100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Voortplanting & Inleiding (H1 + H2) $5.17   Add to cart

Summary

Samenvatting Voortplanting & Inleiding (H1 + H2)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting van voortplanting & inleiding in de biologie (H1 + H2) voor 4 VWO

Preview 3 out of 17  pages

  • Yes
  • June 26, 2023
  • 17
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Je kunt beschrijven wat biologie is en uitleggen op welke gebieden biologie een rol speelt.
* Biologie is een natuurwetenschap en bestudeert organismen (levende wezens).
- Alle organismen vertonen levensverschijnselen zoals voortplanting, groeien, ontwikkelen en
stofwisseling.
- Stofwisseling: alle chemische reacties in een organisme.
- Enzymen versnellen (katalyseren) de chemische reacties van stofwisselingsprocessen.
- Een organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoont, is dood. Dingen in de natuur die nooit
hebben geleefd zijn levenloos.
* Bij belangrijke vraagstukken over de toekomst van voeding en voedselzekerheid, gezondheid,
duurzame ontwikkeling, energie en veiligheid, is kennis over en inzicht in biologische processen en
systemen steeds relevanter.
* Een context voor het vak biologie is een situatie waarin biologie een rol spelt.

Je kunt de levenscyclus van dieren beschrijven.
* Elk organisme (individu) heeft een levensloop. De levensloop begint direct na het ontstaan van het
organisme en eindigt met de dood van het organisme.
* Elke soort heeft een levenscyclus omdat alle individuen van een soort tijdens hun levensloop
dezelfde fasen of stadia van ontwikkeling doorlopen. Hoewel individuen van een soort sterven, blijft
de soort voortbestaan.
- Ontwikkelen: optreden van veranderingen in de bouw en het functioneren van het organisme of
van bepaalde delen ervan.
* Soort: organismen die zich onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen
voortbrengen.

Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat op elk hoger
organisatieniveau emergente eigenschappen ontstaan.
* Organismen zijn georganiseerd in biologische eenheden (van klein naar groot en van eenvoudig
naar complex).
* Molecuul: bouwstenen van stoffen bijv. DNA.
- DNA bevat de erfelijke informatie voor een organisme.
* Cel: organismen bestaan uit een of meer cellen.
* Orgaan: deel van een organisme met een specifieke bouw en functie.
* Organisme: eencellig of meercellig levend wezen (Individu).
* Populatie: groep individuen van dezelfde soort die in een bepaald gebied leven en die zich
onderling voortplanten.
* Ecosysteem: een min of meer begrensd gebied bestaande uit levende en niet-levende natuur
* Biosfeer (system aarde): het geheel aan ecosystemen op aarde.
* Emergente eigenschap: als erop een hoger organisatieniveau een eigenschap nieuwe eigenschap
ontstaat die er op het lager organisatieniveau niet is.
* Interactie: biologische eenheden reageren op elkaar en op de invloeden uit hun omgeving.

,Basisstof 2

Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en de kenmerken en
functies beschrijven.
* Orgaanstelsel: een aantal organen dat samen een bepaalde functie uitoefent
- Bijv. verteringsstelsel en beenderstelsel.
* Organen in de romp van een mens zijn: lever, maag, strottenhoofd, long, hart, middenrif, dikke
darm, dunne darm, wervel, rib, borstbeen, galblaas, lever, nier, aorta
* Weefsel: een groep cellen met dezelfde vorm en functie.




Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke
functie uitoefenen.
* De vorm van cellen hangt samen met de functie.
* Organen zijn opgebouwd uit weefsels
* Vier soorten weefsels: dekweefsel (epitheel), zenuwweefsel, spierweefsel, bindweefsel
* Bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar aan, maar komt tussencelstof voor.
Het soort tussencelstof hangt samen met de functie van het weefsel.

, Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.
* Bij organismen is er een verband tussen de vorm en de functie van de biologische eenheden
waaruit ze zijn opgebouwd.
- Langwerpige, holle botten bij de mens: zijn licht en stevig.
- Beenbalkjes in de kop van een dijbeen: maken het been licht en geven stevigheid.
- Gewelfde vorm van de botten in de voeten: dragen het gewicht en vangen schokken op.
- Gestroomlijnde lichaamsvorm bij diersoorten die in het water leven: weinig weerstand.

Basisstof 3
Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen herkennen en de functies ervan
benoemen.
* Organel: elk deel van een cel met een eigen functie
* Celmembraan: scheidt het inwendige van de cel, het cytoplasma (celplasma), van het milieu buiten
de cel.
* Cytoplasma bestaat uit grondplasma (water en opgeloste stoffen) met daarin allerlei organellen.
* De kern is omgeven met het kernmembraan en bevat kernplasma.
* Vacuole: blaasjein het cytoplasma omgeven door een vacuolemembraan en gevuld met
vacuolevocht.
- Spelt een belangrijke rol bij de stevigheid van de celen kan kleurstoffen bevatten.
* Plastiden:
- Chloroplasten (bevatten chlorofyl).
- Chromoplasten (bevatten kleurstoffen).
- Leukoplasten dienen om stoffen zoals vet, zetmeel en eiwit op te slaan.
- Sommige plastiden kunnen overgaan in andere plastiden.
* Celwand: een stevig laagje om de cel heen.
- Een celwand behoort niet tot de cel, maar is tussencelstof
- Intercellulaire ruimten: holten tussen celwanden, gevuld met lucht of vocht.
* Dierlijke cellen bevatten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke cellen ligt
geen celwand.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Senna05. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.17
  • (0)
  Add to cart