Koeltechniek deel 1 – leerdoelen meerkeuzevragen – dus niets letterlijk! BEGRIJPEN!
1. Het principe van de koelinstallatie kunnen uitleggen
Principe = verdamping ve koelvloeistof
Niet koude produceren, wel warmte onttrekken
2. Wat is het nadeel van de koelinstallatie?
Nutteloze warmte aan omgeving
3. Het principe van de koelinstallatie kunnen uitleggen: relatie tussen de vier hoofdonderdelen
Verdamper: 1→ 2
Koelvloeistof omgezet in gas van lage ⬇️ druk: groot ⬆️ volume (zuigleiding grotere diameter ⬆️Ø)
Endotherm proces: Q verd
Compressor: 2 → 3
Druk neemt toe, volume daalt (persleiding kleinere diameter)
Endotherm proces: Q compr (T neemt toe)
Condensor: 3 → 3’ → 4
Gas omgezet tot vloeistof onder hoge druk na koeling tot T cond: volume daalt (vloeistofleiding kleinere
diameter)
Exotherm proces: Q cond
Thermostatisch expansieventiel / regelventiel: 4 → 1
Druk vloeistof wordt verlaagd: kooktemperatuur daalt
4. Schema van het koelproces kunnen tekenen en interpreteren
= schema hieronder + uitleg vraag 3
5. Het principe van de koelinstallatie kunnen uitleggen:
richting waarin het koelmiddel loopt (gas/vloeistof) + indicatie van T (Temp°) en p (druk)
,6. De diverse toestandsveranderingen kunnen uitleggen Wat gebeurt er bij zo’n toestandsverandering?
Isobare toestandsverandering:
p = druk = constante
Isotherme toestandsverandering:
T = T° = constante
Isentalpische toestandsverandering:
h = enthalpie = constante
Isentropische toestandsverandering:
S = entropie = constante
Isochore toestandsverandering:
V = volume vh koelmiddel = constante
Iso-x toestandsverandering:
x = maat samenstelling mengsel (koelmiddel) (% vloeistof, % gas) = constante
1 naar 2' verdamping Mengsel VL/G G
Mengsel G v lage druk (groot volume)
= isotherm & isobaar proces
2' naar 2 oververhitting …
Warmtebehandeling zodat alles zeker gas is
= ……………………… proces
2 naar 3 compressie G
G v lage druk hoge druk
= isentropisch proces
3 naar 3' koeling G
T daalt
= isobaar proces
3' naar 4 condensatie G VL
G hoge druk VL hoge druk (volume daalt)
= isotherm & isobaar proces
4' naar 4 onderkoeling VL
……………………………………………
= iso-x en isobaar proces
4 naar 1 expansie VL mengel VL/G
Mengsel hoge druk lage druk (daling kookT)
= isenthalpisch proces
, 7. Werking ve diepvriezer kunnen uitleggen
Idem aan koelkast, maar:
groter koelvermogen: lagere temperatuur
Houdbaarheid v producten afhankelijk v bewaartemp:
-8°C 2 dagen
-12°C 3 weken
-18°C 3 maanden
8. Log p – h en T – s diagram kunnen interpreteren (met/zonder oververhitting & onderkoeling)
9. Koelmiddelen kunnen definiëren
Wat is een koelmiddel?
= transportmiddel van warmte (chemische of natuurlijke stof)
Wat zijn de eigenschappen koelmiddelen?
Laag kookpunt
Snelle omzetting naar andere aggregatietoestand (g,l)
Hoe worden koelmiddelen ingedeeld?
Volgens chemische samenstelling:
Chloroform (CH3Cl), ammoniak (NH3), CO2, SO2, …
CFK’s verboden sinds 1998
HCFK’s verboden sinds 2004
HFK’s - ODP=0 maar hoge GWP
Alkanen (propaan) & glycol
Nu in gebruik: twee onderste
10. Wat is de impact van koelmiddelen op milieu/klimaat? Wat zijn de nadelen van koelmiddelen?
Broeikaseffect: Global Warming Potential (GWP)
Schade aan ozonlaag: UV☹️, Ozon Depletion Potential (ODP)
Hoge ODP en GWP : negatief voor milieu/klimaat
11. Thermodynamische begrippen kunnen toepassen (dus niet letterlijk kennen)
Zie inleiding: proceswarmte Q, enthalpie h, entropie S
12. De vier hoofdonderdelen van de koelinstallatie kunnen geven
Compressor
Verdamper
Condensor
Thermostatisch expansieventiel (TEV) / regelventiel / capillair
1. Het principe van de koelinstallatie kunnen uitleggen
Principe = verdamping ve koelvloeistof
Niet koude produceren, wel warmte onttrekken
2. Wat is het nadeel van de koelinstallatie?
Nutteloze warmte aan omgeving
3. Het principe van de koelinstallatie kunnen uitleggen: relatie tussen de vier hoofdonderdelen
Verdamper: 1→ 2
Koelvloeistof omgezet in gas van lage ⬇️ druk: groot ⬆️ volume (zuigleiding grotere diameter ⬆️Ø)
Endotherm proces: Q verd
Compressor: 2 → 3
Druk neemt toe, volume daalt (persleiding kleinere diameter)
Endotherm proces: Q compr (T neemt toe)
Condensor: 3 → 3’ → 4
Gas omgezet tot vloeistof onder hoge druk na koeling tot T cond: volume daalt (vloeistofleiding kleinere
diameter)
Exotherm proces: Q cond
Thermostatisch expansieventiel / regelventiel: 4 → 1
Druk vloeistof wordt verlaagd: kooktemperatuur daalt
4. Schema van het koelproces kunnen tekenen en interpreteren
= schema hieronder + uitleg vraag 3
5. Het principe van de koelinstallatie kunnen uitleggen:
richting waarin het koelmiddel loopt (gas/vloeistof) + indicatie van T (Temp°) en p (druk)
,6. De diverse toestandsveranderingen kunnen uitleggen Wat gebeurt er bij zo’n toestandsverandering?
Isobare toestandsverandering:
p = druk = constante
Isotherme toestandsverandering:
T = T° = constante
Isentalpische toestandsverandering:
h = enthalpie = constante
Isentropische toestandsverandering:
S = entropie = constante
Isochore toestandsverandering:
V = volume vh koelmiddel = constante
Iso-x toestandsverandering:
x = maat samenstelling mengsel (koelmiddel) (% vloeistof, % gas) = constante
1 naar 2' verdamping Mengsel VL/G G
Mengsel G v lage druk (groot volume)
= isotherm & isobaar proces
2' naar 2 oververhitting …
Warmtebehandeling zodat alles zeker gas is
= ……………………… proces
2 naar 3 compressie G
G v lage druk hoge druk
= isentropisch proces
3 naar 3' koeling G
T daalt
= isobaar proces
3' naar 4 condensatie G VL
G hoge druk VL hoge druk (volume daalt)
= isotherm & isobaar proces
4' naar 4 onderkoeling VL
……………………………………………
= iso-x en isobaar proces
4 naar 1 expansie VL mengel VL/G
Mengsel hoge druk lage druk (daling kookT)
= isenthalpisch proces
, 7. Werking ve diepvriezer kunnen uitleggen
Idem aan koelkast, maar:
groter koelvermogen: lagere temperatuur
Houdbaarheid v producten afhankelijk v bewaartemp:
-8°C 2 dagen
-12°C 3 weken
-18°C 3 maanden
8. Log p – h en T – s diagram kunnen interpreteren (met/zonder oververhitting & onderkoeling)
9. Koelmiddelen kunnen definiëren
Wat is een koelmiddel?
= transportmiddel van warmte (chemische of natuurlijke stof)
Wat zijn de eigenschappen koelmiddelen?
Laag kookpunt
Snelle omzetting naar andere aggregatietoestand (g,l)
Hoe worden koelmiddelen ingedeeld?
Volgens chemische samenstelling:
Chloroform (CH3Cl), ammoniak (NH3), CO2, SO2, …
CFK’s verboden sinds 1998
HCFK’s verboden sinds 2004
HFK’s - ODP=0 maar hoge GWP
Alkanen (propaan) & glycol
Nu in gebruik: twee onderste
10. Wat is de impact van koelmiddelen op milieu/klimaat? Wat zijn de nadelen van koelmiddelen?
Broeikaseffect: Global Warming Potential (GWP)
Schade aan ozonlaag: UV☹️, Ozon Depletion Potential (ODP)
Hoge ODP en GWP : negatief voor milieu/klimaat
11. Thermodynamische begrippen kunnen toepassen (dus niet letterlijk kennen)
Zie inleiding: proceswarmte Q, enthalpie h, entropie S
12. De vier hoofdonderdelen van de koelinstallatie kunnen geven
Compressor
Verdamper
Condensor
Thermostatisch expansieventiel (TEV) / regelventiel / capillair