruatiecyclus), koorts, therapieontrouw,
lichtflitsen.
- Verschijnselen epilepsie hangen af van: lokalisatie in hersenen, uitgebreidheid
en intensiteit van overmatige elektrische activiteit.
Symptomen:
Aanvallen met focaal beginepilepsie:
- Ervaren van een aura: een opstijgend gevoel vanuit de maag, déjà vu, zien van
sterretjes/lichtflitsen, gevoel van derealisatie
- Motorisch:
o Ongecontroleerde bewegingen van armen/benen
o Doelloze handelingen: friemelen, plukken, kauw of smakbewegingen,
rondlopen
o Trekkingen van mond
- Niet-motorisch:
o Zintuigelijke sensaties die er niet zijn
o Verminderde gewaarwording
o Tintelingen
, o Autonome verschijnselen: zweten, blozen, hartkloppingen, gevoel van
misselijkheid
o Opstijgend gevoel vanuit je maag
o Déjà vu
o Derealisatie
o Emotionele verschijnselen: angst, agressie, verdriet
Aanvallen met een gegeneraliseerd begin:
- Motorische, tonisch-clonische aanval:
o Tonische fase: bewustzijnsverlies met vallen en soms een harde gil,
verkramping van spieren en een bleekblauwe verkleuring van het gelaat
door zuurstoftekort.
o Clonische fase: ritmische spierschokken van ledematen en hoofd
o Grote aanval: tongbeet, speekselvloed, urine-incontinentie en braken
- Motorisch overig:
o Atonie: wegvallen normale spierspanning
o Verstijving van het lichaam
o Kortdurende spierschokken van het lichaam
- Absence: kleine aanval; korte periode (seconden) van verminderd bewustzijn
met staren/dagdromen, snel knipperen. Gegeneraliseerde vorm van epilepsie
o Abrupt begin en einde
o Geen interactie met omgeving
o Slikken/knipperen/smakken
o Friemelen: haar uit gezicht
o Opwaarts draaiende oogbollen
o Lichte schokjes mond
o Zien het niet aankomen, niet verward
Fases:
- Aura/focaal begin
- Fase 1: Tonische fase: bewustzijnsverlies met vallen en soms een harde
gil, verkramping van spieren en een bleekblauwe verkleuring van
het gelaat door zuurstoftekort.
- Fase 2: Clonische fase: ritmische spierschokken van ledematen en hoofd.
- Fase 3: ontspanningsfase, schokkende bewegingen nemen geleidelijk af.
- Herstelfase: postictale periode: vermoeidheid en slaperig, verward voelen, last
van hoofpijn (half uur tot uren).
Diagnostiek:
- Terugkerende epileptische aanvallen (min. Twee) of grotere kans op herhaling
- Aanvals-anamnese → heteroanamnese/video/observatie
- EEG en MRI-scan: kijken naar oorzaken en herhalingsrisico inschatten
- Aanvullend onderzoek: bloedonderzoek, onderzoek naar hart voor uitsluiten
andere oorzaken.
Behandeling:
- Focaal begin: geruststellen, voorwerpen weghalen, afleiden
- Gegeneraliseerde aanval met motorische verschijnselen:
• de definitie, risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, symptomen,
diagnostiek, behandeling, complicaties, prognose en preventie van epilepsie
beschrijven.
Definitie epilepsie: optreden van epileptische aanvallen (insulten) door een tijdelijk
verstoorde elektrische hersenactiviteit.
- Twee of meer niet-acuut symptomatische aanvallen met een interval van meer
dan 24 uur
- Niet-acuut symptomatische aanval met een hoog herhalingsrisico (één aanval is
geen epilepsie)
- Bekend epilepsiesyndroom
Risicofactoren:
- Aandoeningen aan de hersenen: CVA, aangeboren vaat- of hersenafwijkingen,
ernstig traumatisch hoofdletsel, hersentumor, meningitis, encefalitis
- Hersenschade door chronisch overmatig alcohol- of drugsgebruik
- Verstandelijke beperking
- Insult of koortsstuip in voorgeschiedenis
- Epilepsie in familie
Etiologie/pathofysiologie:
Verhoogde prikkelbaarheid van de hersencellen (ion kanalen in celmembraan en
neurotransmitters spelen hierin een rol) → gelijktijdige ontlading
- Uitlokkende factoren:
o Slaaptekort, overmatig alcoholgebruik, drugsgebruik, emotionele stress,
hormonale veranderingen (menstruatiecyclus), koorts, therapieontrouw,
lichtflitsen.
- Verschijnselen epilepsie hangen af van: lokalisatie in hersenen, uitgebreidheid
en intensiteit van overmatige elektrische activiteit.
Symptomen:
Aanvallen met focaal beginepilepsie:
- Ervaren van een aura: een opstijgend gevoel vanuit de maag, déjà vu, zien van
sterretjes/lichtflitsen, gevoel van derealisatie
- Motorisch:
o Ongecontroleerde bewegingen van armen/benen
o Doelloze handelingen: friemelen, plukken, kauw of smakbewegingen,
rondlopen
o Trekkingen van mond
- Niet-motorisch:
o Zintuigelijke sensaties die er niet zijn
o Verminderde gewaarwording
o Tintelingen
, o Autonome verschijnselen: zweten, blozen, hartkloppingen, gevoel van
misselijkheid
o Opstijgend gevoel vanuit je maag
o Déjà vu
o Derealisatie
o Emotionele verschijnselen: angst, agressie, verdriet
Aanvallen met een gegeneraliseerd begin:
- Motorische, tonisch-clonische aanval:
o Tonische fase: bewustzijnsverlies met vallen en soms een harde gil,
verkramping van spieren en een bleekblauwe verkleuring van het gelaat
door zuurstoftekort.
o Clonische fase: ritmische spierschokken van ledematen en hoofd
o Grote aanval: tongbeet, speekselvloed, urine-incontinentie en braken
- Motorisch overig:
o Atonie: wegvallen normale spierspanning
o Verstijving van het lichaam
o Kortdurende spierschokken van het lichaam
- Absence: kleine aanval; korte periode (seconden) van verminderd bewustzijn
met staren/dagdromen, snel knipperen. Gegeneraliseerde vorm van epilepsie
o Abrupt begin en einde
o Geen interactie met omgeving
o Slikken/knipperen/smakken
o Friemelen: haar uit gezicht
o Opwaarts draaiende oogbollen
o Lichte schokjes mond
o Zien het niet aankomen, niet verward
Fases:
- Aura/focaal begin
- Fase 1: Tonische fase: bewustzijnsverlies met vallen en soms een harde
gil, verkramping van spieren en een bleekblauwe verkleuring van
het gelaat door zuurstoftekort.
- Fase 2: Clonische fase: ritmische spierschokken van ledematen en hoofd.
- Fase 3: ontspanningsfase, schokkende bewegingen nemen geleidelijk af.
- Herstelfase: postictale periode: vermoeidheid en slaperig, verward voelen, last
van hoofpijn (half uur tot uren).
Diagnostiek:
- Terugkerende epileptische aanvallen (min. Twee) of grotere kans op herhaling
- Aanvals-anamnese → heteroanamnese/video/observatie
- EEG en MRI-scan: kijken naar oorzaken en herhalingsrisico inschatten
- Aanvullend onderzoek: bloedonderzoek, onderzoek naar hart voor uitsluiten
andere oorzaken.
Behandeling:
- Focaal begin: geruststellen, voorwerpen weghalen, afleiden
- Gegeneraliseerde aanval met motorische verschijnselen: