Inkoop, een nieuwe paradigma
Hoe krijgen organisaties een (concurrentie)voorsprong met een professionele
inkooporganisatie
Deel 1 Klassieke inkoop
H1 Klassieke inkoop
Inkoop ontwikkelingsmodel TU Eindhoven
Wat is het nut van een inkoopontwikkelingsmodel: inzicht in het nu, en zicht op verbeteracties. (aan
de hand van o.a. benchmarking)
1. Transactionele fase gericht op bestelactiviteiten, op beschikbaarheid van product, administratieve
verwerking, maar genereert geen bedrijfsbrede inzichten. Klachten zijn sturend, reactief, ‘iedereen
kan het’.
2. Commerciele fase (Lopez) , focus op kostenreductie + contracteren, maar ook ontwikkeling naar
eigen inkoop functie (zelfstandige afdeling). Contracten, prijsafspraken…
3. Focus: centraal leveranciersmanagement: Coördinatie, bundelen, afstemmen op bedrijfsstrategie,
prijs-kwaliteit verhouding, maar ook inkoophandboek, procedures, managen leveranciers (kraljic),
communicatie met interne klant. Inkoopstaf = vakspecifiek opgeleid. Primitieve start
categoriemanagement
4. Klant centraal: gehele onderneming wordt betrokken, maar er is nog geen afgestemde
automatisering met de leverancier. Proces orientatie, ipv functioneel inkoopdenken. Meer
bedrijfsbreed perspectief op inkoop. Crossfunctioneel ‘specificeren. Automatisering en Integratie
met andere taken. Operationele inkoop verdwijnt in de lijn. Inkopers zijn HBO- geschoold.
5. Categorie-management (focus is zeer extern t.o.v. fase 4). Extra aandacht voor bijv. innovativiteit.
SC Betrekken leveranciers, innovaties. Bij specificeren meerdere bedrijfsinitiatieven. Total cost of
Ownership.
6. Value chain. Gedeelde visie: realiseren van toegevoegde waarde voor de uiteindelijke klant.
Beheersing over de totale waardeketen. Kennis van de verkoopmarkten.
In de praktijk lukt het dus niet om van fase 2 naar 3 te komen. Een verklaring hiervoor is
zelfoverschatting, 95% zit tussen fase 2 en 3.
Hoe krijgen organisaties een (concurrentie)voorsprong met een professionele
inkooporganisatie
Deel 1 Klassieke inkoop
H1 Klassieke inkoop
Inkoop ontwikkelingsmodel TU Eindhoven
Wat is het nut van een inkoopontwikkelingsmodel: inzicht in het nu, en zicht op verbeteracties. (aan
de hand van o.a. benchmarking)
1. Transactionele fase gericht op bestelactiviteiten, op beschikbaarheid van product, administratieve
verwerking, maar genereert geen bedrijfsbrede inzichten. Klachten zijn sturend, reactief, ‘iedereen
kan het’.
2. Commerciele fase (Lopez) , focus op kostenreductie + contracteren, maar ook ontwikkeling naar
eigen inkoop functie (zelfstandige afdeling). Contracten, prijsafspraken…
3. Focus: centraal leveranciersmanagement: Coördinatie, bundelen, afstemmen op bedrijfsstrategie,
prijs-kwaliteit verhouding, maar ook inkoophandboek, procedures, managen leveranciers (kraljic),
communicatie met interne klant. Inkoopstaf = vakspecifiek opgeleid. Primitieve start
categoriemanagement
4. Klant centraal: gehele onderneming wordt betrokken, maar er is nog geen afgestemde
automatisering met de leverancier. Proces orientatie, ipv functioneel inkoopdenken. Meer
bedrijfsbreed perspectief op inkoop. Crossfunctioneel ‘specificeren. Automatisering en Integratie
met andere taken. Operationele inkoop verdwijnt in de lijn. Inkopers zijn HBO- geschoold.
5. Categorie-management (focus is zeer extern t.o.v. fase 4). Extra aandacht voor bijv. innovativiteit.
SC Betrekken leveranciers, innovaties. Bij specificeren meerdere bedrijfsinitiatieven. Total cost of
Ownership.
6. Value chain. Gedeelde visie: realiseren van toegevoegde waarde voor de uiteindelijke klant.
Beheersing over de totale waardeketen. Kennis van de verkoopmarkten.
In de praktijk lukt het dus niet om van fase 2 naar 3 te komen. Een verklaring hiervoor is
zelfoverschatting, 95% zit tussen fase 2 en 3.